Proces

Het verloop

Dag 1

De eerste dag van het proces wordt volledig besteed aan de samenstelling van de jury en de reservejury. Uit 180 opgeroepen mensen blijven uiteindelijk tweemaal 12 juryleden over. Heel wat kandidaat-juryleden roepen emotionele bezwaren in om niet te moeten zetelen. Die jury-aanduiding verloopt vrij vlot en het komt ook niet meteen tot procedure-indicenten, zoals bij het proces-Cools. Voor enig animo zorgt Dutroux zelf door voor de aanvang van het proces – voor het eerst – Nihoul te beschuldigen, wat in de lijn ligt van zijn voorgaande beschuldigingen aan het adres van Michele Martin en Bernard Weinstein.

En door tijdens de eerste procesdag in slaap te willen vallen, wat bij de slachtoffers en hun advocaten grote verontwaardiging wekt. Betty Marchal barst overigens in tranen uit als de verdachten de kooi binnengeleid worden. Dutroux had zich al niet populairder gemaakt bij het publiek en de pers door te kennen te geven dat hij niet gefilmd of gefotografeerd wil worden bij de traditionele plaatjesmakerij op de opening van een assisenzaak, waar hij bij het begin van de tweede week op terugkomt.

Dag 2

Op dag twee worden de akte van verwijzing en de akte van beschuldiging voorgelezen. Procureur Bourlet beschrijft de ontvoeringen, opsluitingen, verkrachtingen en moorden die de vier ten laste worden gelegd. Waarop de verdeding van Dutroux en Nihoul hun akte van verdediging voorleest. Dutroux’ verdedigers leggen de nadruk op het feit dat hun cliënt geen alleenstaande pervert is. Zij wijzen op het bestaan van pedoseksnetwerken, o.a. in Charleroi. Tenslotte worden de burgerlijke inpartijstellingen ingediend door de grootouders van An, de moeder van Eefje en de erven Lambrecks.

Dag 3

Op dag drie worden de beschuldigden gehoord. Dutroux zorgt weer voor sensatie, hij komt met een heel ander verhaal aandraven dan tot nog toe bekend. Zijn advocaten bevestigen echter dat dit de versie is die zij altijd van hem te horen hebben gekregen. Dutroux beweert nu dat:

  • Julie en Mélissa niet in zijn armen zijn gestorven, maar al dood waren toen hij terugkeerde uit de gevangenis. De eerste versie had hij indertijd verzonnen om zijn vrouw enigszins te beschermen. Hij vertelt nu dat hij de lijken een week in de vriezer bewaarde en ze dan begraven heeft.
  • An en Eefje werden ontvoerd door hemzelf, Lelièvre én twee andere mannen onder wie een politieman… Ze werden bovendien ontvoerd in opdracht van Nihoul. Tenminste, ze werden ontvoerd omdat Julie en Mélissa – ook in opdracht van Nihoul ontvoerd – omgekomen waren, als een soort van compensatie dus.
  • Hij eigenlijk de kinderen tegen Nihoul en zijn netwerk in bescherming nam. Hij verstopte Julie en Mélissa in de kelder, omdat hij hen niet wou afstaan aan Nihoul. Ook de andere meisjes, tot Sabine toe, wou hij – naar eigen zeggen – niet overleveren aan Nihoul. Waarom hij ze dan toch ontvoerde, zegt hij er niet bij.

De andere beschuldigden weerleggen dit echter. Martin en Lelièvre schetsen een minder fraai beeld van Dutroux, die ze afdoen als een despoot en een manipulator. Nihoul ontkent in alle toonaarden ook maar iets te maken te hebben met de ontvoeringen en met enig netwerk.

Dag 4

Op dag vier getuigt een nerveuze onderzoeksrechter Connerotte over de arrestatie van Dutroux en co. Hij had eerder aangehouden kunnen worden, vindt Connerotte, die in oktober ’96 van het dossier gehaald werd door het zogenaamde spaghetti-arrest. Connerotte is ook van mening dat Dutroux, Lelièvre én Nihoul onmiskenbaar een misdadige bende vormden. Na Connerotte getuigden Claude Baulard, Marcel Guissard en Yves Zimmer, drie politieagenten die aan de wieg van het onderzoek stonden.

