Feiten

Eerste anti-imperialistische campagne

2 Oktober 1984

Op 2 oktober 1984 in de vroege morgen ontploft bij de firma Litton aan de Goede Herderstraat 59 in Evere de eerste CCC-bom. De bom is slecht geplaatst, de schokgolf gaat vooral in de richting van de straat, zodat aan de overkant enkele ruiten sneuvelen. Pech voor de CCC, die pochen dat ze “de activiteiten van deze trust hopelijk voor lange tijd hebben verlamd”. Volgens de CCC bekleedt Litton een sleutelfunctie bij de productie van het besturingssysteem van de kruisraketten, die de NAVO in ons land wil installeren. De CCC weten met grote stelligheid dat Litton in juni 1984 bij de Amerikaanse marine twee contracten lospeuterde voor 14.3 en 97.6 miljoen dollar.

De CCC noemen zich in hun eerste communiqué ‘communistisch’, wat nog niets zegt over de politiek die ze voeren, ook al harken de CCC lukraak een heleboel citaten van Marx, Engels en Lenin in hun persmededeling bij elkaar. Ze eisen de aanslag op uit protest tegen de “toenemende tendens naar een imperialistische oorlog”. Het communiqué, dat het embleem van een vijfpuntige rode ster draagt, eindigt met ‘alle macht aan de arbeiders’, niet toevallig de oorspronkelijke naam van de marxistisch-leninistische Partij van de Abreid.

Dezelfde dag sturen de CCC nog een tweede tekst de wereld in, waarin ze enkele praktische wenken geven voor het geval mensen met hun aanslagen geconfronteerd worden, want “België heeft tot nu toe te weinig kennis gemaakt met de gewapende strijd voor het communisme”. Zo raden ze onder andere aan hun instructies stipt op te volgen, niet met de politie samen te werken en gebouwen zo snel mogelijk te ontruimen.

3 Oktober 1984

De CCC slaan opnieuw toe. Ditmaal is de firma Man in Dilbeek het doelwit. Vijf snelkookpannen zijn onder vrachtwagens geplaatst en de parking is besprenkeld met zowat 150 liter brandstof. Tevens zijn de uitlaten van de vrachtwagens volgestopt met ontvlambaar materiaal. De vuurzee, waarvan de CCC droomden, komt er niet. Amper een viertal vrachtwagens wordt beschadigd. Volgens kolonel Dumont van de ontmijningsdienst van het leger is het ontstekingsmechanisme beslist niet het werk van een amateur.

“Het werd echter verkeerd gebruikt”, aldus Dumont. Opnieuw gaapt een kloof tussen dit magere resultaat en de strijdlustige taal van de CCC. ‘De revolutionairen hebben de plicht de activiteiten van Man lam te leggen’, aldus de CCC. En ze vervolgen: “Wij willen aantonen dat het mogelijk is de oorlogsplannen te verijdelen.” Voorts beschouwen ze hun aanslagen als een voortzetting van de strijd, die met de aanslag op Haig in juni 1979 begon.

8 Oktober 1984

De ondermening Honeywell aan de H. Matisselaan te Evere voelt zich in die oktoberdagen rechtstreeks bedreigd. Ze levert elektronicamateriaal voor het besturingssysteem van de kruisraketten en bevindt zich op een boogscheut van het NAVO-hoofdkwartier. De directie besluit uit voorzorg het computerpark naar een veiligere vleugel te verplaatsen. Terecht. Op 8 oktober laten de CCC een zware bom exploderen. Een bewaker ziet een dader wegvluchten, maar zijn hond erop afsturen, neen, daar voelt hij niks voor want ‘die zou toch maar de konijnen achternazitten’.

De CCC hebben ook het geluk dat de splinternieuwe camera’s en het gesloten TV-circuit het nog niet doen. Later verklaren de CCC dat ze op deze nieuwe situatie voorbereid waren: ‘Enkele dagen voor de aanslag gingen een aantal kameraden Honeywell opnieuw verkennen om er zeker van te zijn dat de situatie nog dezelfde was als in juni. Tot hun verbazing bespeurden ze spionagecamera’s op de plaats waar we van plan waren de bom te deponeren. Maar geen nood. Wij naar de winkel om ‘cagoulles’, jassen, overjassen en schoenen te kopen. Aldus vermomd zijn de kameraden het gezichtsveld van de camera’s tegemoet getreden, terwijl anderen de bewakers in de gaten hielden …’

