Brandstichting bij het Maison Arabe
20 December 1980
Twee weken na de moord, op 20 december 1980, rond 21u30, staken twee individuen, die later als Frontmilitanten werden geïdentificeerd, de voorkant van het Maison Arabe, aan de Rue des Chartreux te Brussel, met plastieken benzinebussen in brand. De dag daarna ondervroeg de politie Sergio Nanco, Marcel Feiereissen en Siegfried Niedergesass en ontdekte in hun wagen benzinebussen, verschillende wapens, propagandamateriaal van Forces Nouvelles en platen ter aandenken van Hitler. Marcel Feiereissen is een actief militant van het Front de la Jeunesse, Sergio Nanco is een sympathisant en Niedergesass een ex-nazi en oorlogsinvalide van Duitse nationaliteit, die in het Europees fascistisch milieu rondhangt.
Na een bal van het Front sleepte Feiereissen de anderen mee en hij leidde ook de actie. Die operatie was weer een voorspelbaar gevolg van de racistische en gewelddadige vorming van de militanten. Deze vorming stelt de militie in staat haar rol te vervullen, die bestaat in het provoceren van de kwetsbaarste delen van de arbeidersklasse en in het bekampen van progressieve organisaties. De militie van het Front de la Jeunesse is echter slechts het bovenste deel van een ijsberg. Haar leden zijn handlangers die het grove werk verrichten, maar achter de schermen zijn invloedrijkere figuren aan het werk, behoedzame professionelen, wier naam niet bekend zijn en die geen sporen achterlaten.