Onderzoek

De opgravingen in Elouges

Inleiding

Brengen een paar menselijke botjes de Belgische justitie een kwarteeuw na datum dan toch nog op het spoor van de Bende van Nijvel? De Bende, dat wordt wel eens vergeten, moet ergens in de Frans-Belgische grensstreek een geheime garage hebben gehad waar ze gestolen wagens vakkundig transformeerden in moord-o-bielen. Pottenkijkers werden daar absoluut niet geduld. Het vergeten verhaal van Jean-Paul Ilegems. Ze noemden hem Tonton Zébule.

Weinigen wisten hoe hij aan die naam was gekomen, laat staan dat hij geboren was als Jean-Paul Ilegems. Hij was een lollige vent, altijd onderweg. Hij was de man die in het Henegouwse Boussu, een gemeente met 20.000 inwoners, elke nacht het laatste café sloot. Hij woonde in een caravan te midden van autowrakken op het terrein van de lokale begrafenisondernemer-schroothandelaar Richard Brouette.

Het lijk bengelde op 9 juni 1983 aan een touw dat was vastgemaakt aan een betonnen dwarsbalk naast de caravan. Aan cafétogen in Boussu werd gezegd dat Tonton vast ook wel zijn problemen zal hebben gehad. Iemand meende te weten dat het lijk in zittende houding was gevonden, wat bij zelfmoord door verhanging op zijn minst een rare positie mag worden genoemd. Maar Tonton Zébule vermoord? Allez, kom zeg.

De roof van een Saab Turbo

Onlangs betoogde hoogleraar gerechtelijke geneeskunde Wim Van de Voorde van het Universitair Ziekenhuis van Leuven in De Morgen dat in België één op de twee moorden niet eens wordt opgemerkt. Die op Jean-Claude Ilegems lijkt er zo een te zijn geweest. Toen zijn lijk op 13 juni 1984 werd opgegraven, bracht een nieuwe autopsie diverse sporen van geweld aan het licht. Het leek er sterk op dat hij dood was geschopt. De naam Jean-Claude Ilegems komt niet voor op de lijst van 28 slachtoffers van de Bende van Nijvel.

Maar de officiële statistieken verbergt wel meer leed. Eigenlijk horen we te spreken over 28 vermoorde mensen en één hond. De hond, een Duitse herder, vertegenwoordige destijds in zijn eentje het integrale veiligheidssysteem in de garage van Saabdealer Michel Jadot aan de Steenweg op Ohain in Eigenbrakel. Toen ook op de hond een autopsie werd verricht, weerklonk elf keer het geluid van een kogel in het metalen schaaltje. Dat zei iets over het kranige gedrag van de hond, maar ook over de agressie van de Bende.

De Bende wist precies wat ze hebben moest toen ze in de nacht van 7 op 8 juni 1983 via een dakraam garage Jadot binnendrong: een Saab 900 Turbo, met een achtkleppenmotor (145 pk). Het was het pronkstuk in de showroom, er moesten een paar andere auto’s worden verplaatst voor de Bende ermee kon wegrijden. Het moest die wagen zijn, geen andere. De boeven hadden er plannen mee.

Gangsterbende zijnde, ging die uit Nijvel op een zeer atypische manier om met auto’s. Elke gangster weet: gestolen auto’s, dikke shit. De politie heeft een neus voor gestolen auto’s. Voor je het weet, zit zo’n wagen vol vingerafdrukken en hij laat ook nog eens bandensporen na. Elke gangster weet: je steelt de auto zo kort als mogelijk voor de overval en daarna dump je hem zo snel als je kunt.

Een van de eerste Bendeovervallen viseerde een Volkswagengarage in Lembeek. De bende stal er een krachtige VW Santana. Die werd vier maanden later gebruikt bij de spectaculaire roof bij wapenhandelaar Daniël Dekaise in Waver, op 30 september 1982. De Bende schoot die dag zonder pardon een politieman dood. Toen het uitgebrande wrak van de Santana na de overval werd teruggevonden aan de rand van het Zoniënwoud, deed de politie een paar intrigerende vaststellingen. Er was gesleuteld aan de motor, het vermogen was opgevoerd. Niet alleen het chassisnummer van de auto was weggevijld, dat was ook gebeurd met het serienummer van de motor. Ergens in de wereld moet er een plek zijn geweest waar meer dan vier maanden lang een gestolen auto werd verborgen en uitgerust voor een moordexpeditie.

De opgravingen in Elouges.
De opgravingen in Elouges.

Pralines, koffie, olie, …

De Bende zal in de jaren die volgen opnieuw zo te werk gaan, met een Peugeot 504, met diverse Golf GTI’s, … Telkens weer ging het om gestolen auto’s die weken of maanden lang van de aardbodem verdwenen en plots opdoken als tot in de perfectie getransformeerde moordmachines. En nooit, 27 jaar lang en tot vandaag, zou er iemand opstaan om te zeggen: “Ik was daarbij, ik heb dat gezien.” Toen de Bende van Nijvel met de in Eigenbrakel gestolen Saab aan het knutselen sloeg, gebeurde dat met het oog op twee overvallen die alle vorige acties in de schaduw zouden plaatsen.

Op 10 september 1983 reed de Bende ermee naar Temse. Ze ging bij zeilmakerij Wittock-Van Landghem in Temse aan de haal met zeven kogelvrije vesten. De kevlarvesten waren in het grootste geheim ontwikkeld voor de rijkswacht, nooit is duidelijk geworden hoe de Bende het bestaan ervan kon achterhalen. Bij de raid werd de nachtwaker Jozef Broeders net zo driest en genadeloos geëxecuteerd als de Duitse herder, drie maanden eerder.

