Slachter van Bergen

Drie jonge vrouwen verdwijnen kort na elkaar, maar voor politie zijn ze geen prioriteit: wie waren de slachtoffers van de ‘slachter van Bergen’?

De gerechtelijke politie van Bergen treurt in het voorjaar van 1996 om de dood van een jonge collega. Koelbloedig vermoord in het wachtlokaal, kogel in het hoofd. Drie verdwijningsdossiers, vrouwen die aan de rand van de maatschappij leven, worden mede door die omstandigheden amper bekeken. Pas een jaar later zal blijken dat ze, samen met nog twee andere vrouwen, vermoord en in stukken gesneden werden door een seriemoordenaar. “Als het doktersvrouwen waren geweest, hadden ze veel meer moeite gedaan om de dader te vinden.”

Officieel valt de naam ‘seriemoordenaar van Bergen’ pas in maart 1997, wanneer de eerste stoffelijke resten worden ontdekt. Maar eigenlijk begint het gruwelverhaal al een jaar eerder, in het voorjaar van 1996. Het jaar van de gruweldaden van Marc Dutroux, het jaar waarin de wereld zich terecht afvraagt wat er in dat kleine Belgenland toch allemaal aan de hand is.

Nog voor het horrorhuis van Dutroux in Marcinelle wordt ontdekt, verdwijnen in Bergen, bezuiden de taalgrens, drie vrouwen. Maar geen kat die daarvan wakker ligt. Want alle drie zijn ze aan lager wal geraakt. Drank, drugs en seks. Ze kennen elkaar niet persoonlijk, maar vertoeven alle drie wel vaak in de cafés en bars in de stationsbuurt van Bergen, zo zal later blijken.

Lingerie aan huis

Carmelina Russo (46) is de eerste die op een dag niet meer thuiskomt. We zijn dan begin 1996. Putje winter. De vrouw, een gescheiden moeder met twee kinderen, is demonstratrice in grootwarenhuizen. De ene dag prijst ze klanten chocolade aan, de andere keer keukenhanddoeken. Om wat bij te verdienen, maar ook om ’s avonds niet alleen thuis te zitten, verkoopt ze ook lingerie aan huis. Een soort van Tuperware-avonden, maar dan met strings, bh’s en andere niemendalletjes. Ook in de cafés aan het station van Bergen leurt ze met haar ondergoed. Mogelijk ontmoet ze daar haar latere moordenaar.

De dag van haar verdwijning gaat ze op bezoek bij haar zoon, die in de gevangenis zit. Nadien wordt ze nog gezien in een warenhuis nabij het appartementje waar ze woont. Daar stopt elk spoor. Omdat de vrouw al een tijdje zwaar depressief is en aan de pillen zit, gaat de politie uit van een zelfdoding. Een zoekactie komt er niet. Een opsporingsbericht wel, maar pas maanden later.

Het bekken van Russo, zo blijkt uit DNA-onderzoek, wordt enkele weken na haar verdwijning gevonden in het Franse Château-l’Abbaye. De rest van het lichaam ontbreekt. De moordsectie van de gerechtelijk politie van Bergen krijgt het dossier, maar het belandt op de stapel bij de andere onopgeloste zaken.

 

Rond de Nationale Feestdag in 1996, de exacte dag weet niemand, verdwijnt ook Martine Bohn (43) spoorloos. De jonge Française ontvlucht op jonge leeftijd haar geboortestad Angers. Om aan geld te komen werkt ze eerst in verschillende seksbars in Noord-Frankrijk, om uiteindelijk naar Bergen te verhuizen. Ze werkt hier in een bar waar ze vooral moet zorgen dat mannen zo veel mogelijk drank consumeren. Haar probleem is echter dat ze zelf te graag meedrinkt en hierdoor komt ze uiteindelijk in een afkickkliniek terecht. Meer dan eens zelfs, en uiteindelijk ook in de psychiatrie.

Zwaar verkeersongeval

In 1982, het gaat eindelijk beter met Bohn en ze heeft een vaste vriend, raakt ze betrokken bij een zwaar verkeersongeval. Ze wordt invalide verklaard en trekt in 1996, na jaren van procederen, 4 miljoen Belgische frank (100.000 euro) schadevergoeding van de verzekering. Lang kan ze daar niet van genieten. Want in de zomer van 1996 verdwijnt ze. En met haar al het geld.

