De snuivende jetset
Het relatienetwerk van Michel Nihoul
Onder de rubriek ‘Het relatienetwerk van M. Nihoul’ vermeldt het commissierapport onder meer de Brusselse dancing Le Mirano. In het kader van haar zoektocht naar bescherming had de commissie goede redenen om zich te interesseren voor de Mirano.
Kort voor hij werd vermoord, wees FN-ingenieur Juan Mendez de Mirano aan als de sleutel tot de opheldering van de aanslagen van de Bende van Nijvel. In haar rapport blijft de commissie echter op de vlakte. ‘De heer Nihoul kwam er ook vaak’, staat er zuinigjes. In de eerste helft van de jaren tachtig werd een opmerkelijk groot aantal prominente figuren van de Brusselse jetset, zowel uit de zakenwereld als het uitgaansleven, strafrechtelijk vervolgd.
Heel wat strafonderzoeken, die het Brusselse parket toen opende, liepen ook uit op veroordelingen. Enkele namen: wapenhandelaar Roger Boas van de firma Asco, de bekende jeansfabrikant Pierre Salik, graaf Hervé d’Ursel en zijn schoonbroer baron Benoit de Bonvoisin, graaf Richard van Wijck, graaf Giorgio Gherardi Dandolo, vastgoedmakelaar Ado Blaton, ex-minister Jacques Van Offelen, Fernand Ullens de Schooten, Freddy Liénard, beleggingsadviseur Léo Levy.
Later zou ook de meest vooraanstaande van allemaal, minister van staat Paul Vanden Boeynants, veroordeeld worden. Bijna al deze mensen hadden gemeenschappelijke kenmerken: ze hadden een aanzienlijk vermogen, ze werden een na een veroordeeld voor het opzetten – via stromannen – van grootscheepse fraude-operaties om de fiscus te bedriegen en, last but not least, ze kenden elkaar allemaal.
Hun namen prijkten alle in het jaarboek van de leden van de Cercle des Nations, een selecte club gevestigd in een imposant gebouw in de Franklin Rooseveltlaan, tegenover de ULB in Brussel. De pronkerige salons van deze Cercle – waar geen vrouwen waren toegelaten – vormden in de periode 1970-1985 zowat het hoofdkwartier van de deftige politieke rechterzijde.
Wekelijks werd er gedineerd en geconfereerd met de top van de zakenwereld en de diplomatie, samen met figuren van extreem-rechts en de onderwereld. Het zou vele jaren duren vooraleer de onderzoeksrechters en parketmagistraten van Brussel tot de slotsom kwamen dat achter de schermen van de Cercle des Nations in werkelijkheid een criminele bende opereerde die haar tentakels uitstrekte tot ver in de bankwereld, de politiek en ook het Brusselse uitgaansleven.
Het uitgaansleven van de jongere generatie uit de betere Brusselse kringen van die jaren speelde zich vooral af in een drietal privéclubs: de Mirano, een dancing in Sint-Joost-ten-Node, het Circus in Ukkel en de Parc Savoy in Brussel. Deze laatste club, oorspronkelijk opgericht door VdB’s boezemvriend en vastgoedkoning Charly De Pauw, werd geleid door André Blaton. De Parc Savoy fuseerde later met de firma Codenat. Die stond toen al jaren in voor het restaurant van de Cercle des Nations.
Op wandelafstand van het parlement
De zonen en dochters van heel wat bekende zakenlui uit het entourage van Paul Vanden Boeynants en zijn politieke vrienden bezochten deze drie privéclubs. Heroïne en cocaïne gingen er vlot van hand tot hand. Dat er in die kringen veel geld circuleerde sprak vanzelf. Soms werden er in dit milieu ook criminele plannetjes beraamd, zoals de poging tot ontvoering van de zoon van Charly De Pauw, die uiteindelijk toch mislukte maar wel de aandacht trok van de justitie. Een van de leden van de Cercle des Nations die in dit milieu privé-seksfuiven organiseerde en er ook cocaïne in omloop bracht was Philippe Cryns. Die was destijds de directeur van het cosmeticabedrijf Laboratoire du Docteur Renaud. Cryns was een medestichter van de Parc Savoy.
Een van de dealers die hij goed kende, Alexis Alewaeters, stond ook bekend als organisator van speciale seksfuiven en in 1985 werkte hij ook een tijdlang als bediende bij de firma Cadreco, het kantoor voor juridisch advies van Annie Bouty. Cryns was niet alleen samen met de families De Pauw en Blaton en baron Benoît de Bonvoisin een veel gezien aanwezige op de seksfuiven in de Parc Savoy.
Men trof hem, deels met dezelfde mensen, ook aan in de Mirano, op amper vijfhonderd meter van het parlement. In 1985 werkte Cryns ook een tijdje als een soort pr-agent voor een gerenommeerd restaurant, gelegen in het Terkamerenbos. Hij was toen ook nog altijd een discreet organisator van speciale fuiven waar cocaïne gesnoven werd.
