Het Grondwettelijk Hof heeft donderdag de bepalingen van de wet uit 2016 vernietigd die de algemene en ongedifferentieerde bewaring van elektronische communicatiegegevens en de toegang tot die gegevens regelen.
Het Hof oordeelde in een arrest dat die algemene en ongedifferentieerde bewaring het recht op de eerbiediging van het privéleven en op bescherming van de persoonsgegevens schendt. De bewaring is in sommige gevallen wel mogelijk, aldus het Hof, maar de Belgische wet stemt niet overeen met de uitzonderingen die het Europese Hof van Justitie heeft gesteld.
Een aantal mensenrechtenorganisaties, de Frans- en Duitstalige advocatenbalies en particulieren waren naar het Hof gestapt om de vernietiging van de wet te eisen. Ze vonden dat te veel gegevens werden bijgehouden en dat de bewaartermijn van 12 maanden te lang was. Het gaat concreet over verkeersgegevens – dus niet de inhoud van gesprekken – en locatiegegevens. Ook vonden ze dat de toegang tot de gegevens ruim was.
Het arrest kan verstrekkende gevolgen hebben, want in veel strafonderzoeken worden telecomgegevens gebruikt. Het Grondwettelijk Hof laat strafrechters beslissen of onder de dataretentiewet bewaarde gegevens nog als bewijs kunnen dienen. De regering werkt ondertussen aan een nieuwe regeling voor toekomstige onderzoeken.
De telecombedrijven, die de gegevens bewaren, vragen snel duidelijkheid. “De nietigverklaring creëert rechtsonzekerheid bij telecomoperatoren en internetproviders”, zegt sectorfederatie ISPA. Of ze nu nog gegevens moeten bewaren, is niet duidelijk. “Het is duidelijk dat we niet verder kunnen met het huidige kader, maar we denken dat het mogelijk is dat bepaalde verplichtingen in stand blijven als men teruggaat naar een oude versie van de dataretentiewetgeving.”
Bron » De Morgen