Getuigenissen

Luc Hennart

Liegt u maar

Er wordt weer wat bij elkaar gelogen in de tweede parlementaire commissie over het gerechtelijke onderzoek naar de Bende van Nijvel. En niemand lijkt zich er druk om te maken. Op 17 juni 1997 kwam de vroegere onderzoeksrechter Luc Hennart, nu raadsheer bij het hof van Beroep in Brussel, zijn visie op de dingen geven. Hennart heeft zich als onderzoeksrechter jarenlang bezig gehouden met de diverse dossiers van de twee ex-rijkswachters Madani Bouhouche en Robert Beijer.

Zijn werk heeft uiteindelijk geleid tot de veroordeling van Bouhouche voor één moord, die op Sabena-koerier Francis Zwarts in 1982. Luc Hennart wordt er, onder andere door de vroegere Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch, van beschuldigd een niet onbelangrijke rol te hebben gespeeld in het mislukken van het onderzoek naar de Bende. Omdat hij koppig bleef weigeren om de Bende-enquêteurs inzage te geven in de dossiers van het duo Beijer-Bouhouche, waren ze niet in staat het Bouhouche-spoor naar de Bende serieus uit te spitten.

Hennart liet de Bende-commissie weten dat dat allemaal onzin was. Hij beweerde dat er geen enkel verband bestaat tussen enerzijds Bouhouche en Beijer en de moord op Juan Mendez-Blaya en anderzijds de Bende van Nijvel. En volgens Hennart waren er ook geen elementen die aantoonden dat Bouhouche en Beijer te maken hadden met Westland New Post.

Ofwel kent raadsheer Luc Hennart zijn eigen dossiers niet, ofwel zat hij te liegen. Want op 13 januari 1988 heeft Madani Bouhouche zelf, in het onderzoek dat door Hennart werd geleid, aan politieman Jean-Pierre Doraene bekend dat hij lid was van de WNP en dat hij de WNP drie dossiers heeft bezorgd die uit de archieven van de rijkswacht waren gestolen. Zijn maat Beijer was nog duidelijker. Die verklaarde tijdens verschillende verhoren dat hij Bouhouche dossiers uit de Info-sectie van de Brusselse BOB had bezorgd.

Dat gebeurde in 1982, toen Beijer in die Info-sectie werkte. De rijkswachtdossiers behandelden Jean-Paul Garot, de baas van het vroegere linkse weekblad Pour, en Francis Dossogne, de kopman van het Front de la Jeunesse. Beijer gaf de dossiers aan Bouhouche, die ze even later weer terugbezorgde, zodat Beijer ze weer op hun plaats kon leggen. Beijer zei ook dat Bouhouche geprobeerd had hem lid te maken van ‘een niet nader genoemde organisatie ter verdediging van de Westerse waarden’. Hoe haalt Hennart het dan in zijn hoofd te zeggen dat er geen bewijsmateriaal was, terwijl het in zijn eigen dossiers zat?

Onderzoeksrechter Hennart.

Onderzoeksrechter Hennart.

Bouhouche en Westland New Post

En er zijn nog meer gegevens die aantonen dat Bouhouche wel degelijke met de WNP te maken had. Marcel Barbier, het WNP-lid dat werd veroordeeld voor de moord op een man en een vrouw in Herderliedstraat in Anderlecht, verklaarde: “In de lente van 1982, een paar maanden nadat ik een nieuwe motor had gekocht, vertelde Alain Weykamp, van wie ik in de WNP de peter was, mij dat Madani Bouhouche iemand van de WNP wilde ontmoeten. We spraken met z’n drieën af in een café ergens tussen het Zuidstation en het slachthuis van Anderlecht. Daar hoorde ik dat Bouhouche bij de rijkswacht werkte, dus vond ik het beter dat hij maar meteen een afspraak met Paul Latinus maakte. Weykamp heeft die afspraak georganiseerd.”

“Later heeft Latinus me verteld dat hij Bouhouche getest had. Ik vermoed dat hij hem om informatie heeft gevraagd. Bouhouche heeft de WNP in ieder geval drie dossiers bezorgd: één over Garot, één over het Front de la Jeunesse en één over Francis Dossogne. Weykamp heeft die dossiers in zijn garage gefotokopieerd. Ik heb ze zelf in mijn handen gehad en ze vervolgens aan Paul Latinus gegeven. Ik denk dat Bouhouche geen echt lid van de WNP was, maar meer een assistent. Dat wil zeggen iemand die niet weet wat er in de groep allemaal gebeurt, maar die af en toe een probleem oplost voor de groep. Ik denk ook dat hij Michel Libert en Eric Lammers kende. Lammers kende hij van de schietstand waar hij kwam.”

Ook Michel Libert was zeer duidelijk in zijn verklaringen.Tijdens een verhoor onder auspiciën van onderzoeksrechter Hennart verklaart Libert dat Weykamp hem had verteld dat Madani Bouhouche drie dossiers had moeten leveren om ‘zijn actiebereidheid’ te bewijzen. Volgens Libert hadden de dossiers te maken met Garot, Dossogne en een bomaanslag in de joodse buurt in Antwerpen. Klaarblijkelijk kun je gelijk wat komen vertellen voor de Bende-commissie die onder leiding van de CVP’er Tony Van Parys staat.

De procureur van Nijvel Jean Deprêtre mocht ongestoord zijn beurt vol liegen. George Demanet, de ‘eervol met pensioen gestuurde’ vroegere procureur-generaal van Bergen, kon insinueren dat dankzij zijn kundige leiding het Bende-onderzoek nu bijna rond is. En nu was er weer Hennart. En geen enkel commissielid schijnt het Bende-dossier voldoende onder de knie te hebben om de waarheid van leugen te kunnen onderscheiden.