15 Oktober 1984

Op 15 oktober, kort na middernacht, gooien de CCC een bom door de ruit van het Paul Hymanscentrum aan de Napelstraat 39 te Elsene. Daar is het onderzoeksinstituut van de PVV en de PRL ondergebracht. De explosie beschadigt de benedenverdieping behoorlijk, het interieur en de dossiers worden vernield en een deel van de muur wordt uit de voorgevel geblazen. Boven wonen de conciërge en haar twee dochters. Er vallen geen gewonden. Een getuige ziet de dader wegvluchten in een Fiat Ritmo. Twee dagen later, op woensdag 17 oktober, is het secretariaat van de CVP in Gent aan de beurt. Ook deze explosie veroorzaakt enorme materiële schade, het drie etages hoge gebouw moet worden gesloopt omdat het instortingsgevaar te groot is.

De CCC leggen uit dat ze de twee regeringspartijen hebben aangevallen omdat ze ‘direct bij de oorlogsvoorbereiding zijn betrokken’. Ze dragen de twee aanslagen op aan de spoorwegarbeiders van Charleroi vanwege hun pioniersrol in de septemberstakingen van 1983. Dit neemt nochtans niet weg dat Carette en co in hun politieke loopbaan amper een fabriekspoort hebben gezien, laat staan zich werkelijk in een staking hebben geëngageerd.

De partij die dit precies wel doet, de PVDA, wordt voor het eerst zonder enige toelichting bestempeld als ‘lakei van de burgerij’. Na de aanslag op het CVP-secretariaat wordt de toon van de regering grimmiger. ’s Avonds houdt premier Martens een televisietoespraak die eindigt met een onverbloemde waarschuwing: ‘De regering wil paal en perk stellen aan iedere vorm van geweld, die het vreedzaam en democratisch samenleven van de burger in het gedrang brengt.’

26 November 1984

Ondanks de druk van de Atlantische bondgenoten lijkt de massale vredesbeweging alsnog de bovenhand te halen, want op 26 november bevestigt het CVP-partijbureau dat de Belgische regering niet definitief moet beslissen over de plaatsing van de kruisraketten, zolang er uitzicht is op een gunstige afloop van de ontwapeningsgesprekken in Genève. Dit zogeheten ‘geactualiseerde’ CVP-standpunt veroorzaakt politieke schokgolven in de Wetstraat.

Dezelfde dag slaan de CCC weer toe. Ditmaal blazen ze twee telecommunicatiemasten op, nabij de vliegbasis van Bierset. Dat is de thuishaven van Mirage jachtbommenwerpers die onder het directe commando van de NAVO staan. Een van de masten werd niet meer gebruikt en de andere diende nog slechts voor de burgerluchtvaart. Vandaar dat het communicatiecentrum niet bewaakt was.

De CCC zijn zich ten volle bewust van het provocatorische karakter van hun aanslagen die de zogenaamde gebrekkige beveiliging van de NAVO-doelwitten blootleggen. Is dat niet een van de voorwendsels voor haviken als generaal Close om aan te dringen op het introduceren van een speciale ‘crisiswetgeving’? In hun opeisingsbrief schrijven de CCC: ‘De NAVO kan niet lijdzaam toezien hoe haar bevoorradingsroutes, officieren, onderzoekscentra en militaire structuren bedreigd worden in een land dat haar hoofdkwartier herbergt.’

Ze hekelen het ‘pluralistische’, ‘democratische’ en ‘massale’ karakter van de vredesbeweging. Ze verwijten de leiders ‘bedriegers te zijn, apostelen van de politieke capitulatie’. ‘Men kan moeilijk tegen de oorlog vechten’, aldus de CCC, ‘indien men er zich niet op toelegt om hen die om hem concreet organiseren en programmeren, uit te schakelen.’

12 December 1984

Het is 12 december tussen 5u20 en 6u05 ’s morgens wanneer de CCC aanslagen plegen op NAVO-pijpleidingen in Ittre, Glons, Ensival, Gastuche en Gages. Telkens worden de kraankamers van de leidingen opgeblazen, wat op de meeste plaatsen gepaard gaat met spectaculaire vuurzeeën. Volgens kolonel Decavel en luitenant-kolonel Engels zijn de daders zeer professioneel te werk gegaan en beschikten ze over verrassend nauwkeurige informatie. Dit blijkt uit het feit dat de CCC erin slaagden verschillende hoofdlijnen tegelijk uit te schakelen, in Ittre werd de pijplijn die van de Franse haven Le Havre over België naar Aken loopt vernield en in Ensival de pijplijn die Antwerpen met de Bondsrepubliek verbindt.

