Feiten

De uitgebrande kabinetswagen

18 Juli 1991

Vijf uur voor de aanslag op Cools, om twee uur tijdens de nacht van woensdag op donderdag, brandt in de Rue de l’Etat in Houtain-Saint-Simeon de dure Citroen BX van een coolsien, Lambert Verjus, uit. Die was enkele maanden kabinetschef van André Cools, toen die nog minister van Openbare Werken, Ondergeschikte Besturen en Watervoorziening was. Nadat Alain Van der Biest de peetvader van Flémalle op 1 mei 1990 als gewestminister opvolgt, komt Verjus aldaar op het kabinet.

Hij zal er een tijd als kabinetschef in dienst blijven, maar verhuist dan – enkele maanden voor de aanslag op Cools – naar Brussel voor een nieuwe job. Van der Biest blijft gewestminister tot 8 januari 1992, de dag dat Guy Mathot in de nieuwe gewestregering zijn portefeuille overneemt. Verjus is al die tijd ook voorzitter van de Luikse PS.

De uitgebrande wagen is in feite de dienstwagen van het kabinet Van der Biest. Een eerste expertise, nog uitgevoerd de dag van de aanslag, wijst een kortsluiting in de batterij als oorzaak van de brand aan. Het parket stelt in een persmededeling dat er geen enkel verband bestaat tussen de uitgebrande auto van Verjus en de aanslag op Cools. Men preciseert nog dezelfde avond zelfs “met 99% zekerheid” te kunnen stellen dat het voorval puur accidenteel was.

Misschien een kwestie van de publieke opinie snel genoeg te sussen en de geruchten in de kiem te smoren dat de moord op Cools een politiek-economische afrekening was? De pers gelooft de uitleg van de kortsluiting niet. Ze vermoedt integendeel dat de brand noodzakelijk was om het telefoongeheugen in de wagen definitief uit te wissen.

Want Verjus was de man die de laatste maanden dicht bij Cools stond, zeker nadat de meester zich door zijn twee vroegere dauphins, Mathot en Van der Biest, verraden voelde. Hij was ook de man die al het telefoonwerk ter stijving van de kas van de Luikse PS regelde. Enkele dagen later volgt evenwel een tweede expertise. Die weerlegt de resultaten van de eerst, die van 99% zekerheid. Op 30 juli 1991 is er plots sprake van sporen van explosieven in de wagen van Verjus.

Onderzoeksrechter Veronique Ancia, die het onderzoek naar de moord op Cools leidt, vraagt de ontmijningsdienst van het leger om een bijkomend verslag. Als de pers vragen stelt welk verband er is tussen de beide aanslagen kondigt de Luikse justitie een informatiestop af. Een aantal politici laat daarop kritische geluiden horen. Men vreest dat het met het onderzoek naar de moord op Cools dezelfde richting zal uitgaan als met dat naar de Bende van Nijvel.