De vlucht
“Ik zei haar dat, indien ik bleef, men me opnieuw zou oppakken.”
Op 26 januari ’86 levert onderzoeksrechter Schlicker het aanhoudingsmandaat af tegen Madani Bouhouche, wegens ‘medeplichtigheid aan moord’ op Juan Mendez. De dag daarop verdwijnt Jean Bultot in gezelschap van de moeder van zijn kind, Arlette Lichert, samen met hun zoon. Omstreeks 10u30, zo vertelt Bultot, zag hij dezelfde rijkswachter in burger die hem in november al volgde, bij het verlaten van zijn woning. Bultot telefoneert naar Claudine Falkenburg. “Ik zei haar dat, indien ik bleef, men me opnieuw zou oppakken”, zo verklaart hij.
Volgens bepaalde bronnen werd Bultot getipt vanuit een bepaalde fractie van de Staatsveiligheid. Bultot verwittigd Francis Dossogne, leider van Forces Nouvelles. Hij vraagt voor hem de vlucht te organiseren. Het is Francis Dossogne zelf die Bultot, Lichtert en hun zoon overbrengt naar een schuilplaats in Bergen. Het gezelschap rijdt naar de herberg van Gerard Blot, kaderlid van de plaatselijke Forces Nouvelles-afdeling. Kleding, diploma’s en schutterfoto’s worden naar daar overgebracht. Bultot ontmoet daar nog een aantal practical shooters uit de ‘Phenix’. De grens wordt overgestoken via een kleine landweg.
Het is Dossogne persoonlijk die het gezelschap tot in Orly brengt. Daar blijkt het onmogelijk om op de lijn ‘Lineas Argentinas’ te boeken voor Zuid-Amerika. Dossogne brengt Bultot tot het station van Austerlitz. Daar neemt het gezelschap afscheid van de leider van Forces Nouvelles en vertrekt met de trein naar Madrid. De volgende dag komen ze aan en brengen de nacht door in een hotel.
Op 29 januari ’86 koopt Bultot tickets bij de Spaanse luchtvaartmaatschappij Iberia, met eindbestemming Assuncion in Paraguay. Daar wordt Bultot opgewacht door zijn politieke vrienden. De vogel is gevlogen. Pas op 11 mei ’86 wordt adjunct-gevangenisdirecteur Jean Bultot ‘van ambtswege ontslagen’, omwille van het feit dat hij zonder geldige reden afwezig bleef op zijn werk. Op dat moment zit hij veilig in het Paraguay van Stroesser, het land waar vele extreem-rechtse politieke landen asiel vonden.