Interviews

Interview met Jean-Paul Moerman

Over het motief, de daders en het onderzoek

“Al die affaires die de laatste jaren in België naar boven komen, bewijzen helemaal niet dat er een nieuwe politieke cultuur is. België in de jaren ’90 is Chicago in de jaren ’30. De koek wordt kleiner, en de ex-partners en misdaadsyndicaten proberen elkaar te verscheuren. In Chicago gebeurde dat met straatfusillades, in België brengen ze elkaars schandalen uit.”

Op vrijdag 31 januari 1997 begonnen de openbare zittingen in de parlementaire onderzoekscommissie die het dossier van de Bende van Nijvel behandelt. Het is de bedoeling van commissievoorzitter Tony Van Parys en zijn collega’s-volksvertegenwoordigers, uit te zoeken waar ons gerechtssysteem gefaald heeft, en hoe het anders moet. PRL-kamerlid Jean-Paul Moerman heeft niet in de Bendecommissie gezeteld. Hij vond zichzelf namelijk in zekere zin ‘betrokken partij’.

In het enige proces dat ooit rond de Bende van Nijvel werd gevoerd, was hij de advocaat van Michel Cocu, de meest bekende van de Borains, de zogeheten ‘Bende van de Borinage’, “een stelletje klaplopers die met hun blote handen hold-ups pleegden en zich per fiets verplaatsten” zegt Moerman. Kon die Cocu het brein geweest zijn van de bende die in de jaren ’80 heel het Belgische gerechtelijke apparaat voor schut had gezet?

Het Assisenhof van Bergen dacht duidelijk van niet. Cocu en consorten werden in 1988, na een proces waarin de onkunde, de onwil en de kwaadaardige machinaties van de Belgische justitie en politie uitgebreid tentoon werden gesteld, vrijgesproken over de hele lijn. Sindsdien is Jean-Paul Moerman één van de weinigen in dit land die het dossier van de Bende van Nijvel echt kennen. Hij heeft er zijn conclusies uit getrokken. Wij serveren u enkele gedachten uit zijn urenlang betoog.

A Big Joke

“Die Bendecommissie nummer twee, dat is dus echt de Big Joke. Ik haat het als er zo met de voeten van de mensen wordt gespeeld. De professoren Cyrille Fijnaut en Raf Verstraeten, die het onderzoek hebben doorgelicht, hebben hun kwaliteiten, maar ze hebben geen kennis van het dossier, geen tijd om het door te nemen, en geen inzicht in de mensen die er een rol in spelen. Je moet de procureur des Konings van Nijvel, Jean Deprêtre op zijn minst gezien hebben om te weten dat hij een geesteszieke is. Toch zegt Tony Van Parys dat zijn commissie resultaten zal boeken. Ik hoop dat hij gelijk heeft. Hij is intelligent en misschien weet hij meer dan ik. Dat ze zich dan maar haasten. Maar volgens mij zullen we de waarheid nooit kennen.”

“Je kunt de waarheid alleen vinden als je alle onopgehelderde affaires van de voorbije vijfentwintig jaar in een tekstverwerker stopt, en hem laat sorteren. Van Eurosystems tot de snuffelvliegtuigen, Feluy, de Bende, de leider van het extreem-rechtse Westland New Post Paul Latinus, de bomaanslagen van de CCC en Systermans, koppelbaas Bongiorno, …Wie deed de eerste vaststellingen, wie de ballistische expertise, wie was de onderzoeksrechter, wie waren de advocaten? Het zijn altijd dezelfde namen die terugkomen. Probeer maar. Als je het zo aanpakt, zal de computer de mensen te voorschijn halen die op de juiste ogenblikken aan de touwtjes trokken.”