De romp van Martine Bohn wordt een maand later opgevist uit de Hene, een zijrivier van de Schelde die bij Bergen passeert. Alhoewel zowel haar lichaam als dat van Russo op exact dezelfde manier zijn versneden of beter verzaagd, legt niemand een link tussen beide dossiers. Ook haar dossier komt op het stapeltje bij de moordsectie terecht. Een databank van ongeïdentificeerde lichamen of lichaamsdelen bestaat dan nog niet.

Een vriend van Bohn, met wie ze samengeleefd heeft, zal later verklaren: “Het waren toch maar marginale vrouwen, als het doktersvrouwen waren geweest, hadden ze veel meer moeite gedaan om de dader te vinden.”

Martine Bohn 

Martine Bohn  — ©  rr

Jonge moeder

Er wordt een opsporingsbericht verspreid waar nauwelijks reactie op komt en een aantal mensen uit haar vriendenkring worden verhoord. Dat is het.

Kort voor de feestdagen verdwijnt een derde vrouw:Jacqueline Leclercq (33). Ze gaat naar de beenhouwer en keert niet meer weer.

Jong getrouwd, jong moeder en nadien in het sukkelstraatje geraakt. Anderhalf jaar eerder is ze gescheiden van haar man Angelo wiens naam op haar arm getatoeëerd staat. Echtelijk geweld, ruzies over het hoederecht van haar vier kinderen en overmatig drankgebruik om al haar miserie te vergeten.

“De eenzaamheid viel haar zwaar. Te zwaar. Het verlies van het hoederecht van haar kinderen nog veel zwaarder. Ze raakte op de dool. Maar mijn zus heeft zich nooit geprostitueerd, zoals vaak gezegd en geschreven is”, zegt Georgette Leclercq.

“Gruwelijk vermoord”

Toch probeert ze haar leven weer op de rails te krijgen. Ze werkt als poetsvrouw bij het OCMW en volgt een cursus om haar administratie te kunnen doen. Na haar werk gaat ze vaak nog wat drinken. In één van de cafés aan het station van Bergen.

“Dat ze zo aan haar einde moest komen, vind ik nog altijd verschrikkelijk. Alsof ze al niet genoeg ellende had gekend in haar leven”, zegt haar zus.

“Mijn moeder was dement op het ogenblik dat mijn zus verdween. Ze heeft nooit beseft dat Jacqueline dood was. Gruwelijk vermoord nog wel. Bijna iedere dag vroeg ze me: ‘Georgette, waar is Jacqueline. Waarom komt ze niet meer thuis?’ Ik zei haar wel dat ze dood was. Maar het drong niet tot haar door. Achteraf gezien misschien nog een geluk.”

Net als de dossiers van Carmelina Russo en Martine Bohn wordt ook de verdwijning van Jacqueline Leclercq niet als ‘prioritair’ beschouwd. Op die manier laten politie en gerecht misschien de kans liggen om de dader te vatten. Want als de drie vermiste vrouwen geregeld de cafés rond het station bezochten, moet de dader daar ook klant zijn geweest. Maar op een grondig buurtonderzoek is het dan nog enkele maanden wachten.

En toen werden veertien vuilniszakken gevonden met stoffelijke resten van vrouwen: “Hij kickt erop”

 

Ons land bekomt nog altijd van de shock door de affaire Dutroux als de wereldpers opnieuw neerstrijkt ten zuiden van de taalgrens. In Bergen worden in het voorjaar van 1997 veertien vuilniszakken gevonden met afgesneden lichaamsdelen. En er verdwijnen opnieuw twee vrouwen, wat het totaal al op vijf brengt. Voor het eerst valt de naam ‘seriemoordenaar van Bergen’. “Hij kickt er duidelijk op om iedereen uit te dagen en bang te maken”, zegt de procureur van Bergen.

De verdwijningsdossiers van Carmelina Russo, Martine Bohn en Jacqueline Leclercq liggen ergens op een hoek van een bureau bij de gerechtelijke politie van Bergen. Er zijn opsporingsberichten verspreid van de drie vrouwen, maar die leveren nauwelijks bruikbare informatie op. Niemand schijnt hen ook echt te missen. En in de media wordt er nauwelijks aandacht aan hen besteed. Na de zaak Dutroux heeft iedereen er wat genoeg van.