Het proces Dutroux.

Het proces Dutroux.

Week 2

Bij het begin van de tweede week, getuigt onderzoeksrechter Langois, die het dossier overnam van Connerotte en van wie het geweten is dat hij het pedonetwerkverhaal niet gelooft. En van wie beweerd wordt dat hij de woorden van Dutroux nogal makkelijk voor waarheid neemt. Langois, die niet zoals Connerotte absoluut geen last heeft van plankenkoorts, vertelt hoe hij tijdens 7 jaar onderzoek nooit onder druk is gezet, hoe brutaal én ingenieus Dutroux te werk ging.

Op de tweede dag van zijn getuigenis bespreekt Langlois het onderzoek in de zaak-Julie en Mélissa. Volgens hem hebben vermoedelijk Dutroux en Weinstein de kinderen lukraak ontvoerd, Lelièvre was toen nog niet in de bende betrokken. De kinderen zijn misbruikt en van ontbering omgekomen, iets waarvoor Langlois Martin verantwoordelijk houdt. Hij kan echter geen antwoord geven op concrete vragen als: wie heeft hen ontvoerd, in welke wagen, en wanneer zijn ze precies overleden.

Op de derde dag gaat Langlois, in aanwezigheid van Laetitia Delhez, in op de zaak-An en Eefje. Hij bespaart het hof de gruwelijke details niet. De dag nadien bespreekt Langlois de zaak-Laetitia en Sabine, in aanwezigheid van Laetitia. Hij citeert uit brieven die Sabine geschreven heeft aan haar ouders tijdens haar gevangenschap.

Hij wijst op het uitblijven van enig bewijs van de betrokkenheid van Nihoul bij de ontvoering van Laetitia, na analyse van telefoongesprekken tussen Nihoul en de drie andere beschuldigden in de loop van 1995 en 1996. Dutroux zou de twee ontvoerd hebben om de dode Julie en Mélissa te vervangen.

Week 3

Ook in het begin van de derde week getuigt Langlois verder. Voor het eerst zijn Jean-Denis en Louisa Lejeune ook aanwezig, net als Laetitia en de ouders van An en Eefje. Langlois vertelt hoe hij geen bewijzen gevonden heeft voor een verband tussen de ontvoeringen en de financiële transacties tussen de verdachten, waarop hij verder ingaat op Dutroux’ financiële middelen. Langlois geeft toe dat er bij de graafwerken in Jumet ook vergeefs gezocht is naar andere verdwenen meisjes.

Ook de sporen naar de sekte Abrasax leverden niets op. Een man uit Lommel dient een wrakingsverzoek tegen assisenvoorzitter Goux in. ’s Anderendaags komt Langlois in aanvaring met de advocaten van Laetitia, omdat hij een aantal sporen naar een ‘netwerk’ terzijde geschoven zou hebben. Langlois houdt voet bij stuk: Nihoul heeft niets met de ontvoering van Laetitia of met de andere ontvoeringen te maken. Laetitia beweert nochtans dat zij kort na haar ontvoering Dutroux aan de telefoon gehoord heeft, waar hij zei dat ‘het gelukt is’ en hij ene ‘Michel(le)’ noemde: Nihoul? Dutroux bevestigt dat. Ook de dag erna wordt Langlois nog bestookt met vragen. Moegetergd valt Langlois uit naar de lastige advocaten.

Onderzoeksrechter Gérard getuigt over Weinstein: die zou al dood geweest zijn voor de dood van Julie en Mélissa. De nieuwe procesdag wordt overschaduwd door het nieuws van de ontdekking van een sleutel – van handboeien – verstopt in de zoutpot van Dutroux in de gevangenis. Krijgt hij – ongewild – hulp van buitenaf om te ontsnappen? Dutroux’ advocaten zitten met de zoveelste vertrouwenscrisis met hun cliënt: als Dutroux ervan wist – en zij dus niet – twijfelen ze eraan of ze hem nog wel verder willen verdedigen.

