Temse: De Rijkswacht-connectie II

Stilte, we draaien met onze duimen

De verklaringen van de vroegere werknemers van Wittock-Van Landeghem schoppen het gerechtelijke dossier over de bloedige overval in Temse danig dooreen. Dat dossier ligt al jaren onbeweeglijk in Charleroi. Wat erin staat, komt hierop neer: de Belgische justitie wist dat de zeven kogelvrije vesten die de Bende had gestolen, in het geheim ontwikkeld waren.

Slechts weinig mensen waren op de hoogte van hun bestaan. Iemand moest de Bende dus getipt hebben over die vesten: waar ze lagen en, vooral, wanneer ze er lagen. De Bende-speurders kwamen tot de conclusie dat die tipgever enkel uit een kleine groep werknemers van Wittock-Van Landeghem kon komen.

Volgens hun onderzoek – waarvan nu blijkt dat het misschien niet zeer grondig is gevoerd – waren die werknemers namelijk de enige die op de hoogte waren van het bestaan van de vesten. Maar de zoektocht naar een tipgever van binnen het bedrijf leverde niets op, en dat was meteen het einde van het dossier – Temse.

Het onderzoek naar de gestolen kogelvrije vesten – die uiteindelijk in Ronquières in het kanaal Brussel-Charleroi werden teruggevonden, in de twee zakken waarin de Bende in zuivere Sinterklaas-stijl haar moordwapens had gestopt -blokkeerde totaal.

Maar er was iets wat de Bende-onderzoekers nooit te weten zijn gekomen, vertelden de nieuwe getuigen: dat er naast de kleine groep ingewijden binnen Wittock-Van Landeghem nog een organisatie bestond waarvan een aantal leden absoluut alles van die zeven vesten wist: de rijkswacht. De vesten waren namelijk gemaakt in nauwe samenwerking met de rijkswacht.

Een aantal rijkswachters kwam ze zelfs geregeld uittesten bij Wittock-Van Landeghem. Deze verklaringen zijn van uitzonderlijk belang omdat ze de mogelijkheid reëel maken dat de tipgever van de Bende, de man die het gerecht dus naar de Bende kan leiden en die niet werd gevonden onder de werknemers van Wittock-Van Landeghem, binnen de rijkswacht moet worden gezocht. De rijkswachters die wisten hoe het met die vesten zat, zijn nooit aan de tand gevoeld.

Dat roept heel wat vragen op over het Bende-onderzoek. Hoe is het mogelijk dat de onderzoekers nooit te weten zijn gekomen dat de zeven gestolen vesten werden ontwikkeld in samenwerking met de rijkswacht? Hoe is het mogelijk dat in de boekhouding van Wittock-Van Landeghem, die door de Bende-onderzoekers werd gecontroleerd, geen spoor werd teruggevonden van aankopen van de rijkswacht? En waarom heeft de Generale Staf van de rijkswacht niet spontaan aan de Bende-onderzoekers, die met de handen in het haar zaten, gemeld dat een aantal van haar leden op de hoogte waren van het bestaan van die vesten?

De senator

VLD-senator Hugo Coveliers is in elk geval van plan een antwoord op die vragen te krijgen. Hij heeft deze week een brief geschreven aan de minister van Justitie Stefaan De Clerck met het verzoek de zaak-Temse in het licht van deze nieuwe gegevens te laten onderzoeken. Hij wil dat het Comité P, het controlecomité op de politiediensten onder leiding van Freddy Troch, een onderzoek begint.

Hugo Coveliers

Hugo Coveliers

Coveliers wil ook dat de minister van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte de Algemene Inspectie van de rijkswacht van inspecteur-generaal Pierre Kinet, de controledienst die onder zijn bevoegdheid valt en niet onder die van de Generale Staf van de rijkswacht, de opdracht geeft hetzelfde te doen. Coveliers heeft overigens al langer dan vandaag vermoedens dat de rijkswacht te maken had met de Bende-overval in Temse. In 1989 verklaarde hij in een interview dat het gerucht liep dat de zeven kogelvrije vesten bedoeld waren voor het SIE van de rijkswacht, de vroegere Groep Dyane.

Hugo Coveliers: “Ik had een telefoontje gekregen van een rijkswachter die me vertelde dat de SIE contacten had met de wapenhandel van Daniel Dekaise in Waver, die in 1982 ook de Bende op bezoek had gekregen, en met Wittock-Van Landeghem. De Bendecommissie heeft vervolgens aan de toenmalige bevoegde minister, Louis Tobback van Binnenlandse Zaken, gevraagd wat daar van aan was. Vermoedelijk heeft Tobback die vraag voorgelegd aan de Generale Staf.”