Maar dat verandert op de tweede dag van de lente in 1997. Politieman te paard Olivier Motte patrouilleert die zaterdagmiddag langs de rue Emile Vandevelde in Cuesmes (Bergen) als hij vanop zijn paard donkergrijze vuilniszakken ziet staan langs de kant van de weg. “Weer sluikstorters”, denkt hij. Toch is hij niet van plan om af te stappen, hij zal de stadsdiensten verwittigen dat ze alles moeten opruimen. Maar dan, als hij dichterbij komt, ziet hij dat er uit een van de zakken een hand steekt. Een weggegooide paspop van een winkel, denkt hij eerst nog. Maar dan ziet hij dat er ook bloed op zit.

Sadist

Nadat hij versterking heeft opgeroepen via zijn radio, probeert Motte voorzichtig te kijken wat er in de andere zakken zit en doet een gruwelijke ontdekking: stukken van armen, benen, een dijbeen. Maar geen hoofd. En geen handen. Toch niet op het eerst zicht. En, om het in politietermen te zeggen, ze zijn nog vers. Anders zou hij het wel ruiken. De zakken kunnen er nog niet zo lang geleden gedumpt zijn. In de buurt staat geen enkel huis, het zou moeten lukken dat iemand iets gezien heeft.

Ook de jonge speurders die die dag wachtdienst hebben, zijn nooit eerder geconfronteerd geweest met zo’n gruwel. “Hier was een sadist aan het werk geweest die zo snel mogelijk gepakt moest worden”, zegt een van de onderzoekers later aan de media.

Meerdere lichamen

De dader wil het de politie duidelijk niet gemakkelijk maken om de lichamen te identificeren. Want volgens de wetsdokter is het meteen duidelijk, het gaat hier om delen van verschillende lichamen. Op een arm is zelfs een tatoeage onleesbaar gemaakt.

En er valt hem nog iets op. De zakken zijn allemaal op dezelfde manier geknoopt, als een soort van handtekening die de dader heeft achtergelaten. Dat doen seriemoordenaars wel vaker. Ofwel laten ze iets achter bij hun slachtoffers, ofwel kiezen ze hun slachtoffers in functie van een bepaalde gebeurtenis in hun leven. Een van de meest beruchte seriemoordenaars die de Verenigde Staten in de twintigste eeuw heeft gekend was Ted Bundy. Bundy bekende meer dan twintig moorden, maar er wordt geschat dat hij wel rond de honderd slachtoffers gemaakt heeft in diverse Amerikaanse staten in vijf jaar tijd. Er wordt vermoed dat hij enkel slachtoffers koos die enige gelijkenis vertoonden met Stephanie Brooks, het vriendinnetje die hem de bons had gegeven.

Gemeente Knokke-Heist

Op een van de zakken staat ‘gemeente Knokke’, het enige aanknopingspunt voorlopig. Het blijkt echter om een exemplaar te gaan dat uit een lot oude zakken komt die in een uitverkoop zijn verkocht.

Ons land heeft nog geen jaar tevoren een slechte beurt gemaakt met de zaak Dutroux, een nieuw groot schandaal kunnen we ons niet veroorloven. De ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie komen naar Bergen en maken geld vrij voor een speciale politiecel die de moorden moet onderzoeken: de cel Corpus. Een mix van ervaren flikken, maar ook van speurders die bij wijze van spreken nog nooit een lijk hebben gezien.

Zoals de onderzoekers al een beetje vreesden, worden in de dagen en weken die volgen nog meer zakken gevonden. Op zorgvuldig uitgekozen plekken zoals de rivier de Haine (haat), naast de Chemin de l’Inquiétude (ongerustheidsweg) en op het kruispunt van de Rue du Dépôt (stortplaats), de Rue du Jambe (been) en aan de Quai des Otages (vrij vertaald: de gijzelaarskaai).

Vierde slachtoffer

In de ‘snijkamer’ van de anatoom-patholoog ligt een groot zeil op de grond waarop alle tot nu toe gevonden stukken letterlijk uitgestald liggen. Om te zien welke stukken bij elkaar passen en tot identificatie kunnen leiden, krijgt elk lichaamsdeel een nummer. Voorlopig is men zeker dat ze van drie verschillende lichamen komen.

Een paar dagen later wordt een nieuwe zak gevonden met een vrouwenromp, waarvan het hoofd met een handvaste incisie ter hoogte van de ribbenkast is afgesneden. Paniek: de romp hoort niet bij de tot nu toe gevonden lichaamsdelen. Er is dus een vierde slachtoffer.

