Verslag
Clémentine haatte haar man en iedereen mag het horen
Het proces voor het Hof van Assisen in Brussel brengt vanaf maandag 20 februari 1989 een onwaarschijnlijk gevecht van één tegen allen dat tien volle dagen en halve nachten duurt. Clémentine Leclerc, Luc Van Hollebeke en Jimmy Swaelens bekennen hun schuld maar wijzen met veel details Herman Van Herzele aan als de organisator van de moord. Zelfs de oude Clémentine beweert nu dat zij zich had laten overtuigen door Van Herzele om Vlassenroot te vermoorden. ‘Hij heeft gezegd dat het beter en gemakkelijker was indien ik er komaf liet mee maken, monsieur le président.’ Clémentine houdt vol dat zij hem eerder al opdrachten had gegeven om Freddy te bespioneren.
Openbaar aanklager André Mazy is een van de vele cynische Brusselaars op het parket-generaal. Hij drijft vanaf de eerste dag de spot met de beweringen van onschuld van Van Herzele. Dochter Vlassenroot en Jacqueline, de minnares van Vlassenroot, zijn als benadeelde partij met vier advocaten naar hier gekomen. Ook zij keren zich eendrachtig tegen Van Herzele, die ontkent de draaischijf van de betaalmoord te zijn. Clémentine, Van Hollebeke en Swaelens hebben zes van de allerbeste advocaten gemobiliseerd. De strategie is doorzichtig, namelijk schuldverschuiving. Alles wordt doorgeschoven naar Van Herzele. Het eigen aandeel wordt systematisch geminimaliseerd. Van Herzele laat zich verdedigen door de absolute bovenlaag van de Brusselse advocatuur: Fernande Motte-De Raedt en Guy François. Samen goed voor pakweg tweehonderd assisenpleidooien.
Over Freddy Vlassenroot wordt op dit proces geen kwaad woord gezegd. Behalve door zijn kleine, zwaarlijvige weduwe. Ze toont geen grammetje spijt en maakt van elke gelegenheid gebruik om hem zwart te maken. Ze doet dit op een irritante en onbenullige manier. Haar advocaten Guy Delfosse en Christian Vanderveeren hadden liever dat ze zou zwijgen. Zelf hebben ze bij de doortocht van de ruim zestig getuigen amper hun mond opengedaan.
Tot alles in staat
Naarmate het leger getuigen dieper graaft in het verleden en de persoonlijkheid van Clémentine, Luc en Jimmy, moet men toegeven dat ze ’tot alles in staat zijn’. De juryleden blijven dagenlang vragen stellen, wat aantoont dat ze niet overtuigd zijn van de schuld van Van Herzele. Ze horen hoe zijn werkmakkers en oversten bij de brandweer hem bejubelen. Als personeelslid van de Brusselse agglomeratie is Van Herzele tijdelijk geschorst tot de affaire is opgeklaard.
Van Herzele voelt zich onbehaaglijk in deze assisenzaal waar het proces wordt gevoerd in een zaal die niet de zijne is. Zijn advocaten vechten voor hem en bluffen dat ez in hun pleidooi zelfs eerherstel zullen eisen. Ze vragen zich hardop af hoe betrouwbaar de bekentenissen van de anderen zijn. Van Hollebeke en Swaelens hebben tijdens hun ondervraging door de voorzitter plotseling beweerd dat ze tijdens de moord met vier mannen opereerden en niet met drie. Chef Van Herzele aan de telefoon, Van Hollebeke met de riotgun kaliber 12, Swaelens aan het stuur en de vierde man met een walkietalkie. Voorzitter Guy Wezel heeft niet te lang aangedrongen om de naam van de vierde man te kennen.
Elk proces kent zijn mooiste moment. Ditmaal wordt dat de tragische scène met de getuigenis van de nog altijd treurende Jacqueline. Ze komt ‘haar’ Freddy bejubelen zoals alleen een smoorverliefde, jongere vrouw dit kan. Ze is bezorgd om haar grote kinderen die hun papa erg missen. Terwijl Jacqueline getuigt, wordt ze uitgescholden door Clémentine. Het pijnlijkste moment van het proces? De confrontatie tussen de enige dochter Louise-An Vlassenroot en haar moeder. Een botsing tussen twee vrouwen die elkaar allang niets meer te zeggen hebben en tot een ander kamp behoren.
Een verschrompelde onschuld
Van Herzele houdt zijn onschuld staande. Naarmate de procesdagen wegtikken, verschrompelen zijn kansen. De aanklager heeft alleen aandacht voor hem. Dagenlang wordt hier niet meer gesproken over de andere beschuldigden. Dagelijks worden nieuwe bezwarende elementen tegen Van Herzele aan de volksjury voorgelegd. De privé-detective kan zich slecht verdedigen door de taalhandicap.
