Eugène Michiels had als dubbelspion tijdens de Koude Oorlog naar eigen zeggen de tijd van zijn leven. Hij werkte voor de Roemeense en de Russische veiligheidsdiensten. Als directeur op het ministerie van Buitenlandse Zaken kon hij hen vertrouwelijke documenten doorspelen. Na 22 jaar doet de ex-spion voor de eerste keer zijn verhaal. ‘Als ik kon, zou ik het nog eens doen.’
Eugène Michiels werkt tijdens de Koude Oorlog op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij houdt zich bezig met dossiers over de oost-westbetrekkingen en heeft veel contact met Oost-Europese diplomaten. Hij gaat geregeld eten met Vladimir Koeznetsov, eerste secretaris op de Russische ambassade in Brussel en een officier van de Russische KGB. De Staatsveiligheid ruikt onraad en volgt hem. Het ministerie van Buitenlandse Zaken blokt dat af. “Ze hadden toen veel ellende kunnen voorkomen, maar vonden dat het normaal was dat Michiels als directeur contact had met iemand als Koeznetsov”, vertelt documentairemaker Dirk Leestmans.
Ook na de affaire worden initiatieven van de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Leo Tindemans om spionage te bestrijden in de kiem gesmoord. “We hebben geen externen nodig, Buitenlandse Zaken zal het zelf wel oplossen. Dat was toen de mentaliteit. Maar mij werkten ze tegen”, vertelt Tindemans in de docu.
Ook voor de Roemeense Securitate zet Michiels zich in. “Dat die dienst onafhankelijk werkte van de Russische is opmerkelijk”, zegt Leestmans. Het is Ioan Covaci, officieel een Roemeense diplomaat, die hem “verleidt”. “Ik ben naïef”, geeft Michiels in de documentaire toe. “Dat is inderdaad het beeld dat van hem naar voor komt”, vindt Leestmans. “Hij deed het enkel voor het geld en voor het avontuur.”
De spionagepraktijken die de Russen hem oplegden, komen nu amateuristisch en lachwekkend over. Zo is er de praktijk van “de dode brievenbus”. De spion moest microfilmpjes van geheime documenten in een put in de grond begraven. Met een Spa-blikje moest hij aangeven waar zo’n kostbaar zakje zich bevond. De rode, blauwe of groene kleur wees op de plek. “Het was James Bond à la flamande”, vat Leestmans het mooi samen.
Een overloper, diezelfde Roemeense ‘diplomaat’ Ioan Covaci, ontmaskert Michiels. In 1984 wordt hij tot acht jaar cel veroordeeld. “Of ze daarmee een grote vis gevangen hebben, is nog altijd niet duidelijk”, zegt de documentairemaker. “De Staatsveiligheid vindt van wel. Hugo Wecks, die Michiels op zijn proces verdedigde, meent dat het belang van de documenten die de dubbelspion doorspeelde niet overdreven mag worden.
Volgens hem heeft hij het land nooit in gevaar gebracht. Leo Tindemans is van mening dat de symboolwaarde van Michiels’ daden niet onderschat mag worden. In volle Koude Oorlog als topfunctionaris geheime documenten aan de vijand doorgeven was geen lichte zaak. Michiels is vooral om zijn daden en minder om de gevolgen ervan gestraft”, besluit Leestmans.
Bron » De Morgen