“Als je dat niet doet, kom je nergens. De Bende van Nijvel is geschiedenis geworden. We zijn op dit moment in de terminale fase beland, men gist er maar op los. We kunnen alleen nog hopen op elementen die opeens uit de lucht vallen. Iemand die gewetenswroeging krijgt, bijvoorbeeld, en begint te praten. Maar wie gelooft in zulk een toeval? En zelfs als dat zou gebeuren, zal het onmogelijk zijn om de diengen die dan aan het licht komen, nog te toetsen aan het dossier. Het geheugen vergeet of vervormt de herinneringen. En er is te veel veranderd. Winkels verdwijnen, cafés krijgen een andere naam of uitbater, kasseien worden bedekt met beton, … Mensen verouderen sterk in vijftien jaar tijd. Ik heb mijn twijfels of getuigen die de Bende-leden hebben gezien, hen nu nog zouden herkennen. Als ze nog leven.”

De Belgische staat als schuldige

“Zelfs vingerafdrukken, haren of ander genetisch materiaal zullen de waarheid niet meer aan het licht brengen. De dingen die toch nog boven gespit worden, zullen dus met grote behoedzaamheid bekeken moeten worden, en zullen nooit volstaan om mensen te veroordelen. Om het even welke goeie strafpleiter krijgt ze vrij. En straks is alles verjaard. Wie maakt er werk van een uitzonderingswet om de verjaring te vermijden? Het is dus niet serieus om mensen te laten geloven dat de waarheid over de Bende nog gevonden kan worden. Er zit maar één ding op, de overheid moet het fatsoen hebben om dat tegen de slachtoffers te zeggen en hen ook te vergoeden, want de overheid heeft niet gefunctioneerd. De Belgische staat is er de schuld van dat het onderzoek niets heeft opgeleverd. Dat valt af te lezen van zowat elke bladzijde van het dossier.”

“Er werd een Golf in beslag genomen met vijf deuren, terwijl ze er één zochten met drie deuren. Ondervragers acteerden dingen anders dan ze gezegd werden. Michel Cocu heeft bijvoorbeeld bekend, dat hij ’s morgens vroeg een wagen stal, ze hebben daar 6.30 uur van gemaakt. De nacht van de slachting aan de Colruyt van Nijvel voerde een wetsdokter een autopsie uit op Jacques Fourez en Elise Dewit, een koppel dat doodgeschoten werd toen ze aan het warenhuis kwamen tanken.”

“De arts was misschien moe of wat dan ook en noteerde in zijn verslag dat de twee slachtoffers getroffen werden door .22 kogels en afgemaakt in het hoofd met een 7.65 kaliber. Onderzoeksrechter Guy Wezel die daarbij was, haastte zich naar Michel cocu, verhoorde hem en Cocu bekende. Een maand later kwam de wetsdokter tot het besluit dat hij zich vergist had. Het was andersom, de mensen werden neergeschoten met een 7.65 kaliber en afgemaakt in het hoofd met de .22. Mijn cliënt bekende de fouten uit het dossier, en niemand die daar bij stil stond.”

“En zo kan ik doorgaan. Onderzoeksrechter Troch ging dreggen in het kanaal Brussel-Charleroi te Ronquières. Dat was al eens gebeurd, waarom deed Troch het dan over in zijn onderzoek naar de Bende-aanslagen in Aalst en Temse? Was het de eerste keer niet goed gebeurt, toen zijn collega uit Nijvel, Jean-Michel Schlicker, het had bevolen? Normaal gebeurt dreggen zo: je spant een touw over het kanaal, van de ene naar de andere oever, en schuift dat systematisch vooruit over het gebied dat je wil bestrijken, terwijl een kikvorsman heen en weer langs het touw loopt. Op die manier kun je onmogelijk een plekje overslaan. Er is niets gesofisticeerd aan. Waarom deed Freddy Troch het dan over? En waarom vond hij iets dat Schlicker niet gevonden had, namelijk twee interessante vuilniszakken? Werden die zakken er misschien ingegooid nadat Schlicker gezocht had? Een fundamentele vraag! Het antwoord zat misschien in die zakken. Maar we zullen het nooit te weten komen als we de vraag niet stellen.”