Week 4

In de vierde week van het proces komen nog meer speurders getuigen. Michel Demoulin en Lucien Masson brengen een portret van Lelièvre en Dutroux. Procureur Bourlet verwijt hen geen melding te maken van Nihoul en diens plannen om samen met Dutroux vanuit Slovakije een prostitutienetwerk op te zetten. Opgemerkt bezoek aan het justitiepaleis in Aarlen is op maandag dat van Tiny Mast, moeder van de vermoorde Kim en Ken.

Zij protesteert met een monddoek om aan te klagen dat niet iedereen de zitting kan volgen. De dag nadien is gewijd aan de bespreking van voorwerpen in Dutroux’ huizen, o.m. foto’s en video’s waaruit blijkt dat Dutroux een fervent gluurder was: vooral jonge meisjes werden door hem gefotografeerd en gefilmd op strand of naturistenkamp; ook werden beelden gevonden van verkrachtingen van de Slovaakse meisjes. Op de zitting blijkt nogmaals hoe groot de verwarring is rond de eerste ontmoeting van Lelièvre en Dutroux: in juni of juli 1995, voor of na de ontvoering van Julie en Mélissa.

Volgens speurder Alain Wilvers klopt het niet dat Dutroux Lelièvre beschuldigt betrokken te zijn bij de ontvoering. Procureur Bourlet wijst erop dat Lelièvre bij zijn aanhouding zelf sprak over juni. Op dag 15 van het proces wordt de ontvoering van Julie en Mélissa gereconstrueerd. De onderzoekers kunnen echter geen antwoord geven op de kernvragen: waar precies werden ze ontvoerd en door wie? De dag wordt besloten met nog maar eens een incident: het raakt bekend dat bij inspectie van de celwagen van Dutroux een scheermesje is gevonden.

Het parket wil echter geen onderzoek voeren omdat er ogenschijnlijk geen verband is met Dutroux: het kan er ook in terecht zijn gekomen bij een ander gevangenentransport. ’s Anderendaags liggen de speurders onder vuur: vooral Jean-Denis Lejeune hekelt hun povere onderzoek. Volgens hem zijn de politiediensten even verantwoordelijk voor de dood van zijn dochter als Dutroux en co. Lejeune neemt het ook niet dat de speurders Michelle Martin een mindere rol toedichten, die uit panische angst voor haar man handelde.

Week 5

De vijfde week gaat volgens de pers het proces pas echt van start: de eerste van de bijna 500 getuigen in het proces worden gehoord. Men begint met de getuigen van de ontvoering van Julie en Mélissa. Zo getuigt een architecte dat de levensomstandigheden in de kooi afschuwelijk geweest moeten zijn. En dat zij die verborgen ruimte allicht wel had gevonden… In tegenstelling tot ex-rijkswachter René Michaux, die ’s daags tevoren herhaalt dat hij niets had kunnen vinden bij een huiszoeking bij Dutroux.

Week 6

De zesde week vangt aan met de zaak-An en Eefje. Vanwege vader Marchal worden heel wat vragen gesteld omtrent de ontvoering. Op de tweede dag worden de getuigen gehoord. Marchal blijft zich afvragen of de meisjes na de show nog onder invloed van hypnose waren. Opmerkelijk is nog dat Nihoul met gezondheidsproblemen afwezig blijft en Dutroux, na een incident met een bewaker – naar eigen zeggen ‘na mishandeling’ – met nekkraag ten tonele verschijnt. De verdediging van Dutroux voert, als bliksemafleider, een pedofiel op die niets met de zaak te maken heeft.

Ook na deze week zijn nauwelijks vragen beantwoord. Zowel Dutroux als Lelièvre brengen verschillende versies van de ontvoeringen, die waarschijnlijk – zoals gewoonlijk bij Dutroux – gepaard gingen met het lukraak van de weg plukken van de meisjes.

Week 7

Aan het begin van de zevende week wordt de rol van de vermoorde Weinstein nader belicht. Dutroux laat opmerken dat hij hem niet vermoord heeft. Hij schuift de moord in de schoenen van ex-kompaan Gérard Pinon uit Charleroi en zijn vrouw Michelle Martin. Ontroering alom wanneer de brieven van Sabine Dardenne worden voorgelezen, die ze schreef aan haar ouders, maar die Dutroux bijhield.