“Paniek is niet nodig. Maar we raden vrouwen toch aan om voorzichtig te zijn”, zegt procureur Didier Van Reusel van Bergen op een persconferentie.

De laatst gevonden romp weegt 40 kilo en behoort toe aan een ‘zwaarlijvige’ vrouw. En er worden ook spermasporen gevonden. Dat geeft speurders een beetje hoop om de zaak snel op te lossen. Valse hoop, zo blijkt.

Op 22 april kan procureur Van Reusel eindelijk een eerste succesje melden: de onderzoekers hebben een van de slachtoffers kunnen identificeren als Nathalie Godart (21). Ze is vreemd genoeg niet eens officieel als vermist opgegeven door haar familie. Meer zelfs, als de politie haar ouders gaat verwittigen dat hun dochter dood is, weten die zelfs niet dat ze al een tijdje verdwenen is.

Slachtoffers Carmelina Russo, Martien Bohn, Jacqueline Leclercq, Nathalie Godart en Begonia Valencia. 

Slachtoffers Carmelina Russo, Martien Bohn, Jacqueline Leclercq, Nathalie Godart en Begonia Valencia.

Seks in toiletten van cafés

Na haar echtscheiding is Godart aan lager wal geraakt, zo blijkt. Haar kindje is geplaatst door de jeugdrechter. Zelf kan ze er niet voor zorgen en wie de papa is weet ze niet. Ze leeft van een uitkering en van wat ze verdient door voor omgerekend 5 tot 10 euro met mannen seks te hebben in de toiletten van… de cafés aan het station van Bergen. In veel etablissementen daar was ze al een tijdje niet meer welkom, zo krijgt de politie te horen.

Totale paniek breekt uit als er een vijfde slachtoffer wordt gevonden. En het gaat dit keer om een tienermeisje. Dat is toch wat de wetsdokter denkt op basis van een eerste uitwendige lijkschouwing op de gevonden ledematen. Het slachtoffer kan snel geïdentificeerd worden. Het gaat niet om een tiener, zo blijkt, maar om een 38-jarige vrouw: Begonia Valencia.Gehuwd, gescheiden, moeder van een dochter en zwaar depressief. Van haar verdwijning heeft haar familie wel aangifte gedaan.

Zwarte zweren

De reden voor de verwarring dat het mogelijk om een tiener zou gaan, wordt snel duidelijk. Valencia lijdt aan schizofrenie en is pas uit een psychiatrische instelling, vlak bij het station van Bergen, ontslagen wanneer ze spoorloos verdwijnt. Ze is zwaar verslaafd aan drank en pillen en weegt nog amper 30 kilogram. Het laatste beeld dat haar intussen 40-jarige dochter zich altijd zal herinneren van haar mama, zegt ze, is hoe ze haar op handen en voeten zag kruipen. Omdat ze de kracht niet meer had om rechtop te staan. Haar lichaam staat ook vol zwarte zweren, zo is te zien op het opsporingsbericht dat van haar wordt verspreid.

Voor de dader moet ze alleszins een gemakkelijk slachtoffer zijn geweest. Voor wat drank, geld en pillen ging ze met iedereen mee. En om zich te verweren had ze de kracht niet meer.

Begonia Valencia en haar ex-man. De vrouw was op het einde nog een schim van zichzelf 

Begonia Valencia en haar ex-man. De vrouw was op het einde nog een schim van zichzelf

Handzaag

Andermaal moeten de speurders vaststellen hoe planmatig de dader te werk gaat. Nooit twee lichaamsdelen van hetzelfde slachtoffer in een vuilniszak. Ze houden er rekening mee dat hij zijn slachtoffers eerst een tijdje in huis houdt. Opgesloten. Of dood in de diepvriezer. Wel zeker is dat niet alle lichamen even ‘vakkundig’ zijn versneden, zoals in het begin wordt gezegd. “Met een chirurgische precisie versneden”, zo luidde het aanvankelijk. Maar minstens twee slachtoffers zijn wellicht met een gewone handzaag of een elektrische zaag in stukken gedaan.

Dertig mensen werken fulltime op het dossier. Maar het enige succes, al is dat wellicht niet hun eigen verdienste, is dat de bloeddorst van de dader blijkbaar gestopt is na het vijfde slachtoffer.