Heel wat figuren uit de adel, het zakenleven, alsook ook de theater- en de filmwereld bezochten toen de Mirano. Maar op 14 april ’85 overleed in dit milieu plots Jean-Jacques B. aan een overdosis. Hij had een cocktail ingeslikt bestaande uit cocaïne, heroïne, alcohol en geneesmiddelen. B. was de schoonzoon van een hooggeplaatst Brussels magistraat en dit keer kreeg de zaak dus wel een gerechtelijke staart.
Cryns, organisator van de ‘feestjes’ in de Mirano, en een reeks rijkeluiszonen werden, samen met enkele dealers, ondervraagd en aangehouden. Onderzoeksrechter Bellemans schreef ook een internationaal aanhoudingsbevel uit tegen Sammy Pavel, toen al een wereldwijd bekend filmregisseur.
Hij had, zo luidde de aanklacht, vanuit Rio de Janeiro een lading cocaïne naar Cryns verstuurd. Het onderzoek spitste zich toe op de cocaïnehandel die via Cryns ook vertakkingen had naar Nederland. Op 24 februari ’86 stonden in deze cocaïnezaak in Brussel tenslotte dertien personen uit voornoemde Brusselse salons terecht. Onder hen Cryns, Pavel, Alewaeters en Eric Verhaeghe de Naeyer. Deze laatste, telg uit een bekend adellijk geslacht, was al enkele jaren eerder als bendeleider betrokken geweest bij overvallen, onder meer op een bank, die met dure wagens waren gepleegd, “voor de kick”.
In een verslag over dit proces citeerde De Morgen op 26 februari 1986 de openbare aanklager. Die zei over de toen 39-jarige Cryns dat deze “over ontzettend grote inkomsten beschikte en vaak bij hem thuis fuiven organiseerde waarop talrijke jongeren, ook minderjarigen, werden uitgenodigd”. Ook daar werd uiteraard cocaïne gesnoven.
Heel wat jongeren had Cryns voordien via de Mirano leren kennen. Aan het slot van het proces, in oktober ’86, kreeg Cryns tenslotte drie jaar effectieve celstraf, Pavel twee jaar met uitstel, Alewaeters zag zich bedacht met vijf jaar cel, Stéphane Devriendt met drie jaar met uitstel, Jacques De Windt, een antiquair, met achttien maanden.
De dood van een adelijke jonkheer
14 April 1985
De dancing Le Mirano behoorde volgens het rapport Dutroux tot het relatienetwerk van Nihoul. In dit milieu werden toen de beruchte sex- en drugsfuiven georganiseerd door de pedofiel Philippe Cryns en door Alexis Alewaeters, die in 1985 bediende was bij Cradeco, de VZW van Nihoul en Bouty. Maar op 14 april 1985 liep het uit de hand toen een adellijke jonkheer aan een overdosis overleed, waarop een proces volgde. Jean-Jacques B., schoonzoon van een hooggeplaatste magistraat, had een cocktail van cocaïne, heroïne, alcohol en medicamenten naar binnen gewerkt.
Dancing Mirano was samen met Circus en de Parc Savoy in de jaren tachtig een van de privé-clubs van de Cercle des Nations, het milieu van de edellieden van de CEPIC en de rechterzijde van de PRL. Tegen veel van haar bekende gasten werden processen gevoerd. Zo vinden we hier onder meer wapenhandelaar Boas van Asco, Benoît de Bonvoisin, de vastgoedmakelaar Blaton, Charly De Pauw en ex-premier Vanden Boeynants terug.
Philippe Cryns zat eveneens in VDB-kringen. Over het proces Mirano schrijft het rapport Dutroux summier: ‘De vereniging Cradeco, geleid door mevrouw Bouty en de heer Flier, heeft zich in 1985 borg gesteld voor een veroordeelde, de heer Alexis Alewaeters in het kader van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling.
Na het overlijden in 1985 ingevolge een overdosis werd een gerechtelijk onderzoek geopend in het milieu dat een bepaalde gelegenheid bezocht en ook cocaïne gebruikte. Onder de dertien beklaagden die op 24 maart 1986 door de correctionele rechtbank van Brussel werden berecht, bevonden zich de heren Alexis Alewaeters en Philippe Cryns. Zij werden respectievelijk veroordeeld tot vijf en drie jaar gevangenisstraf met uitstel.’ Cryns werd door de rechtbank bestempeld als organisator van deze superdure sex- en drugsfuiven met een aparte attractie van minderjarigen.
Uit de rechtszitting bleek Cryns hiervoor jongetjes te hebben opgepikt op het beruchte Fontainasplein. Substituut Talon van het Openbaar Ministerie verklaarde dat Cryns bekentenissen afgelegd had dat bij de cocaïnefuiven ook kinderen voor speciale attractie zorgden. De kennissenkring van Philippe Cryns zat met De Pauw en Blaton ook in het Roze Balletten-milieu rond Vanden Boeynants. Philippe Cryns had samen met de familie Blaton en De Pauw het hotel-restaurant Parc Savoy opgericht.