Jean-Paul Moerman

Jean-Paul Moerman

Het complot

“De nieuwe Bendecommissie zou dus kunnen beginnen met de vroegere verantwoordelijken van het Bende-dossier de juiste vragen te stellen. Want dat is nog nooit gebeurd. In het dossier zit namelijk een aantal mensen die zich zeer vreemd hebben gedragen. Waarom heeft de Nijvelse onderzoeksrechter Wezel gezegd dat hij bedrogen werd? Waarom heft BOB’er Daniel Choquet uit Bergen opeens een wapen te voorschijn gehaald, een Rüger die al maanden in zijn la lag, en het naar ballistisch expert Claude Dery in Brussel gebracht? Waarom heeft ballistisch expert Claude Dery een foute analyse van diezelfde Rüger gemaakt? Hoe zit het met de Nijvelse procureur des konings Jean Deprêtre, die zich in dit onderzoek ongeveer alles heeft gepermitteerd, zonder dat hij daarvoor ter verantwoording werd geroepen. Dat is één van de hamvragen. De man heeft zelfs een document uit een dossier verduisterd!”

“Toen de ballistische expertise van het Duitse gerechtelijke lab van het Bundeskriminalamt, aantoonde dat de Rüger-revolver van Michel Cocu niet bij een aantal Bende-overvallen was gebruikt, zoals Procureur Deprêtre volhield, werd Cocu toch opnieuw gearresteerd. Die Rüger was het enige feitelijke bewijsstuk dat Deprêtre tegen Cocu en co had. De raadkamer en de verdediging wisten niet dat het BKA-verslag bestond, Deprêtre had het gewoon achtergehouden.”

“De procureur was daar niet alleen verantwoordelijk voor. Hij werkte samen met de Nijvelse onderzoeksrechter Jean-Michel Schlicker. Ze wisten allebei van het bestaan van het document en ze zwegen allebei. Als twee mensen samen afspreken om te zwijgen, heet dat een complot. Het spijt me, maar een man als Deprêtre heeft het recht niet om magistraat te zijn. De gewezen minister van Justitie Melchior Wathelet had aangekondigd dat hij maatregelen zou treffen, maar Deprêtre is nog altijd procureur des konings te Nijvel.”

Een komen en gaan

“Ik wil natuurlijk ook weten wie er schuld aan is, dat het onderzoek naar de Bende abominabel slecht gevoerd is. Er heeft nooit een vast team op gewerkt, voortdurend werden andere politiemensen ingezet. Onderzoeksrechters kwamen en gingen. In Nijvel werd Guy Wezel meteen toen hij zich kandidaat stelde, tot magistraat bevorderd bij het Hof van Beroep. Hetzelfde gebeurde in Charleroi met onderzoeksrechter Jean-Claude Lacroix. Hoe kon het toch, dat de opeenvolgende verantwoordelijken van het dossier zelfs de basisregels van een gerechtelijk onderzoek niet hebben toegepast?”

“Als een verdachte iets bekent, is het eerste wat een politieman doet dat verifiëren. Michel Cocu zei: ‘Ik was de chauffeur van de gangsters bij de overval op de Colruyt in Nijvel.’ Na zo’n bekentenis zet je die man toch meteen in een auto en zeg je: ‘OK, beste vriend, rijden maar. Laat maar eens zien welke weg je hebt gevolgd.’ Dat is nooit gebeurd. Niemand heeft ooit de routes gereconstrueerd. Waarom niet? Wie de waarheid over de Bende van Nijvel wil weten, moet daarop doorgaan, maar dat doet niemand.”

