Het onderzoek naar Lionel Ruth
De ellende van Nijvel
Na een kwarteeuw onderzoek naar de doodseskaders van Waals-Brabant is er eindelijk iets als een resultaat: met commissaris Lionel Ruth werd een mol ontmaskerd. Na 28 jaar staan de speurders in het onderzoek naar de Bende van Nijvel nog altijd even ver: nergens. Deze week kon wel een mol in eigen rangen worden ontmaskerd. Het is niemand minder dan Lionel Ruth, de man die sinds 1984 voltijds aan de zaak werkt en er aan Franstalige zijde de leiding over heeft.
“Misschien komen we nu te weten waarom ze zo weinig weten.” De media verschilden deze week ten noorden en ten zuiden niet enkel van mening over wat een fait divers is. In de Vlaamse kranten kon je lezen dat commissaris Lionel Ruth op staande voet werd verwijderd uit de Cel Waals Brabant, het nu nog zevenkoppige onderzoeksteam dat 25 jaar na datum alsnog de Bende van Nijvel hoopt te ontmaskeren. Tijdens een huiszoeking werd in de woning van Ruth een wapen teruggevonden dat ruim twintig jaar geleden in beslag werd genomen bij Jean Bultot, een ex-verdachte. Franstalige kranten hadden het over ‘commissaris L’.
Ruth lag erg goed bij Franstalige gerechtsjournalisten. Hij was het kanaal, het bijna unieke kanaal, waarlangs alle communicatie over het grootste criminele enigma uit onze naoorlogse geschiedenis verliep. Het wordt bij de CWB niet hardop gezegd, maar je hoort het echoën in de toon van de no comments van een anders niet bepaald mediaschuw onderzoeksteam. Het zal toch niet zo zijn dat we 26 jaar lang zijn belazerd door hem?
Nog elke dag staat Marius Szymusik er mee op, en gaat hij er mee slapen. Hij de broer-schoonbroer van Jean Szymusik en Maria Krystina Slomka. Het Poolse koppel baatte in Anderlues, bij Charleroi, een juwelierszaakje uit. De dubbele moord ging op 1 december 1983 de statistieken in als het laatste wapenfeit van de eerste golf Bendeaanslagen. Na de dubbele executie zou de Bende niets meer van zich laten horen, tot het dubbele bloedbad in Eigenbrakel en Overijse, 22 maanden later.
De dubbele executie had een ongewoon motief. Dit was de manier waarop de Bende van Nijvel met de politie sprak. Ze schoot met munitie waarvan ze wist dat de politie zou vaststellen dat die bij eerdere aanslagen van de Bende waren gebruikt. De moord was een mededeling: “U hebt de verkeerden gearresteerd.” Kort daarvoor waren Michel Cocu, Adriano Vittorio, Jean-Claude Estiévenart en enkele kompanen opgepakt door de Nijvelse onderzoeksrechter Jean Schlicker en procureur Jean Deprêtre.
Zij waren er tot het diepst van hun vezels van overtuigd dat dit stelletje marginale de Bende moest zijn. “Daarom moest mijn broer dood”, zegt Jean Szymusik. “Ik heb ooit gezworen dat ik niet zal rusten voor ik weet wie het gedaan heeft. Je bent daarmee bezig, je wordt alert voor dingen en af en toe bel je de speurders. En dat is het nu. Al die jaren, al van in 1984, word ik doorverwezen naar één en dezelfde speurder. Altijd weer Lionel Ruth.”
In 1989 kreeg Szymusik telefonische doodsbedreigingen. Drie keer, kort na elkaar, kreeg hij een auto achter zich aan die hem van de weg af wou rijden. “Had het ermee te maken? Had ik de daders verontrust? Een mens weet het niet. Telkens als ik de speurders belde, was het van: ‘Lionel Ruth zal contact met u opnemen.’ Pas op, vriendelijke man. Heel voorkomend Heel attent ook. Hij zou nu een mol zijn? Ik kan dat niet geloven. Ergens moet er een misverstand in het spel zijn.”
Tot september 1983 was de Bende er nog één met een kleine b. Ze had al wel een indrukwekkende reeks overvallen op haar actief waarbij ze erg driest te werk ging, maar geschoten werd er in regel pas als iemand in de weg liep. Op zaterdagavond 17 september 1983 veranderde alles. Aan de Colruyt van Nijvel houden die nacht Jacques Fourez en zijn maîtresse Elise Dewit na een dagje Parijs halt om te tanken.
