Onderzoek

Het einde van de Borinage-piste

Het stagnerende onderzoek

Na de bloedige overval in Anderlues verstrijken de weken en de resultaten laten te wensen over. Michel Cocu als schuldige? Men probeert er nog in te geloven maar de twijfel begint te knagen als een worm in een te rijpe vrucht. Bepaalde leden van de gerechtelijke politie, van de rijkswacht en zelfs van de Staatsveiligheid, staan nogal kritisch tegenover het gevoerde onderzoek. Volgens hen had men niet alleen in termen van gewoon banditisme moeten denken, maar ook de mogelijke politieke, terroristische dimensie van de zaak moeten onderzoeken. Op het parket van Nijvel blijft Jean Deprêtre toch bij zijn standpunt dat de slachtpartijen op rekening moeten geschreven worden van ‘rovers’. Dat men niet verder moet gaan zoeken en dat hij niet aan het hoofd staat van het arrondissement van Nijvel om sciene-fiction romans te schrijven.

Michel Cocu, Jean-Claude Estiévenart, Adriano Vittorio en Michel Baudet daarentegen, vinden wel de tijd om te schrijven. Ze slagen erin brieven aan kranten buiten te smokkelen, waarin ze zogenaamde gestapo-methodes aanklagen, die zouden gebruikt zijn om hen te verplichten de uit de lucht gegrepen bekentenissen te ondertekenen. Na een jaar preventieve hechtenis had men mogen verwachten dat de onderzoekers iets meer zouden te weten gekomen zijn over deze ‘filière boraine’ en over de twaalf moorden die op veertien maanden tijd gepleegd waren, voor een buit die niet eens vijf miljoen bereikt. Op een jaar tijd is de politie verplicht geweest Richard Brouette in vrijheid te stellen.

Deze begrafenisondernemer werd in juni 1984 aangehouden omdat hij een tijdje de fameuze Sturm Ruger van Michel Cocu, die vroeger in zijn begrafenisonderneming had gewerkt, in bewaring heeft gehad. Ook Robert Becker, alias Baloo, de schroothandelaar die verdacht werd van de overval in Anderlues, heeft men moeten vrijlaten. De weken verstrijken, de ‘filière boraine’ krimpt in. Het onderzoek stagneert. Het moreel van de onderzoekers is danig verkleind. Men krijgt Michel Cocu niet meer aan de praat. Adriano Vittorio slaat niet door, ondanks alle trucjes die men in Nijvel gebruikt, bijvoorbeeld door een verklikker bij hem op te sluiten met de opdracht Cocu voortdurend te bespieden en eventuele vertrouwelijkheden te brieven. Ten einde raad geven de onderzoekers het ondervragen op.

Vittorio, Cocu en Baudet vrezen gedurende verscheidene weken dat men ze op het justitiepaleis van Nijvel uit het oog heeft verloren. De Procureur des Konings, een oude rot in het vak die de dertien dozen waaruit het dossier op dat moment bestaat van buiten kent, weet maar al te goed dat zijn werk voor een assisenhof weinig gewicht in de weegschaal zal leggen. Met uitzondering van de bekentenissen, berust de hele constructie nog steeds op het wapen van Michel Cocu, een wapen dat de rijkswacht sedert 20 mei 1983 in haar bezit heeft en dat aan nieuwe expertises wordt onderworpen. Eind 1983 beweert een eerste groep experts dat de Sturm Ruger ongetwijfeld gebruikt werd in Genval en in Halle.

Tot dusver geen gewetensproblemen voor de aanhangers van de ‘filière boraine’… Maar in november 1984 wordt het wapen toevertrouwd aan een tweede groep, samengesteld uit drie experts die uiteindelijk uit elkaar gaan zonder het eens geworden te zijn. In januari 1986 verklaard een expert van de Fabrique National dat het onmogelijk is iets te zeggen over Genval, maar dat het wapen zeer waarschijnlijk in Halle werd gebruikt. Drie maanden later komen de Franse diensten van de gerechtelijke identiteit tot gelijkaardige conclusies, maar ze houden daarbij geen rekening met een gegeven dat hun complete rapport invalideert …

Adriano Vittorio spreekt

Einde 1983 arresteerde de politie verschillende personen die verdacht werden van lidmaatschap van de Bende van Nijvel, de Borains. Begin 1985 zit niemand van hen nog gevangen bij gebrek aan bewijs. Een van hen heet Adriano Vittorio, Fransman en gewezen lid van het SAC, een extreem-rechtse groepering in Frankrijk. Op 22 mei 1985, drie dagen na zijn vrijlating, verklaarde hij aan een journalist van de krant La Dernière Heure: “U kent mijn politieke opvattingen. Wel, ik zal u eens iets vertellen. Men zegt dat de CCC van oorsprong extreem-links zijn. Dat is fout. Het zijn rechtse extremisten die in de strategie van de spanning hun eerste vuurproef hebben doorstaan onder de dekmantel van de Bende van Nijvel.”

Verklaringen onder dwang

Naast de andere leden van de ‘Borains’ heeft ook Vittorio beweerd dat hij er uiteindelijk soms toe kwam om om het even wat te ondertekenen, hopend dat zijn verklaringen later gemakkelijk zouden kunnen weerlegd worden. Op 23 maart 1987, in de rijkswachtkazerne van Jumet, wilden de leden van de speciale cel er het fijne van weten en vroegen ze Michel Baudet welke dwang er op hem was uitgeoefend bij het in Nijvel verricht vooronderzoek. Baudet heeft hierop geantwoord dat hij getergd was geworden door de rechercheurs, dat hij bij de gerechtelijke politie van Charleroi slaag gekregen had, dat hij bij de BOB van Bergen in de rats heeft gezeten en dat hem men heeft beloofd dat hij minder zwaar zou gestraft worden dan de andere als hij zich een beetje gewilliger toonde dan Cocu en Vittorio.

De onderzoekers hebben Baudet dan gevraagd uit te leggen wat hij bedoelde met het door hem gebruikt woord ‘getergd’. Hierop heeft Michel Baudet geantwoord dat hij aan zeer lange verhoren werd onderworpen en dat hij bij de gerechtelijke politie in Charleroi ondervraagd werd met een Delhaize-zak over zijn hoofd. Dat ze hem geslagen hadden en dat op zekere dag zijn gebit in tweeën gebroken werd tengevolge van een vuistslag op zijn kaak. Als hij in het kabinet van onderzoeksrechter Guy Wezel, die niemand als een beul zou durven voorstellen, bekentenissen heeft afgelegd, dan kwam dat omdat de magistraat handig op dit ‘vooroordeel’ had ingespeeld, aldus Baudet.