Opsporingsberichten

16 Oktober 1984

Bijna een jaar na de eerste reeks van bloedige aanslagen die al aan twaalf mensen het leven had gekost, verspreidde de rijkswacht in een nog niet vertoond staaltje van onderschattingsvermogen nog altijd een ‘niet dringend bericht van opsporing’ aan alle rijkswachtkazernes in verband met de Bende van Nijvel. En in dat bericht stond een verkeerd aantal doden. De rijkswacht had maar elf doden geteld. Een slordigheidje, de Bende van Nijvel had op dat moment al 12 mensen vermoord!

20 November 1985

Op 20 november 1985 verspreidt het Centraal Bureau voor Opsporingen van de rijkswacht het niet-dringend opsporingsbericht CBO/8181 A/M/7. Het zeventien pagina’s lange ‘vertrouwelijke’ document is een synthese van alles, werkelijk alles, van wat elf dagen na Aalst over de Bende van Nijvel bekend is. Er staan robotfoto’s in, een foto van het door de reus in Aalst verloren hoedje en ook foto’s van andere voorwerpen waarvoor nu opnieuw om onze aandacht wordt verzocht.

Als punt 11 vermeldt de nota acht namen van mannen die in volgorde van verdenking worden beschouwd als hoofdverdachten. Ze zijn allen meer dan 1,89 meter groot en, staat er: “Deze personen zijn ZEER gevaarlijk”. Elf dagen na Aalst heeft de leiding van het onderzoek een klaar en helder beeld van wie de daders zijn en op wie ze het onderzoek zal concentreren.