Juist op dat ogenblik is een groep gangsters bezig een metalen poort open te slijpen. De man en de vrouw worden zonder pardon geëxecuteerd. De daders rijden weg en maken een U-bocht om zelf de confrontatie op te zoeken met de rijkswacht. Ze schieten rijkswachter Marcel Morue dood en gaan ervandoor. Dat alles voor wat pralines, enkele flessen sterke drank, blikken olie en enkele kilo’s koffie.
Zakenman Jacques Fourez figureerde in kringen rond CEPIC, de ultrarechtse vleugel van de toenmalige PSC van oud-premier Paul Vanden Boeynants. Elise Dewit was de secretaresse van VDB’s rechterhand in het schepencollege van Brussel, Fernand Lefere. Tijdens het onderzoek kwamen er tips over hoe Fourez en Dewit politici zouden hebben gechanteerd met een compromitterende videotape.
Kort voor hun dood hadden Fourez en Dewit grote plannen. Ze informeerden naar de prijs van een kasteel. Ruim vijftien jaar later duiken documenten op waaruit blijkt dat Lefere in 1982 en 1983 in schijven 7 miljoen frank heeft geleend bij een bevriende bouwondernemer. Lefere had om de zoveel tijd cash nodig, veel cash, en snel. Stukken uit de boekhouding van de bouwondernemer tonen dat de laatste schenking samenvalt met de moord op Fourez-Dewit. Na die dag heeft Lefere geen cash meer nodig. VDB is inmiddels overleven, zo ook Lefere.
Fourez en Dewit zijn niet de enigen over wie achteraf de vraag rijst of ze zo’n toevallige slachtoffers waren. Er is ook de flamboyante wapenfreak, rijkswachtinformant en grossier in zwart geld Léon Finné. Toevallig samen met andere avondlijke shoppers neergeknald tijdens de raid in Overijse op 27 september 1985. Finné woonde in Luxemburg, hij was die avond helemaal naar Overijse gereden en niemand weet wat hij daar te zoeken had.
Ook Finné schepte kort voor zijn dood op over één of andere tape en chantage. Er is ook de bijna complete familie Van den Steen in Aalst, 9 november 1985. De leden van het gezin worden tijdens de raid gezocht door de Bendeleden. Andere mensen liggen van angst te rillen op de grond, maar de ‘reus’ laat hen leven. Hij is vastbesloten het gezin-Van den Steen tot de laatste telg te decimeren. In de jaren zeventig woonde het gezin naast het atelier van Juan Mendez, een FN-wapeningenieur die lange tijd werd verdacht van betrokkenheid bij de Bende, maar op 7 januari 1986 zelf vermoord werd teruggevonden langs de E411 in Rosière.
Enkele jaren terug was er in Jumet een grote vergadering waarbij familieleden van de in totaal 28 slachtoffers van de Bende van Nijvel de gelegenheid kregen om me de speurders en de magistraten te confereren over de stand van het onderzoek. Opa Van den Steen wou graag vernemen of dat was onderzocht, de eventuele link met de vroegere woning van Mendez. “Zou het kunnen dat ze een van de daders hadden herkend?” Een man vooraan in de zaal richtte verveeld de ogen naar het plafond. Zijn ze daar weer met hun extreem rechtse complot-theorieën? Lionel Ruth.
Als Lionel Ruth begin 1984 als anonieme opperwachtmeester bij de rijkswacht van Dinant toetreedt tot de zogeheten ’taskforce Waals-Brabant’ wordt hij onmiddellijk gedwongen om een kamp te kiezen tussen zijn oudere collega’s Gérard Bihay en Frans Balfroid van de BOB van Waver en de Nijvelse procureur Jean Deprêtre. Hij stamt zelf uit CEPIC-kringen. Het was hij die op zeker ogenblik na de zoveelste Bendeaanslag wit van woede op de plaats van de misdaad zou aankomen, als een dolleman kogelhulzen zou beginnen wegtrappen en tieren: “De smeerlappen!”