“De rijkswacht ontkende ooit maar iets met Wittock-Van Landeghem te maken te hebben gehad. Het verbaast mij dat niemand nu op dit verhaal reageert, vooral de rijkswacht niet. Want als het Humo-verhaal niet zou kloppen, zou je toch een onmiddellijke en zeer verontwaardigde ontkenning van de rijkswacht verwachten? Dit moet worden uitgezocht. Als dit klopt dan is er eindelijk een duidelijke achtergrond voor de Bende-overvallen. En een reden die duidelijk maakt waarom de procureurs-generaal zo terughoudend zijn om het Bende-dossier te laten inkijken.”

De minister van Justitie

De rijkswacht kan niets zeggen, zo meldt haar public relations-afdeling in het Frans: geen verklaring, geen commentaar, ook geen ontkenning. Men is druk bezig de zaak te onderzoeken. Als de zaak onderzocht is zullen we meer weten. De minister van Justitie laat, behoedzaam over de eieren lopend, via zijn woordvoerder weten dat een kopie van het Humo-artikel onderweg is naar de bevoegde procureur-generaal.

Mevrouw de woordvoerder, gaat uw minister er nu echt bij de procureur-generaal van Bergen op aandringen dat hij drie rijkswachters naar Temse stuurt met drie beëdigde vertalers in hun kielzog? “Het enige wat de minister kan doen is bij de procureur-generaal aandringen om elk spoor nauwgezet te onderzoeken en indien nodig een onderzoek te openen.”

De ex-onderzoeksrechter: Freddy Troch

Gewezen onderzoeksrechter Freddy Troch heeft het dossier Temse behandeld tussen 1985 en 1990. Hij wist ook niet dat de rijkswacht al voor de overval in september ’83 geregeld over de vloer kwam bij Wittock-Van Landeghem.

Hoe bekijkt u dit nieuwe spoor?

“Ik ben gebonden door het beroepsgeheim. Ik wens geen commentaar te geven op een nog hangend onderzoek waarover ik niet de minste bevoegdheid meer heb.”

Maar als voorzitter van het Comité P bent u wel bevoegd voor het toezicht op de politiediensten. U zou de rijkswacht een paar pertinente vragen kunnen stellen.

“Het Comité P heeft niet de minste strafrechtelijke bevoegdheid. Wij doen structureel onderzoek in verband met de politiediensten. Onze dienst enquêtes heeft wel strafrechtelijke bevoegdheid, maar die moet dan een verzoek krijgen van een bevoegde procureur des konings of een onderzoeksrechter, of ambtshalve, op eigen houtje een onderzoek beginnen.”

Voilà, dan kan die dienst nu beginnen.

“Ik kan de dienst enquêtes niet aan het werk zetten als het om strafrechtelijke zaken gaat. Dan ga ik mijn bevoegdheid te buiten.”

Dit is Belgisch: iedereen stopt zich weg. Kan u dan misschien een ‘structureel’ onderzoek doen naar de activiteiten van bepaalde afdelingen van de rijkswacht in de Bende-jaren?

“Als daar redenen toe zijn.”

Staan er niet genoeg in het Humo-verhaal van vorige week?

“Die problematiek houdt verband met strafrechtelijke feiten, en daar ben ik niet bevoegd voor.”

Meneer Troch, kunt u iets doen of kunt u niets doen?

“Op dit moment zie ik, als voorzitter die binnen zijn bevoegdheden wil blijven, niet meteen een mogelijkheid…”

Tenzij dus een parlementslid de enquêtedienst van het Comité P ‘vat’, zoals dat heet. En dat doet Hugo Coveliers.

De onderzoeksrechter: Johan Serrus

En hoe zit het met Johan Serrus, die andere ex-onderzoeksrechter die het dossier Wittock-Van Landeghem als eerste in handen kreeg en er niet in slaagde de rijkswacht als klant van Wittock-Van Landeghem en als mede-ontwikkelaar van de gestolen vesten de identificeren? Serrus is nu ondervoorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Dendermonde.

Meneer Serrus, we willen u iets vragen over de overval bij Wittock-Van Landeghem.

“Wie?”

Wittock-Van Landeghem.

“Nog nooit van gehoord.”

In dat bedrijf heeft de Bende op 10 september 1983 zeven kogelvrije vesten gestolen.

“Nu u het zegt. Ik herinner met dat nog vaag.”

Vorige week publiceerde Humo het verhaal dat de rijkswacht …

“Jullie weten dat ik niet veel mag vertellen over dossiers die ik heb behandeld, maar in dit geval is het totaal zinloos mij wat dan ook te vragen. Ik weet daar absoluut niets meer van. En ik heb dat stuk in Humo ook niet gelezen. Het is dan al zo lang geleden, hé?”

Absoluut.


Bron » Humo | Raf Sauviller & Danny Ilegems