De hoogste magistraat bij het parket van Bergen, intussen met pensioen, dringt bij de onderzoekers aan op resultaten. De dader moet zo snel mogelijk worden gepakt. Om de bevolking gerust te stellen. Maar vooral ook om de ministers te sussen. Want die vinden dat ons land al genoeg gezichtsverlies heeft geleden met de zaak Dutroux. En die resultaten komen er snel.

Waarom werd de bloeddorst van de seriemoordenaar van Bergen na vijf moorden plots gestild?

De FBI stuurde zelfs experts naar ons land. 

De FBI stuurde zelfs experts naar ons land.

Het dossier Corpus is geen schoolvoorbeeld van hoe een moordonderzoek gevoerd moet worden. Veel sporen gaan verloren en buurtonderzoek gebeurt te laat en te oppervlakkig. Zelfs de wetsdokter gaat lelijk in de fout. Toch zijn de speurders en vooral het parket van Bergen trots als ze kort na de identificatie van slachtoffer Nathalie Godart (21) een eerst arrestatie kunnen aankondigen.

Eerst even een stap vooruit in de tijd. Op 27 april 1998 in de vroege ochtend strijken aan een boomgaard aan de chemin de Bethléem in Hyon (deelgemeente van Bergen) kranen en vrachtwagens van de civiele bescherming neer. Ook leden van de cel Corpus zijn aanwezig.

Op de plek waar spelende kinderen een jaar eerder een stuk schedel en tanden vonden, wordt de grond laagje per laagje afgegraven. Vreemd. In zijn rapport schrijft de wetsdokter een jaar eerder nog dat de vondst daar zeker niets te maken heeft met de seriemoordenaar van Bergen. Want de gevonden botten moeten er al tientallen jaren gelegen hebben.

Vergissing

Waarom er dan toch weer wordt gegraven, komt pas een maand later en na aandringen van de media boven. “De schedel die in Hyon werd gevonden, is van Begonia Valencia, de vrouw uit Frameries, bij Bergen, die op 3 juli 1997 voor het laatst is gezien. Zij is het vijfde slachtoffer van de beruchte seriemoordenaar”, geeft de procureur toe. Andere lichaamsdelen van haar werden eerder gevonden in vuilniszakken.

De wetsdokter heeft zich dus schromelijk vergist, maar dat zegt het parket uiteraard niet letterlijk. Maar het is wel tekenend voor het ganse onderzoek. Een aantal speurders is met tegenzin op het dossier gezet. Anderen hebben de dood van een jonge collega nog niet verwerkt, en zagen hun baas in de cel vliegen. Simon Poncelet, de zoon van de gewezen procureur des konings van Dinant, is bij het begin van het onderzoek namelijk doodgeschoten in het wachtlokaal van de gerechtelijke politie van Bergen. Hun baas werd opgepakt als verdachte.

De hoogste magistraten in Bergen dringen aan op snelle resultaten. De dader moet zo snel mogelijk van de straat worden geplukt. En die resultaten komen er.

Veertiger die de streek goed kent

Met de schaarse aanwijzingen die er zijn, heeft een FBI-profiler intussen een profiel van de dader opgesteld. En daarin staat duidelijk dat hij geen slager of chirurg is, zoals eerst werd gedacht. Daarvoor is het snijwerk niet professioneel genoeg. Op een van de gevonden dijbenen heeft de dader op drie verschillende plaatsen moeten zagen voor hij de juiste plaats vond. Hij is vermoedelijk rond de veertig jaar, woont ruim en alleen zodat hij ongestoord zijn gang kan gaan. Hij heeft een auto en hij kent de streek goed, staat er. Geen grote hulp voor de speurders, want in elk dorp wonen wel tientallen mannen die in dat profiel passen.

Kort nadat Nathalie Godart wordt geïdentificeerd, cirkelt er een politiehelikopter boven het zigeunerkamp van Jemeppe-sur-Sambre en arresteren leden van de speciale eenheden er met veel machtsvertoon Leopold B. (33). Hij is het laatste vriendje geweest van Godart en op zijn kledij zaten bloedvlekken. Van een vechtpartij enkele dagen eerder, beweert hij. Hij heeft een witte bestelwagen waarmee hij de vuilniszakken gemakkelijk kon vervoeren. En hij kent de streek goed. Maar vooral, hij heeft kledij van Godart verbrand nadat ze al verdween was. Maar als hij de dader is, heeft hij de lichamen zeker niet in zijn kleine caravan vermoord. Zelfs geen klein vlekje bloed wordt er gevonden.

Leopold B. 

Leopold B.