Er gaan in dit strafonderzoek niet alleen kogelhulzen verloren. Een door de Bende gebruikte en door het parket in beslag genomen auto wordt per abuis doorverkocht aan een autohandelaar en nooit meer teruggezien. Voor Deprêtre heeft het niet zoveel belang. Hij weet wie de daders zijn: Cocu, Vittorio, … Het geboefte uit de Borinage. Ook al vermoordt de Bende na hun arrestatie nog twee mensen, zij moeten en zij zullen het zijn. In januari 1988 wordt de Bende van de Borinage voor het assisenhof in Bergen gebracht op beschuldiging van een hele resem aan de Bende van Nijvel toegeschreven overvallen.
Kern van de bewijsvoering is een Rugerpistool dat is teruggevonden bij Michel Cocu en waarover de Brusselse ballistische expert Claude Dery met een zekerheid van “99 procent” kan zeggen dat het is gebruikt bij twee Benderaids, begin 1983 in Halle en Genval. Tijdens het proces komt aan het licht dat het parket van Nijvel achteraf een tegenexpertise heeft laten uitvoeren in de labs van de gerenommeerde BKA in het Duitse Wiesbaden. Met iets modernere technieken kan men daar concluderen dat 99 procent moet worden teruggebracht tot nul.
Het is uitgesloten dat dit wapen wat te maken heeft met de Bende van Nijvel. Deprêtre stopt het BKA-rapport in zijn la, doet die op slot en kan enkel hopen dat niemand er lucht van zal krijgen. Dat gebeurt toch, en la na enkele dagen wordt het proces tegen Cocu en co. stilgelegd. Ze mogen als vrije mannen de rechtszaal verlaten. Claude Dery is in die tijd nauw bevriend met Madani Bouhouche, een ex-rijkswachter en jarenlang genoemd als een van de mogelijke verdachten.
Bouhouche beroofde in 1982 het arsenaal van de groep Dyane, de speciale eenheden van de rijkswacht. Bouhouche trad regelmatig op als assistent van Dery. Als bij een gerechtelijke expertise testschoten moesten worden afgevuurd, dan was het vaak Bouhouche die op de schietbaan het werk deed en zo mee de resultaten beïnvloedde. De verdachte als speurder.
“Als je bij de CWB werkt, en zeker als je er de baas bent, dan ken je die voorgaande”, zegt een insider. “Iedereen vergeet wel eens wat, maar in een zaak als deze is er al zoveel mis gegaan dat je niet ‘zomaar’ een in beslag genomen wapen van een verdachte mee naar huis neemt.” “Ik moet zeggen dat we meer problemen ondervonden met het systeem dan met de boeven die we moesten verhoren”, zo verklaart speurder Frans Balfroid als hij op 21 februari 1997 moet komen getuigen voor de parlementaire onderzoekscommissie over de blunders in het Bendeonderzoek.
“Wij wilden het spoor volgen naar het Front de la Jeunesse. We mochten niet. We mochten de naam in het bijzijn van Deprêtre zelfs niet uitspreken. Het was taboe.” Hugo Coveliers was in de jaren tachtig en negentig een ijverig lid van de parlementaire commissie. Ondervraagd door Ter Zake moest hij deze week bekennen dat de naam Ruth hem niets zei. Coveliers’ geheugen liet het afweten, want de getuigenis van Lionel Ruth en zijn collega Alain Lachlan nam op 6 juni 1997 bijna een hele namiddag in beslag.
Op pagina 20 van haar eindrapport vatte de parlementaire commissie de visie van de twee rijkswachters als volgt samen: “Hun getuigenis ligt helemaal in de lijn van de standpunten van Schlicker en Deprêtre. Dat wil in de eerste plaats zeggen dat er in hun ogen geen sprake is geweest van obstructie.”
Er zitten ook processen-verbaal in het Bendedossier waarin erop wordt gewezen dat Ruth in de vroege jaren tachtig deel uitmaakte van de directe entourage van Paul Vanden Boeynants. “Ik noemde hem altijd Miami Vice”, zegt Marie-Jeanne Callebaut. “Omdat hij op een geweldig arrogante manier op ons neerkeek als onze vragen in de buurt kwamen van de piste extreem recht.” Callebaut verloor op 9 november 1985 bij de raid in Aalst haar echtgenoot, Jan Palsterman.
