De processen van de Bonvoisin
18 Mei 1983
Baron Benoît de Bonvoisin legt een klacht neer tegen Albert Raes, de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid en tegen commissaris Christian Smets.
10 December 1987
Op 10 december verplicht de Kamer van Inbeschuldigingstelling in het proces tegen Benoît de Bonvoisin een huiszoeking bij de Staatsveiligheid. Dit om via de boekhouding te achterhalen of journalisten werden betaald om de publieke opinie op te jutten tegen Benoît de Bonvoisin, welke journalisten bij de operatie betrokken waren en of Walter De Bock een van hen was. Degene die met de huiszoeking belast waren, hebben echter de meest elementaire regels aan hun laars gelapt en de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, Albert Raes, vooraf telefonisch gewaarschuwd. Ter plaatse heeft slechts een van hen met de heer Raes gesproken, met het gevolg dat er geen huiszoeking plaats vond.
De arrestatie van de baron: 26 April 1990
’s Avonds heeft de beruchte baron de Bonvoisin, financier van extreem-rechts, een afspraak in het Brusselse Hilton-hotel, waar hij een vaste stek heeft. Zijn gast daagde echter niet op. De baron stapte in zijn Renault, ingeschreven op naam van de firma CIDEP, de uitgever van het blad Nouvel Europe Magazine. De edelman reed naar Parijs. Een paar kilometer voor de grens werd de Bonvoisin ingehaald door een rijkswachtauto van het Speciaal Interventie Esquadron. De baron werd naar Brussel gebracht en verhoord door leden van de financiële sectie van de BOB.
De volgende dag tekende onderzoeksrechter Jean-Claude Van Espen het arrestatiebevel. De baron werd verdacht van financieel en fiscaal geknoei met de firma CIDEP. Deze affaire dijde uit tot het geruchtmakende corruptieschandaal van de Luikse parkeermeters. Op dezelfde dag dat de baron werd gearresteerd, vond er een huiszoeking plaats in de woning van de vader van Francis Dossogne, die nog bestuurder is geweest van de firma CIDEP. Tijdens de huiszoeking werden verschillende documenten gevonden in verband met ‘Groep G’. Daarop stond onder andere de naam van Bouhouche. Ook vonden de speurders een brief van Mièvis aan Dossogne, daarin is sprake van ‘G6’. Mièvis schreef dat de kandidatuur van ‘G6’ om twee redenen belangrijk was. ‘G6’ had toegang tot de politieke informatie, waarover de rijkswacht beschikte en hij had een neef die bij de Staatsveiligheid werkte. ‘G6’ was de codenaam van Martial Lekeu.
Eind oktober 1996 wordt Baron de Bonvoisin tot vijf jaar effectieve gevangenisstraf veroordeeld wegens financieel geknoei. Hij is trouwens in de rechtszaal aangehouden, wat wijst op de ernst van deze veroordeling. Het is tijdens het gerechtelijk onderzoek naar deze affaire dat de eerste aanwijzingen van het schandaal met de Luikse parkeermeters aan het licht kwamen. Baron De Bonvoisin is ‘de duivel’ waarmee Cools een pact heeft gesloten. Alles mag volgens Cools, zelfs een pact met de duivel, om Luik uit zijn economische crisis te halen.
7 Juni 1995
Baron de Bonvoisin wordt door de correctionele rechtbank van Brussel in de zaak Cidep, uitgever van NEM, en van het reclamebedrijf PDG veroordeeld tot drie jaar effectief.
1 November 1996
Baron Benoît de Bonvoisin wordt door het Hof van Beroep in Brussel in de zaak Cidep/PDG veroordeeld tot 5 jaar effectief en wordt onmiddellijk aangehouden. Hij blijft opnieuw zes weken in de cel. De baron gaat in verzet tegen het arrest. Het proces zal worden overgedaan.
18 April 1997
Baron de Bonvoisin wordt door het Hof van Beroep in Brussel veroordeeld tot 3 jaar effectieve celstraf en 500.000 frank boete. De baron gaat in cassatie.
Het einde : 12 Mei 2000
Op 12 mei 2000 wordt Benoît de Bonvoisin vrijgesproken door de vierde kamer van het Hof van Beroep van Bergen. Het Hof onderzocht alle hem ten laste gelegde feiten en kwam tot de bevinding dat er geen enkel feit bewezen was van alle aanklachten in het dossier van de uitgeverij Cidep en oordeelt dat de feiten in het dossier van de publiciteitsfirma PDG verjaard zijn.