Week 8

Het fel aan aandacht inboetende proces herleeft enigszins in de achtste week, wanneer Sabine Dardenne voor het eerst oog in oog met haar ontvoerder komt te staan, na de 81 dagen die ze in zijn kelder heeft doorgebracht, acht jaar geleden. De 20-jarige geeft een uur lang een gedetailleerd verslag van haar gevangenschap. Uit haar getuigenis onthouden we vooral dat volgens haar Dutroux – de enige persoon die zij gezien heeft – alleen handelde. Dutroux speelde met haar het ‘ik bescherm je voor de chef’-spelletje en verkrachtte haar regelmatig. Tijdens haar getuigenis moet een oververmoeide en geëmotioneerde Paul Marchal afgevoerd worden naar het ziekenhuis.

Sabine vraagt in de assisenzaal Dutroux op de man af waarom hij hààr niet vermoord heeft. Die antwoordt dat hij dat nooit van plan is geweest. Wanneer daarop Michelle Martin haar excuses aanbiedt, wimpelt Sabine haar af. ’s Anderendaags getuigt Laetitia Delhez, die het proces al enige tijd volgt. Ook zij geeft een zelfzekere indruk en is niet geneigd de excuses van Dutroux en Martin te aanvaarden. Zij krijgt in haar getuigenis regelmatig bijval van Sabine. De jury vraagt zich af waarom er niet meer tijd uitgetrokken is voor de getuigenis van de beide meisjes.

Daarna worden twee dagen vooral aan Nihoul besteed. De eerste dag worden de alibi’s van Nihoul nader bekeken en komt men tot het besluit dat er geen echte bewijzen zijn dat Nihoul in Bertrix was, kort voor de ontvoering van Laetitia, maar ook niet dat hij er niét was… Dutroux zelf houdt vol dat Nihoul erbij betrokken was. Lelièvre ontkent dat, op vraag van Nihoul. De tweede dag valt minder positief uit voor Nihoul: speurder Drisket maakt brandhout van hem door hem af te schilderen als oplichter. De speurders geven wel toe geen spoor gevonden te hebben van drugstrafiek of kinderverkoop.

Week 9

Ook bij het begin van de negende week wordt Nihoul nader bekeken: zijn rol als politie-informant bijvoorbeeld. Opmerkelijk is dat een jurylid naar huis wordt gestuurd, omdat hij bij een ondervraging van Martin liet verstaan dat hij overtuigd was dat Dutroux Weinstein heeft omgebracht. ’s Anderendaags is het weer circus: dan brengt het hele hof, inclusief Laetitia en Sabine, een bezoek aan de beruchte kelder van Dutroux’ huis in Marcinelle. Het wordt een emotioneel weerzien voor de meisjes.

Week 10

In de tiende week van het proces komen nog meer getuigen aan bod: een dame uit Ougrée die beweert dat Dutroux haar dochtertje wou ontvoeren, kort voor de verdwijning van Julie en Mélissa. Een andere vrouw getuigt dat ze Michelle Martin op de brug in Grâce-Hollogne heeft gezien bij de twee meisjes. Annie Bouty, de ex van Nihoul, getuigt dat Nihoul nooit iets met seksfuiven te maken had en op de dag van de ontvoering van Laetitia in Bertrix was om te klussen op het appartement van zijn advocaat, Michel Vander Elst.

De dag nadien komen nog meer getuigen verklaren Lelièvre, Martin en Dutroux gezien te hebben in Bertrix. En speurders over de ‘zakelijke’ contacten tussen Nihoul en het trio. Nog steeds is Nihouls rol bij zowel de ontvoering in Bertrix als de ‘autoreparaties’ bij Dutroux onduidelijk. ’s Anderendaags komen gerechtspsychiaters de persoonlijkheid van Dutroux toelichten. Ze vinden dat Dutroux een typische psychopaat is: een narcist zonder wroeging die een gevaar is voor de samenleving, maar zeker ook voor zijn daden verantwoordelijk gesteld kan worden.

Ook Dutroux’ ouders komen getuigen – terwijl de psychiaters net nog de oorzaak van Dutroux’ gestoorde persoonlijkheid ten dele bij zijn opvoeding gelegd hebben. Overigens wordt alweer een ‘partijdig’ jurylid verwijderd. De dag erna is Martin aan de beurt: moraliteitsgetuigen – opgeroepen door Dutroux’ verdedigers – schetsen het beeld van een gesloten en afstandelijk iemand. Zij roepen Martin op om niet langer het slachtoffer te spelen.

