Begroting en middelen

Rijkswachtbegroting voor 1985

Op 17 december 1984 wordt de rijkswachtbegroting voor 1985 in de Kamer behandeld. Op dat ogenblik beklemtoont de liberale minister van Defensie Freddy Vreven dat in het licht van de terroristische aanslagen het personeelstekort van de rijkswacht langzamerhand ondraaglijk wordt. Er zullen, aldus de minister, 180 onderofficieren aangeworven worden met het oog op de oprichting van gespecialiseerde POSA-eenheden, belast met de strijd tegen het terrorisme en de georganiseerde misdaad.

Het is wel opvallend hoe gemakkelijk de rijkswacht zonder parlementaire controle nieuwe eenheden kan oprichten. Na de uitleg van de minister weet het parlement nu tenminste dat POSA de afkorting is van Prospection, Observation, Sécurité en Arrestation. Vreven zegt niet wat de POSA-peletons precies zullen moeten doen.

Uit vertrouwelijk rijkswachtdocumenten blijkt evenwel dat de POSA-peletons ‘multifunctioneel’ zijn. Ten behoeven van geïnteresseerde buitenstaanders wordt gezegd dat de POSA-peletons opgericht zijn tegen het terrorisme en zware criminaliteit à la Bende van Nijvel, maar in werkelijkheid wil de rijkswacht ze ook als observatie- en arrestatieteams inzetten.

De POSA-rijkswachters opereren als ‘stillen’, in burger, realistisch vermomd met versleten jeans en truien met rolkraag. Ze moeten de gevaarlijke ordeverstoorders of harde kernen aanhouden, soms nog voor er sprake is van ongeregeldheden. Zo wijkt de rijkswacht grondig af van de tot dusver geldende regel dat pas mag worden opgetreden als er strafbare feiten zijn gepleegd. De pro-actieve methoden, in de drugsbestrijding uitgetest, zijn gemeengoed geworden.

De POSA-peletons tellen elk zo’n dertig man en zijn samen met de mobiele eenheden gelegerd in de belangrijkste industriële centra. Ze krijgen een uitrusting en opleiding die erg lijken op die van hun grote broer, het Speciaal Interventie Esquadron.

Nieuw materiaal

Op 2 juni 1987 poseert minister van Landsverdediging François-Xavier de Donnéa, bevoegd voor de rijkswacht, lachend wanneer hij de nieuwe uitrusting voor de rijkswacht voorstelt. Onder het motto ‘de vijand met zijn eigen wapens verslaan’ krijgt de rijkswacht haar eerste supersnelle Golf GTI’s en gloednieuwe kogelvrije vesten, afkomstig uit het bedrijf uit Temse waar de Bende van Nijvel enkele prototypes had geroofd, officieel geleverd in de Prins Albert Club in Brussel.

Enkele weken eerder had de rijkswacht nieuwe riotguns in gebruik genomen, een wapen dat de Bende eveneens had gebruikt. “Maar we hadden er niet veel aan”, vertelt een rijkswachter. “De GTI’s waren snel, maar niet handig. Als je met meer dan twee man in een Golf ging zitten, moesten die hun riotguns in de koffer deponeren. In de passagiersruimte was er dan geen plaats voor die dingen. En met de riotguns hebben we zelf nauwelijks kunnen oefenen.”

Het einde van de R4

Terwijl de rijkswacht een hele reeks nieuwe voertuigen in gebruik neemt, worden de laatste exemplaren van de Renault 4 uit omloop genomen. “Ik ben nogal tekeergegaan toen ik vernam dat een “R4’tje” mijn dienstvoertuig zou worden. Over dat autootje, dat niet enorm comfortabel en niet enorm snel is, waren de meningen verdeeld. Nochtans, nu er geen R4’tjes meer zijn in de rijkswacht, denk ik dat een onbeminde maar oh zo moedige dienaar onze rangen heeft verlaten.” Aldus Michel, een rijkswachter uit de brigade, die de Renault 4 van dichtbij heeft meegemaakt en er ontelbare kilometertjes mee heeft afgehaspeld.

De R4 die in 1971 bij de rijkswacht in gebruik werd genomen en destijds 75.031 frank kostte (BTW inbegrepen), was bestemd voor de territoriale brigades en de bewakings- en opsporingsbrigade (BOB). De rijkswacht kocht 1399 exemplaren aan. We kunnen zeggen dat de R4 in een bepaalde periode onverbrekelijk was verbonden met het imago van de rijkswacht en vooral van de BOB’s voor wie de R4 het “anonieme” voertuig was. Een R4 van de Rijkswacht. Charly, mecanicien in de logistieke eenheid Brabant, was mettertijd de “R4-specialist” geworden.

Een R4 van de Rijkswacht.

Een R4 van de Rijkswacht.

De teller van sommige wagentjes, die de reputatie genoten onverslijtbaar te zijn, overschreed zelfs de grens van 200.000 kilometer.” Ik herinner me zelfs dat een hondengeleider met een exemplaar reed dat er al 205.000 kilometer had opzitten. De chauffeur was er nog altijd tevreden mee en deed er zijn beklag niet over. Enkele uren later moest ik hem echter ontgoochelen omdat ik zijn voertuig uit omloop moest nemen. Het autootje was echt aan het einde van zijn Latijn en kon ieder moment letterlijk uit elkaar vallen.”

“Eén van mijn collega’s-mecaniciens zal dat autootje evenmin vergeten. Hij vond onder de motorkap van ééntje zijn portefeuille terug die hij maanden voordien was verloren.Toen zijn wagen moest worden hersteld, viel de portefeuille plots op de platte versnellingsbak van de R4. De portefeuille had dus enkele duizenden kilometers afgelegd zonder ook maar ietsje te bewegen. Bij het volgende onderhoud vonden we de portefeuille terug … we geloofden onze eigen ogen niet.”

Het R4’tje heeft na 27 jaren dienst en duizenden kilometers rijplezier afscheid genomen van de rijkswacht … eigenlijk niet definitief want het museum van de rijkswacht bezit nu twee exemplaren om eraan te herinneren dat er nog niet zo lang geleden niet alleen over de GTI werd gesproken.