De aanslagen stellen het pijpleidingennet, dat instaat voor de oliebevoorrading van de NAVO-legers, drie dagen buiten werking. Vermoedelijk gebruikten de CCC bommen met een tijdsmechanisme. Terwijl de pers zich verbaast over het planmatige en professionele optreden, blijven de CCC opvallend bescheiden. ‘Wij hebben de adressen van de pompstations achterhaald in het telefoonboek en na lange wandelingen onder de blakende juli-zon zijn wij bij de kraankamers terecht gekomen’, beweren ze. Waarom deze gecompliceerde uitleg, hoewel bekend is dat VOX, het blad van het ministerie van Landsverdediging op 18 maart 1982 uitvoerig berichtte over de pijpleidingen en de Duitse politie op 2 juli 1984 in een conspiratieve woning in Frankfurt plannen van het NAVO-pijleidingennet aantrof.

Walter De Bock stelde in dat verband aan kolonel Decavel en luitenant-kolonel Engels de vraag of de CCC geen geheim NAVO-plan ten uitvoer brachten dat de vernietiging van het pijplijnennet inhoudt in geval van een bezetting door legers van het Warschaupact. De Bock: “Op die vraag werd door de officieren slechts na enig aarzelen met ‘neen’ geantwoord.” In hun opeisingsbrief verwijzen de CCC naar de strijd tegen de NAVO die gevoerd wordt door andere Europese terreurgroepen. “Heden ten dage verenigt en stimuleert de ‘oorlog tegen de NAVO’ de revolutionaire beweging in de verschillende centra. Van Portugal tot West-Duitsland, van Ierland tot Italië, van Griekenland tot Spanje, … steekt er een wind op van strijd en hoop …”.

15 Januari 1985

Het uur van de waarheid is aangebroken. Op 14 en 15 januari 1985 zijn premier Martens en minister Tindemans op bezoek bij Ronald Reagan. Aan de vooravond neemt CVP-voorzitter Swaelen geen blad voor de mond. Hij bevestigt dat ‘het standpunt van zijn partij duidelijk is, de regering kan in maart niet besluiten tot de onmiddellijke plaatsing van de raketten’.

Uitgerekend op 15 januari ’s morgens brengen de CCC een bomauto tot ontploffing voor het gebouw van de Shape aan de Leuvense Steenweg 13 in Sint-Stevens-Woluwe. De daders gaan daarbij koelbloedig te werk, vlak voor de ontploffing leiden ze de aandacht van twee MP’s af en terwijl de militairen naar de achterkant van het gebouw lopen, parkeert een onbekende de bomauto voor de inkomhal. Hij springt er uit en rent naar een gereedstaande vluchtauto.

Bijna onmiddellijk daarop ontploft de bomwagen. De politie vermoedt dat de springstof vanuit de tweede wagen telegeleid tot ontploffing is gebracht. De inkomhal en de uit glas en aluminium bestaande voorgevel worden zwaar toegetakeld. De CCC dragen de aanslag op aan de RAF-gevangenen, die in volle hongerstaking zijn om het statuut van politiek gevangene af te dwingen.

Ze leggen uit dat met deze ‘offensieve’ aanslag een einde is gekomen aan hun eerste anti-imperialistische campagne. Met zoveel omhaal van woorden maken de CCC een voorlopig bilan op van wat zij met Oriachs termen bestempelen als de eerste etappe van de ‘gewapende propaganda’. Wat voor resultaten hebben ze naar eigen zeggen zoal behaald? ‘Vandaag hebben de arbeiders tenminste het burgerlijk parlement door’, aldus de CCC.

“Ze zien Martens en Tindemans naar Washington snellen om er de bevelen in ontvangst te nemen.” Ze constateren zelfvoldaan: ‘Alle politieke doeleinden die we voor ogen hebben gehad, zijn bereikt.’ In hun opeisingsbrief halen de CCC het volgend citaat van Lenin aan: ‘Het idee dat een revolutie alleen door revolutionairen gemaakt kan worden, is de grootste en gevaarlijkste vergissing die communisten kunnen begaan. Een voorhoede neemt haar taak slechts serieus op, als zij er in slaagt een breuk met de massa’s te voorkomen en als ze werkelijk in staat is de massa een stap vooruit te brengen.’ Begrijpen de CCC wel wat ze schrijven of putten ze zomaar uit het grote citatenboek? In ieder geval is het een levensgroot raadsel hoe ze hun praktijk kunnen rijmen met Lenins woorden.