Week 11

In de elfde week wordt het moraliteitsverslag van Michelle Martin voortgezet: daaruit onthouden we dat de psychiaters fragiel en beïnvloedbaar is, maar ook verantwoordelijk gesteld kan worden voor haar daden. Later getuigen er nog studiegenoten en buren van Martin dat die zeker geen doetje was: ze zagen de stille, brave Martin verloederen toen ze met Dutroux was. Zo liet ze makkelijk haar kind gewoon alleen thuis achter om op stap te gaan.

’s Anderendaags wordt Lelièvre psychologisch onder de loep genomen: ook hij is een psychopaat, maar dan een kleine en niet zo uitzonderlijke. Hij is een kleine garnaal: kleine drugsgebruiker, een kwetsbare meeloper zonder grote persoonlijkheid. De dag daarop moet hij wegens onwel afgevoerd worden naar het ziekenhuis. Een jurylid, dat wegens vooringenomenheid tegenover Lelièvre niet meer geschikt bevonden wordt te zetelen, wordt die dag gewraakt al dreigt de man zich voor het hoofd te schieten.

Week 12

In de twaalfde week is het tenslotte de beurt aan Nihoul om getypeerd te worden. Door zijn familie en speurders wordt hij afgeschilderd als een vrouwengek, een oplichter en een slechte vader. Duidelijk is dat hij geen pedoseksuele geaardheid heeft: een feit dat zijn verdediging wil uitspelen om erop te wijzen dat Nihoul hier ten onrechte zit. Hoewel dat natuurlijk nog niets zegt over Nihouls manie om met alle mogelijke – ook illegale – middelen geld te verdienen, zelfs met een meisjesnetwerk?

De dag daarna wordt beheerst door het tweede optreden van rijkswachter Michaux – die tot tweemaal toe de meisjes niet vond ondanks een huiszoeking – op last van de verdediging van Dutroux: Michaux had na zijn eerste assisengetuigenis in de media gezegd dat hem verteld was dat hij door de politiek en justitie als zondebok naar voor wordt geschoven en dat hij dus het slachtoffer is van een complot. Michaux herhaalt dit voor het assisenhof, maar Cleemput ontkent de complottheorie.

Op 19 mei wordt de laatste van de 569 getuigen gehoord. Onder deze laatsten ook de gevangenisdirecteuren van Aarlen die een beeld schetsen van de lastige gevangene Marc Dutroux die als hij niet die kaas of yoghurt kreeg die hij vroeg zijn uitwerpselen over zijn cel uitsmeerde.

Marc Dutroux tijdens zijn proces.

Marc Dutroux tijdens zijn proces.

Week 13

In de dertiende week starten de pleidooien met het debat over de schuldvraag. Mr. Quirynen begint voor de familie Marchal, mr. Vercraeye voor Jean Lambrecks. Opmerkelijk is hoe Lambrecks, in tegenstelling tot de Marchals, niet overtuigd is van de schuld van Nihoul en zich openlijk afvraagt waarom Bourlet de piste van de netwerken blijft bewandelen.

De advocaten van Sabine Dardenne brengen Nihoul niet ter sprake in hun pleidooi. De advocaten van Laetitia Delhez halen zwaar uit naar Langlois en de rijkswacht-top die volgens hen Dutroux in bescherming nam. Zij gaan er ook van uit dat Nihoul een grote rol speelde in de ontvoering van Laetitia.

Nadien volgt het requisitoor van het openbaar ministerie, in de persoon van procureur Bourlet. Die steekt anderhalve dag in zijn droge exposé, waarin een beeld geschetst wordt van onmiskenbaar bendeleider Dutroux, meeloper Lelièvre en de helemaal niet zo zielige Martin. Over Nihoul blijft Bourlet noodgedwongen vaag: hij heeft ook op dit proces niet de ultieme bewijzen gehoord. Daarop mag de verdediging haar visie van de feiten geven.