Ook Callebaut is niet zo zeker dat haar man een toevallig slachtoffer was. “Hij werkte in Saoedi-Arabië voor een onderaannemer van Eurosystems. Hij zat ook in de diamantsmokkel met het toenmalige Zaïre.” Het project Eurosystem Hospitalier voorzag in de bouw van militaire hospitalen in Saoedi-Arabië, maar voor het Belgische bouwconsortium in 1976 het contract in de wacht sleepte, was er voor 8 miljard frank ‘lobbying’ verricht onder leiding van ene Israël Fortunato.
De dame, bijgenaamd ‘Tuna’, werkte in loondienst van Eurosystem. Ze leidde de zogeheten Tuna-ring, een team van topcallgirls. Zij waren naar Saoedi-Arabië afgereisd om enkele lokale prinsen gunstiger te stemmen. De Tuna-ring zou ook in België actief zijn geweest, onder meer in een dossier voor militaire aankopen. Ook dat was een spoor dat Bihay en Balfroid wilden onderzoeken. Ze mochten niet.
Idem voor dat naar de Jonathan, een groezelige Brusselse club waar de gevangenisdirecteur van Sint-Gillis, Jean Bultot, tot laat in de nacht verbroederde met hoertjes, gangsters, politici en advocaten. Bultot was in zijn gevangenis populairder dan welke gevangenisdirecteur ook, vooral bij het allerzwaarste geboefte. Hij trad op als heler voor een stapel kasbons die waren gestolen door leden van de gangsterbende rond Philippe De Staerke.
In de namiddag voor de raid in Aalst was De Staerke aanwezig in de Delhaize daar, voor een terreinverkenning. Volgens bendelid Léopold Van Esbroeck had Bultot hen gevraagd deel te nemen aan een ‘schijnoverval’ op een supermarkt. De buit deed er niet toe, er moest vooral worden gemoord. Daags voor de moordpartij in Aalst nam Bultot contact op met zijn vriend Antoine Delsaut (van wie hij toen nog niet wist dat die een informant was van de Staatsveiligheid): “Hij vroeg me of ik hem een mitrailleur kon bezorgen.”
Daags na Aalst werd in het bois de la Houssière de uitgebrande golf GTI teruggevonden van de Bende, en niet ver daarvandaan een hoopje as. Er waren documenten verbrand. Het lab kon er zwartgeblakerde restjes van bij de Delhaize gestolen maaltijdchecks uit halen, maar ook een pagina met notities die werden gemaakt tijdens een conferentie over ballistiek in Brussel, in augustus 1984. De conferentie werd gegeven door Jean Bultot.
Het handschrift was van Claudine Falkenburg, in die periode de vaste vriendin van Bultot. “Het is niet bepaald het wapen van Pier of Pol dat hij daar heeft achtergehouden”, zegt Marie-Jeanne Callebout. “Ik hoor nu dat het achterhouden van dat wapen het onderzoek niet geschaad heeft. Ik vraag mij af: hoe weten zij dat? Na een kwart-eeuw ga je niet zo gauw meer hopen op een doorbraak, maar misschien komen we nu te weten waarom we zo weinig weten.”
Het wapen van Bultot zou destijds zijn onderzocht in het lab, Ruth zou het mee naar huis hebben genomen om het nog eens goed te bekijken en daarna zijn vergeten om het terug te brengen, maar het is duidelijk dat die uitleg de Bergense procureur-generaal Claude Michaux niet kon overtuigen. Op het ogenblik van de huiszoeking vertoefde Ruth voor vakantie in Florida. Het feit alleen dat het parket-generaal opteerde voor een huiszoeking en niet wachtte tot de man terug in het land was, zegt iets over de mate waarin het vertrouwen in Ruth zoek is geraakt.
Hij kreeg een schorsing van tien dagen, is op staande voet verwijderd uit de CWB. Ruth vulde de afgelopen maanden nogal wat diensturen met het aankruisen van passages in het boek Tueries du Brabant, de Franstalige bewerking van de turf waarin ex-VRT-journalist Guy Bouten het hele spoor ontrafelt naar geheime gewapende genootschappen, de CIA, Franstalig extreem rechts. Ruth was van mening dat de magistratuur een procedure moest opstarten om het gevaarlijke boek uit de rekken te halen. Want een interne boycot van het onderzoek? Wie durfde zoiets te beweren?
Bron » De Morgen | Douglas De Coninck | Februari 2010