In dit proces blijken alle hoofdrolspelers van huis uit Nederlandstaligen te zijn. Behalve sommige advocaten die er prat op gaan geen woord ‘Vlaams’ te verstaan. Ook het Hof is ééntalig Frans. Vlaming Van Herzele beklaagt er zich over dat hij heeft ingestemd met een Franstalige procedure. De getuigenis van zijn ouders en familie moest worden vertaald door een tolk. Over die tolk schreef de legendarische gerechtsjournalist Louis De Lentdecker ‘dat zij een moord pleegde op het Nederlands’. De beperkte woordenschat van Van Herzele maakt dat zijn verweer stuntelig klinkt.
Tijdens de finale vuurt de aanklager gedurende vier uur zijn zwaarste geschut af op Van Herzele. De andere advocaten doen er even lang over. De gezamenlijke strategie was voorspelbaar. De aandacht afleiden van de eigen cliënt en ervoor zorgen dat Van Herzele als laffe bendeleider niet ontsnapt. De jonge advocate Martine Gaillard bundelt de lof voor de even jonge Luc Van Hollebeke als de meest eerlijke mens van Groot-Brussel. Meester Eric Vergauwen pleit over de ‘laffe schijnheiligaard’ Van Herzele als de gewetenloze privé-detective die als despoot en bedrieger mislukte in zijn eigen huwelijken en de andere beschuldigden heeft meegesleept. Een pleidooi dat drie uur duurt en een enorme indruk nalaat.
Daarna is het de beurt aan twee blonde Brusselse vrouwelijke advocaten om het vel van Swaelens te redden. Hun nasale stemmen klinken als engelenzang in de kathedraal van het Brusselse assisenhof. Christine Calewaert bezingt Swaelens als de jongeling die in zijn figurantenrolletje door Van Hollebeke is meegesleept en door Van Herzele misleid. Carine Couquelet drijft het in haar pleidooi zo ver Swaelens te bejubelen om zijn karaktervastheid bij het beschuldigen van zijn ex-baas Van Herzele. Hij krijgt in het pleidooi goede punten omdat hij zo ‘eerlijk’ is de naam van de vierde man te verzwijgen.
Verloren tijd
Het is al laat op de avond wanneer de advocaten van Van Herzele zich, als laatsten, moeten gereedmaken op te pleitten. Ze hadden om uitstel gevraagd, tot de volgende dag. De volksjury had die dag al tien uren zitten luisteren. De aandacht was zichtbaar opgebruikt. Voorzitter Guy Wezel aarzelt. Uitstellen zou betekenen dat zijn proces voor het weekeinde niet voorbij is. Hij laat de volksjury beslissen. Tot verbijstering van de verdediging wil de volksjury dat er meteen verder wordt gepleit. “Wij hebben al genoeg tijd verloren, monsieur le président.”
Van Herzele beseft dat hij de zaak heeft onderschat. Hij had gerekend op de geloofwaardigheid van de vele moraliteitsgetuigen. Hij kon niet weten dat zijn ex-echtgenotes en bedrogen vriendinnen op de getuigenstoel met hem zouden afrekenen. Ze hadden hem beschreven als een koele killer, tot alles in staat. Voor hen was hij een man voor wie een vrouw een gebruiksvoorwerp is. De haat droop uit deze getuigenissen. De vijf vrouwelijke juryleden zaten er geïnteresseerd bij. Zijn advocaten hebben gepleit tot het bijna nacht was. Twee schitterende pleidooien die, onder normale omstandigheden, een volksjury altijd aan het twijfelen brengen.
“Wij pleiten niet meer”
“Ja, Herman Van Herzele is het brein achter deze moordaanslag en hij is een moordenaar”, luidt ’s anderendaags het antwoord van de volksjury. Van Herzele zakt neer op zijn bank en bedekt zijn gezicht. De aanklager vordert de doodstraf. François Motte-De Raedt en Guy François kondigen op pathetische wijze aan dat ze niet meer de kracht kunnen opbrengen om te pleiten over de strafmaat. Niet-pleiten, het is het enige verweermiddel dat voor verslagen advocaten overblijft. Het is een teken van afkeer voor de volksjury en voor de openbare aanklager. Het kan de ultieme shocktherapie zijn voor de volksjury, die ditmaal geen krimp geeft. De doodstraf voor Van Herzele, twintig jaar voor Clémentine Leclerc en Luc Van Hollebeke en elf jaar voor Jimmy Swaelens.
Bron » Moord en doodslag | Gust Verwerft