Een week later was het weer van dat. Tot 17 september 1983 besteedde de Nederlandstalige pers amper aandacht aan de Bende van Nijvel. De naam, de mythe ontstond die nacht, in Nijvel, na wat eigenlijk begon als een zeer knullige, nachtelijke overval op de lokale Colruyt. De daders gingen met snijbranders een poort te lijf. Hun buit: wat pralines, een paar pakken koffie, sterke drank en enkele blikken olie. Terwille van die niet bepaald fabelachtige schat werden drie mensen vermoord: het koppel Jacques Fourez en Elise Dewit, dat net op dat moment wilde tanken aan de Colruyt, en rijkswachter Marcel Morue.

Deze bende schoot niet om te stelen, ze schoot om te doden. Toen de Saab Turbo de volgende ochtend werd teruggevonden aan de kasseiweg nabij de Leeuw van Waterloo bleek dat de motor zo hard was opgefokt dat de wagen 270 kilometer per uur kon halen. Sinds de diefstal in Eigenbrakel, drie maanden eerder, was er 1.500 kilometer bij gekomen op de teller. Opnieuw werd ergens op een geheime plek gesleuteld aan de auto. Door mensen die vrij precies wisten wat de moorddadige plannen waren.

De Saab stond in Boussu

Het parket van Nijvel had in 1984 al een vrij helder idee over waar de Saab drie maanden lang verborgen was gehouden. Via tips, verificaties en -zelfs – bekentenissen van leden van de zogeheten Bende van de Borinage kon met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden besloten dat de auto was gestald op het terrein van Richard Brouette in Boussu. In een hoek, in een loods, verborgen onder wit plastic, zoals de politiecommissaris van Boussu vele maanden later onomstotelijk zou kunnen aantonen. Brouette, begrafenisondernemer, was in die tijd druk doende te diversifiëren. Hij had een eigen bouwbedrijfje, en hij had personeel.

Jean-Claude Ilegems werkte voor hem, maar ook Michel Baudet en Michel Cocu, een ex-politieman uit Boussu. Zij waren de kopstukken van de Bende van de Borinage. Was de Bende van Nijvel dan de Bende van de Borinage? Talloze boeken zijn erover geschreven, de magistraten uit Nijvel werden twee keer ter verantwoording geroepen voor een parlementaire commissie.

En niemand die het weet. Cocu, Baudet, Vittorio en de rest van de Borains werden eind de jaren tachtig voor het assisenhof van Bergen geleid en werden in een mum van tijd over de hele lijn vrijgesproken. Procureur Jean Deprêtre had essentieel ballistisch bewijsmateriaal dat de Bende ontlastte, achtergehouden. Maar de officiële aanklacht tegen het schorremorrie uit de Borinage was ruimer dan alleen één ballistisch rapport.

Dat het Cocu en zijn mannen waren die aan de Colruyt in Nijvel met hun snijbrander bezig waren, dat was in de ogen van toenmalige speurders niet eens een punt van discussie. Waren het ook zij die het vuur openden op het koppel en op de politie? Mysterie. Maar ze waren wel daar, Nijvel had op dat punt de bewijsvoering zo goed als rond. Idem voor de Saab. Richard Brouette zat een jaar lang in voorhechtenis, verstrikt in leugens over zijn loods, zijn wapens, zijn tijdgebruik en zijn contacten met Cocu en Baudet.

Voor één keer leek de Bende van Nijvel pech te hebben. In de loods van Brouette waren in de zomer van 1983 een paar kinderen komen spelen, en die hadden hem daar zien staan, onder een groot wit plastic zeil: een fonkelnieuwe sportwagen. Saab 900 Turbo, achtkleppenmotor, 145 pk. “Waw”, zei een jongetje van veertien toen. Een van die jongens was Alain Capron, de zoon van de politiecommissaris van Boussu. Hij had zelfs de nummerplaat onthouden, SX 676.

Bepaalde gelijkenissen

Richard Brouette zou zelfs nooit voor de rechtbank moeten verschijnen, iets wat door journalisten Paul Ponsaers en Gilbert Dupont in hun boek De Bende als “ongelofelijk” werd bestempeld. In die dagen kampte het gerecht in Nijvel met een fenomenaal personeelstekort, en zo glipte Brouette doodleuk door de mazen van het net. Medio 1984 kwam hij al weer vrij. Die kleine bizarre toevalligheid werd helemaal vergeten. De Saab werd gestolen op 8 juni 1983. Eén dag later werd Jean-Claude Ilegems “gezelfmoord”. Was hij een vervelende getuige? De Bende stopte niet na de arrestatie van Cocu, Baudet, Vittorio en co.

Er volgde een tweede golf, met nog bloediger aanslagen in 1985. Tegen die tijd moest de Bende wel op zoek naar een andere geheime garage. Aan Richard Brouette valt niets meer te vragen. Hij overleed begin de jaren negentig. Volgens een familielid “zou het kunnen” dat hij Daniël Blanchard, de eigenaar van het terrein aan de rue du commerce 345 in Elouges, “nog gekend heeft”. Brouette en Blanchard waren actief in dezelfde branche, verhandelden tweedehandsauto’s en woonden op 5,1 kilometer van elkaar. En er was nog een gelijkenis, weten we nu. Op beide terreinen werden lijken gevonden, het ene weliswaar iets sneller dan het andere.


Bron » De Morgen | Douglas De Coninck | Januari 2009