Bendecommissie I

Inleiding

Op 24 maart 1988 nam de kamercommissie van Justitie een wetsvoorstel aan dat op 2 februari door de Vlaamse socialist Luc Van den Bossche was ingediend. Het voorstel kreeg een zeer lange titel en een bijzonder korte toelichting mee. De gevolgen van dit voorstel en het aannemen ervan zouden indrukwekkend en enigszins beslissend worden voor de justitie in België.

De volledige titel van het voorstel luidde: “Voorstel tot instelling van een onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar het bestaan van een of meerdere groeperingen die er op gericht zijn onze democratische instellingen te ontwrichten of de werking ervan te destabiliseren, de betrokkenheid van deze groeperingen bij recente zware misdaden, ondermeer bij deze toegeschreven aan de zogenaamde Bende van Nijvel en de wijze waarop de onderzoeken naar deze misdaden worden gevoerd.”

Na lange debatten in de kamer en een wijziging van de titel, kon op 24 mei de eerste Bendecommissie van start gaan. De commissie heeft over twee jaar 187 vergaderingen gewijd aan de uitvoering van dit onderzoek en heeft 118 getuigen verhoord. In haar eindrapport zal de commissie bevestigen dat er ‘duistere machten’ aanwezig waren in de onderzoeken.