Terwijl de bevolking van Bergen opgelucht ademhaalt, leggen speurders de zigeuner zwaar op de rooster om bekentenissen af te dwingen. Maar uiteindelijk moeten ze hem toch laten gaan. Leopold B. is gekraakt en boos, zegt hij wanneer zijn oom hem aan de gevangenispoort komt halen.

Nieuwe moorden blijven gelukkig uit. De verdachte is gestopt met zijn macabere spelletjes, verhuisd of zelf overleden, menen de speurders, die zo’n 500 tips krijgen. Vooral van fantasten en amateurspeurneuzen. Of van mensen die duidelijk willen afrekenen met iemand.

Stalking

Zo krijgen ze twee brieven van de familie van Jacques A., een neus-keel-oorarts uit de streek. Hij wordt door zijn eigen zoon beschuldigd van de vuilniszakkenmoorden. “Hij heeft het zelf toegegeven”, verklaart zijn zoon in de kantoren van de gerechtelijke politie. Maar de jongeman heeft, zo blijkt, problemen in zijn hoofd. En dat heeft hij blijkbaar van geen vreemden. Want dokter A. zit op dat moment al in de cel voor geweldpleging en stalking op een jonge schoonheidsspecialiste die hij overlaadt met geschenken. Bloemen, pralines, een vibrator… Hij heeft haar ook fysiek aangevallen. Maar dat maakt van hem nog geen seriemoordenaar, natuurlijk.

Een Vlaamse pornograaf en een Waalse dichter zijn de volgende verdachten op het lijstje. “Maar het is toch niet omdat ik morbide verhalen schrijf, waarbij vrouwen in repen worden gesneden, dat ik ook in het echt vrouwen in stukken snijd”, zegt Alain D.

FBI tipt Belgisch gerecht

Als het Amerikaanse FBI de cel Corpus op een dag tipt, gaan alle toeters en bellen af in Bergen. Ene Smailj Tulja, een man met verschillende aliassen, zou weleens de man kunnen zijn die de Belgen zoeken. Tulja vermoordde eind jaren ‘80 in Brooklyn zijn vriendin, de 61-jarige rijke weduwe Mary Beal. Hij snijdt het lichaam in stukken, verstopt delen onder de plankenvloer van haar woning en dumpt de rest in vuilniszakken. Om dan haar rekeningen leeg te halen en spoorloos te verdwijnen.

 

De 67-jarige Montenegrijn vlucht nadien, zo weten de Amerikaanse speurders, naar ons land en vestigt zich hier onder een valse naam in de streek van Bergen. Precies in de periode dat de seriedoder van Bergen er actief is.

De man wordt nadien op vraag van de VS uitgeleverd door Montenegro, waar hij wordt opgepakt. Maar een rogatoire commissie van Belgische speurders wordt op het laatste nippertje afgebroken als blijkt dat de man toch niet in ons land zou geweest zijn en er ook geen enkel ander aanknopingspunt wordt gevonden.

Monster van het Waasland

Nadien valt het onderzoek stil en wordt de cel Corpus beetje bij beetje ontmanteld. De seriedoder van Bergen is vandaag voor veel (vooral oudere) inwoners enkel nog een vage herinnering. De meeste jongeren kennen het verhaal zelfs niet, zo blijkt uit een rondvraag in de buurt van de Grote Markt van Bergen.

Een van de hypotheses die de jongste jaren nog opdoken, is dat de ‘slachter van Bergen’ een en dezelfde persoon is als het ‘monster van het Waasland’. Claudy Pierret zit momenteel in de cel voor de moord op twee vrouwen, waaronder zijn postbode. Van een van zijn slachtoffers werden versneden ledematen teruggevonden in een zak. Pierret heeft zijn betrokkenheid bij de vuilniszakmoorden in Bergen altijd met klem ontkend. Net zoals hij altijd heeft volgehouden niets te maken te hebben met de moord op Sally Van Hecke, ook in 1996, op Linkeroever in Antwerpen.

Of de ‘slachter’ van Bergen vandaag nog leeft, dat weet niemand. Ook waarom hij in 1997 na zijn vijfde moord plots stopte en enkel aan lager wal geraakte vrouwen viseerde, zal wellicht altijd een raadsel blijven. Tenzij iemand na al die jaren toch nog zijn mond voorbijpraat, en de koudste cold case van België zo toch nog wordt opgelost. Er is nog even tijd, want pas in 2027 verjaart het dossier definitief.