De lijkschouwing

“De commissieleden en de hoogleraars kijken nu tegen een onverteerbaar dossier van honderdvijftigduizend bladzijden aan. De professoren zijn chirurgen die geen operatie moeten uitvoeren om de patiënt te redden, maar een lijkschouwing, want de patiënt is morsdood. Ik ben dus bang dat het dezelfde weg opgaat als met de eerste zogenaamde Bendecommissie. De commissieleden zullen weer zeggen: ‘Dit en dat is niet volgens het boekje gebeurd, dus moeten we die en die wet veranderen’. Dat hebben ze na de eerste Bendecommissie bijvoorbeeld gedaan met de wet op de voorlopige hechtenis. Toen was gebleken dat Michel Cocu bekend had omdat hij een nacht lang aan een radiator vastgeklonken was geweest met zijn broek omlaag en een papieren GB-zak over zijn hoofd, terwijl de ondervragers zijn tegen zijn kop sloegen.”

“‘Dat mag niet meer gebeuren’, besloot de Bendecommissie en dus werd een wet goedgekeurd die het nu verplicht maakt dat elke ondervraagde op het einde van zijn verhoor schriftelijk bevestigt dat het allemaal heel gezellig was, dat hij eten en drinken heeft gekregen en dat niemand hem bang heeft gemaakt. En dat het verhoor ook niet te lang heeft geduurd. Die wet, die ons een stukje democratie afpakt, hebben wij te danken aan de Bende van Nijvel.”

“Maar niemand in de Bendecommissie dacht er zelfs maar aan om even na te gaan wie de mensen waren die Cocu zo hadden behandeld en hem op die manier bekentenissen hadden afgedwongen. Met zo’n aanpak bewijs je het land de slechts mogelijke dienst. Je kunt op basis van het dossier van de Bende van Nijvel namelijk geen wetten maken die gelden voor nu, voor ‘vredestijd’, want de Bende van Nijvel, dat was oorlog.”

“Het gaat om zeer uitzonderlijke feiten, die kaderen in een heel speciaal tijdskader, de jaren tachtig. Toen had je de bomaanslagen van de CCC, de moorden van Westland New Post, de verdachte zelfmoord van Paul Latinus. Die gebeurtenissen hebben het land door elkaar geschud, en men concludeerde dat de Belgische wetten te kort waren geschoten, en dus werden er weer wetten bij gemaakt. Maar misschien was dat wel de bedoeling? Ik geloof niet in het grote complot, wel in complotten. Het motief van de Bende van Nijvel was politiek. Dat sluit niet uit dat er niet van de gelegenheid gebruik werd gemaakt om andere klussen op te knappen, en bijvoorbeeld getuigen op te ruimen.”

De grote winnaars

“Maar kijk maar eens goed rond. Er zijn niet alleen verliezers in dit dossier, er zijn ook winnaars. Iedereen die zijn macht heeft kunnen uitbouwen, onder meer dankzij de uitzonderingswetten waar ik het al over had, heeft baat gehad bij de Bende van Nijvel en de manier waarop het dossier werd verknoeid. De rijkswacht is er als een van de grote winnaars uitgekomen. Ik zeg niet dat zij de daders zijn. Maar de vroegere SP-minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback heeft de rijkswacht wel georganiseerd tot wat ze nu is, een oncontroleerbare machine.”

“Ik beweer niet dat Tobback daarbij slechte bedoelingen had. Ik zeg alleen dat je als politicus niet het recht hebt het Bende-trauma te misbruiken. En dat hebben Tobback en anderen gedaan, door de rijkswacht voortdurend te versterken. En tot wat dient het? Tot niets! We hebben een sterke, machtige rijkswacht, maar de hold-ups die nu worden gepleegd op geldtransporten in Waals-Brabant en in Brussel, zijn gewelddadiger dan ooit. Dus heb ik het recht me vragen te stellen.”

“Ik leef nog”

“Zelf ben ik nooit dicht bij de waarheid geweest. Dat blijkt, want ik leef nog. Ik ben dan ook niet op zoek naar de waarheid, want dat is mijn opdracht niet. Maar er zijn mensen die die plicht wel hebben. De mensen die lid zijn van de Bendecommissies.”