Bescherming van Nihoul: het netwerk
Een arm zo lang als de Donau
“Hij heeft een arm zo lang als de Donau”, zei een politieman over Michel Nihoul. De ‘oplichter’ zoals hij nu steevast wordt genoemd, was twintig jaar lang goeie maatjes met al wat in Brussel losloopt aan corrupte politici, verdachte flikken, drugdealers en kinderhandelaars, extreem rechtse types. Veel hooggeplaatste lui hebben er alle belang bij dat hij zijn mond houdt. Vandaar wellicht dat men pertinent weigert alle pistes te onderzoeken die leiden naar zijn betrokkenheid bij de ontvoeringen en moorden op kinderen.
Wanneer Nihoul in Brussel arriveert, half de jaren zeventig, heeft hij er al anderhalf jaar op zitten voor frauduleus failliet, oplichterij en misbruik van vertrouwen. Hij heeft al verschillende faillissementen achter de rug en liet zich achtereenvolgens doorgaan voor binnenhuisarchitect, juridisch consulent en immobiliënagent. In 1980 wordt hij voor de derde keer persoonlijk failliet verklaard. In 1981 volgt alweer een frauduleus failliet maar dat verhindert hem niet meteen nieuwe maatschappijen op te richten, wat volledig illegaal is. Het Brussels gerecht ziet er geen graten in. Ze gebruiken hem zelf als immobiliënexpert, terwijl hij daar geen enkele kwalificatie voor heeft.
Wat hij wel heeft is een hele resem banden in alle mogelijke kringen. Hij zit bij de vrije Radio Activité in Etterbeek. Hij richt zijn eigen radio JMB op, vanuit de Rogiertoren, vlak boven de kantoren van de PRL. Hij wordt vriendjes met de PRL van Jean Gol en met de Cepic, de rechtervleugel van de PSC, via advocaat Philippe Deleuze, een beschermeling van ex-eerste minister Vanden Boeynants. Toenmalig schatbewaarder van de Cepic, de zwarte baron de Bonvoisin, financiert het Front de la Jeunesse, een fascistische privé-militie die gespecialiseerd is in het vermoorden van migranten, folteren van progressieven en het in brand steken van kantoren van linkse organisaties. Commissaris Demol van het Vlaams Blok was ooit lid van dit Front de la Jeunesse.
Nihoul helpt bij de verkiezingscampagnes van de PRL en van de Cepis, met name bij die van Deleuze en Jean-Paul Dumont, allebei advocaat van alle misdadigers van extreem rechts in die tijd. Hij ontmoet ook Didier de Quévy, de advocaat die Dutroux verdedigde in 1989. Tiens, tiens! In het midden van de jaren ’80 zet hij samen met zijn ex-vriendin advocate Annie Bouty en met advocaat Deleuze een winstgevend zaakje op voor verblijfsvergunningen voor vluchtelingen, vervroegde vrijlatingen en gratieverleningen voor gevangenen. Hij gebruikt zijn relaties op het ministerie van Justitie van Jean Gol. Daar kent hij directeur Godfroid van de vreemdelingenadministratie en Gol’s persattaché Burstin, die nu op het kabinet van minister Michel werkt.
Schoon volk alom
In een high society sex-club aan de rue des Atrébates in Etterbeek en later in The Dolo, zelfde gemeente, ontmoet hij commissarissen van de gerechtelijke politie, Navo-officieren, magistraten, oud-substituut Claude Leroy, Jean Gol en zijn persattaché Burstin, advocaat Vander Elst. Die wordt zijn persoonlijke vriend en levert hem een alibi voor de dag van de ontvoering van Laetitia Delhez, een alibi dat hij later weer intrekt.
Vander Elst is betrokken bij de ontvoering van Vanden Boeynants door Patrick Haemers. Nihoul was trouwens ook bekend met Patrick Haemers. Na de moord op Christine Van Hees lopen er bij de politie telefoontjes binnen om op onderzoek te gaan in de kringen van The Dolo en Radio Activité. Maar daar komt niets van in huis.
Gendarm en dief
Nihoul kent de extreem rechtse rijkswachters Beijer, Bouhouche en oud gevangenisdirecteur Bultot, die allemaal geciteerd staan in het rapport van over Bende van Nijvel. Hij is goeie maatjes met de misdadiger Ehramanni, fervent bezoeker van fuiven met minderjarigen, die vermoord wordt op het Rouppeplein. Hij kent ook de ex-politieman en boef, Frédéric Godfroid. Nihoul en Bouty kenden ook Alexis Alewaeters, die in het midden van de jaren ’80 veroordeeld werd na de dood door overdosis in de dancing Mirano van de zoon uit een familie van de hoge financierskringen in Brussel. De dancing werd uitgebaat door een firma die toebehoorde aan Charlie De Pauw.
En wie is Charlie De Pauw? Precies, de bouwpromotor vriend en vennoot van Vanden Boeynants. In het dossier rond deze moord staan ook aanwijzingen omtrent sexueel misbruik van minderjarigen. Annie Bouty bezorgde Alewaeters een appartement toen hij uit de gevangenis kwam en Nihoul leende hem zijn Porsche uit. Nihoul slaagt er zelfs in de commandant van de rijkswacht van Brussel te laten optreden ten gunste van een Portugese bandiet die bij de bende van Godfroid zat. Zes dagen later steelt de bende een schilderij van Modigliani bij de weduwe van een oud-minister. Een ander lid van de bende, de schilder Mandelbaum, wordt dood aangetroffen in de grotten van Beez nabij Namen.
We kunnen er nog aan toevoegen dat de zus van rechter Van Espen de meter is van de zoon van Nihoul. Van Espen liet De Baets verwijderen van het nieuwe onderzoek naar de moord op Christine Van Hees. Volgens Nihoul heeft Van Espen zijn benoeming te danken aan Vanden Boeynants. In de jaren negentig is Nihoul informant van de Brusselse BOB. Hij betaalt zichzelf met XTC-pillen die gevonden werden op een dealer die hij had verklikt. Diezelfde pillen worden teruggevonden bij een maat van Dutroux, Michel Lelièvre, de dag na de ontvoering van Laetitia Delhez.