Mr. Baudewyn zet zijn uiteenzetting kracht bij met rekwisieten: uit een hoge hoed tovert hij o.a. een sleutelbos en een gehandicaptensticker die hij op een foto van Dutroux plakt. Dit doet al wat wenkbrauwen fronsen, maar wanneer hij zich afvraagt of het fysiek wel mogelijk is om 15 kilo af te vallen in drie weken, zoals An en Eefje, verlaat een geschoffeerde Paul Marchal ostentatief de zaal: voor het eerst in lange tijd haalt het proces nog eens de headlines.

Week 14

In de veertiende week is het de beurt aan mr. Magnée, ook Dutroux’ advocaat. Die pleit ervoor dat de juryleden niet zouden antwoorden op de schuldvraag omdat dit proces niet alle vragen beantwoord heeft en de affaire nog niet tot de bodem is uitgezocht. De verdedigers van Michelle Martin schetsen hun cliënt als een deerniswekkend slachtoffer van de brute manipulator Dutroux, die haar geen keuze liet, haar domineerde, zodat ze medeplichtige werd tegen wil en dank.

’s Anderendaags nemen de advocaten van Nihoul nogmaals de gelegenheid te pleiten voor de onschuld van hun cliënt: Nihoul heeft niets te maken met de ontvoering en dood van de meisjes. Ook van bendevorming is geen sprake, laat staan netwerken. De verdediger van Lelièvre houdt het erop dat zijn cliënt slechts een meeloper was en louter medeplichtig is aan de ontvoering van de vier dode meisjes en niet schuldig aan hun opsluiting of foltering.

Week 15

Week vijftien brengt alweer enkele opmerkelijke optredens: zo is er Paul Marchal die een emotioneel betoog brengt, waarin hij flink van leer trekt tegen bepaalde advocaten, speurders en perslui die het op een akkoordje gegooid hebben om aan hetzelfde zeel te trekken. De advocaten van Nihoul zouden zelfs feestjes gehouden hebben voor de pers om die aan zich te binden. In hun repliek op het exposé van advocaat Magnée wordt diens verzoek aan de jury om niet te oordelen zo’n groot pleiter onwaardig genoemd.

Waarop de advocaten van Laetitia alle aanwijzingen tegen Nihoul nog eens opsommen: de getuigen, de XTC-transactie, de contacten met Dutroux en het telefoongesprek dat Laetitia kon afluisteren. Over de bendevorming en de plannen om meisjes vanuit Oost-Europa naar België over te brengen om ze hier in de prostitutie te doen werken, liegt Nihoul dat hij zwart ziet, vindt advocaat Fermon. Uit tal van verklaringen van Lelièvre en Dutroux blijkt dat de plannen heel ver gevorderd waren. En dat Nihoul een goede tipgever van de rijkswacht was, ontkent hij: hij verklikte alleen misdadigers als die hem zelf een hak hadden gezet.

Mr. Baudewyn, die goed weet dat zijn cliënt Dutroux voor de rest van zijn leven achter tralies verdwijnt, maar bezweert de jury dat Dutroux niet schuldig is aan de dood van An en Eefje, misschien zelfs niet aan hun moordenaar Weinstein. Hij trekt daarop van leer tegen Michelle Martin, die hij beschuldigt van leugens. Waarop pleiter Moreau zijn cliënt Martin nog maar eens afschildert als zwakkeling die onder de knoet lag van Dutroux. De advocaat van Lelièvre voert aan dat deze meeloper niets wist van de opsluitingen en folteringen. Daarna bepleiten de advocaten van Nihoul nogmaals diens onschuld en dat de jury enkel gemoedsrust kan kennen als zij hem vrijspreekt. Dat de jury een zware klus wacht bij de beraadslaging, lijdt geen twijfel.

Dan is het de beurt aan de beklaagden zelf om het woord te nemen. Dutroux bijt de spits af met een drie uur lang betoog, waarin hij herhaalt zich verantwoordelijk te voelen voor de dood van de meisjes, hoewel hij hen zelf niet vermoord heeft, en dat Julie en Mélissa hem geleverd zouden zijn en hij hen beschermd heeft tegen het netwerk, dat hij Weinstein niet vermoord heeft. “Mij veroordelen voor feiten die ik niet gepleegd heb, dat zou neerkomen op de poort naar de waarheid definitief sluiten”, zegt hij op het einde van zijn uiteenzetting.

