Jean-Paul Dumont

Inleiding

De Bende van Nijvel en de Borains, ex-rijkswachter Madani Bouhouche, de extreem-rechtse militie Front de la Jeunesse, Paul Latinus en Eric Lammers van de extreem-rechtse Westland New Post, de zaak-Patrick Haemers, Michel Nihoul, de veroordeelde pedofiel Jean-Paul Raemaekers, Roger Boas – wapenfabrikant en boezemvriend van Paul Vanden Boeynants – die samen met VDB in opspraak kwam in een groot corruptieschandaal over legeraankopen, de brandstichting in 1982 bij het linkse weekblad Pour.

Al deze ophefmakende, politiek zwaar geladen processen hadden op zijn minst een ding gemeen. Telkens was de Brusselse politicus Jean-Paul Dumont advocaat voor de verdediging. Op zichzelf hoeft dat niet te betekenen. Meester Dumont was zonder twijfel een briljant strafpleiter die iedereen graag als advocaat wilde. De strafpleiter was de voor de buitenwereld zichtbare Dumont. Er bestaat echter nog een andere, onzichtbare Dumont.

Jean-Paul Dumont als advocaat van Bouhouche.

Jean-Paul Dumont als advocaat van Bouhouche.

De rijzende ster

Jean-Paul Dumont was ooit de rijzende ster van de Brusselse PSC, en het enfant terrible van de Brusselse balie: geslepen, ambitieus, taalvaardig en met connecties in de juiste politieke kringen. Jean-Paul Dumont is rechts, zéér rechts, en hij steekt dat niet onder stoelen of banken.

Hij begon als voorzitter van de Jong-PSC en werd dan lid van het directiecomité van het CEPIC, de elitaire rechterkant van de Franstalige PSC, waarvan heel wat leden in zeer dubieuze affaires waren betrokken. Hij was erbij toen Paul Vanden Boeynants en zijn Brusselse entourage van adellijke oplichters, affairisten en rechtse intriganten in de jaren ’70 en ’80 hun corrupt politiek regime uitbouwden.

Advocaat Didier De Quéy, de vroegere partner en PSC-collega van Dumont, herinnert zich hoe zijn vriend hem in het begin van de jaren tachtig vroeg ook lid van het CEPIC te worden. Dumont nodigde hem uit op een soirée van het CEPIC, waar patron Paul Vanden Boeynants en zware CEPIC-jongens als Jean-Pierre Grafé en José Demarets aanwezig waren.

De Quévy zegt dat hij uiteindelijk geen lid is geworden omdat het CEPIC even later werd opgedoekt, en er naar zijn smaak te veel verloederde adel in rondliep. Het CEPIC werd opgedoekt nadat was uitgelekt dat baron Benoît de Bonvoisin, de schatbewaarder van het CEPIC, en andere zeer achtbare leden van het CEPIC meer dan amicale contacten onderhielden met het Brusselse Front de la Jeunesse, een rechtse gewelddadige rechtse militie.