Daarna trekt de jury zich terug in een Aarlense legerkazerne voor haar beraadslaging omtrent 238 schuldvragen. Na vijf dagen zijn ze daarmee klaar en in week zestien, meer bepaald op 17 juni, bepaalt de volksjury eindelijk over de vraag of Nihoul schuldig is aan bendevorming en de ontvoering van Laetitia, of Michelle Martin ook medeplichtig is aan de opsluiting en dood van de kinderen, of Michel Lelièvre schuldig is aan de opsluitingen en of Dutroux schuldig is aan de dood van de kinderen. De jury acht Dutroux, Martin en Lelièvre over de hele lijn schuldig. Nihoul wordt – niet zonder moeite – vrijgesproken van ontvoering, maar wel schuldig verklaard voor bendevorming en drugshandel. Waarop het OM de straffen eist: levenslang voor Dutroux, 30 jaar voor Martin en Lelièvre en 10 jaar voor Nihoul.

64 dagen na het begin van het proces bepaalt het Hof dan op 22 juni de strafmaat: Dutroux krijgt zoals verwacht levenslang, Martin heeft 30 jaar aan haar been, maar Lelièvre krijgt een tweede kans met 25 jaar cel. Nihoul komt ervan af met 5 jaar cel. Zijn onmiddellijke aanhouding wordt niet bevolen en hij verlaat het assisenhof voorlopig als een vrij man.

Nabestaanden, overlevenden en advocaten van de burgerlijke partijen zijn tevreden met het arrest: volgens sommigen hadden ze allemaal levenslang mogen hebben, maar niemand gaat de uitspraak aanvechten. Ook de advocaten van Nihoul en Lelièvre zijn opgelucht. Dutroux kondigt echter meteen aan in Cassatie te willen gaan; Martin wacht nog af. In elk geval is het proces voor de ouders en Laetitia en Sabine nu echt voorbij. Allemaal geven ze te kennen nu echt te willen voortgaan met hun normale leven.

Michel Nihoul, die als enige niet vanuit de gevangenis naar het proces kwam, moet zich van het parket-generaal op 29 juli aanmelden in de gevangenis, ondanks het gratieverzoek dat hij onmiddellijk na het arrest had ingediend bij de koning. Hij rekende erop dat zijn zwakke gezondheid hem na 5 jaar vrijheid uit de cel zou houden. Een dag te vroeg meldt hij zich aan bij de gevangenis van Brugge.

Volgens de wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling zou Nihoul in september of oktober 2005 kunnen vrijkomen omdat hij dan – rekening houdend met zijn voorhechtenis – twintig maanden cel of één derde van zijn straf heeft uitgezeten. De termijn van een half jaar voor zijn gratieverzoek verstrijkt ook omstreeks die datum. Omdat het er echter niet naar uitziet dat hij kan rekenen op vrijlating, stelt hij in april 2005 voor de rest van zijn straf met enkelband thuis uit te zitten: na 16 maanden cel heeft hij er recht op.

In september geeft het personeelscollege van de gevangenis van Sint-Gillis, waar hij nu verblijft, een positief advies voor het elektronisch toezicht, dat justitieminister Onkelinx bekrachtigt. Hij mag alvast oudejaarsnacht doorbrengen bij zijn familie. In april 2006 verschijnt Nihoul, die nog steeds in de gevangenis zit, voor de Commissie voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Die willigt op 18 april zijn verzoek tot vrijlating in na positieve adviezen van alle betrokkenen.

Nihoul heeft dan iets meer dan eenderde van zijn straf uitgezeten. De ouders van de vermoorde kinderen zin verdeeld over de kwestie. Jean Lambrecks vindt dat wie verantwoordelijk is voor de dood van zijn dochter zijn straf volledig moet uitzitten, maar omdat Nihoul niet veroordeeld is voor de ontvoeringen kan hij leven met zijn vervroegde vrijlating. Paul Marchal daarentegen ziet dat niet zitten en steunt een petitie van de vzw Ouders van een vermoord kind om de wet-Lejeune af te schaffen.