Jean-Paul Dumont

Commissaris George Marnette

Bel de commissaris

Het is duidelijk dat Michel Nihoul uitstekende contacten had met sommige PSC-kringen, en het lag dus voor de hand dat het gerechtelijk onderzoek zich met die kringen ging bezighouden. De onderzoekers concentreren zich vooral op de PSC’er Jean-Paul Dumont. Is Dumont een advocaat die doet wat hij moet doen: cliënten verdedigen? Of heeft hij nog andere relaties met een aantal cliënten uit rechts-criminele kringen? Speelt advocaat Jean-Paul Dumont misschien een sleutelrol in de Brusselse achterkamers waar politiek en misdaad elkaar ontmoeten? En wat is de rol van Dumonts vriend Georges Marnette, eerstaanwezend commissaris van de Brusselse gerechtelijke politie?

Eind oktober 1996 deed zich een vreemd incident voor. Op een moment dat Dumont in Canada zat, meldde zijn kabinet aan commissaris Georges Marnette dat er was ingebroken. Dumont beweerde later dat er vijftigduizend frank was verdwenen en een cassette met een telefoongesprek met één van zijn cliënten: de veroordeelde pedofiel Jean-Paul Raemaekers, die beweerde veel te kunnen vertellen over hoge heren in het Brusselse pedofielenmilieu! Merkwaardig!

Waarom steelt een inbreker in volle Dutroux-commotie zo’n tape? En waarom belde het kabinet van Dumont uitgerekend Marnette om de inbraak te melden? Bij een inbraak rechtstreeks naar een eerstaanwezend commissaris bellen is namelijk geen standaard-procedure. Georges Marnette was in 1996 opspraak gekomen in de pedofilie-onderzoeken naar Nihoul en naar de socialistische vice-premier Elio Di Rupo. Marnette werd ervan beschuldigd die dossiers te blokkeren of in het honderd te laten lopen.

“Jean-Paul Dumont is een dikke vriend van Marnette,” zeggen Brusselse magistraten. “Erger nog, hij is een tipgever van Marnette. Hij sprak geregeld met Marnette af in het Ukkelse restaurant Mok Ma Zwet. In een appartement op de bovenverdieping zat daar een tijdlang een gangster uit het milieu van Patrick Haemers ondergedoken. De twee dineerden ook samen in het restaurant Le Vieux Bruxelles van Michel Lavalle in de Brusselse Beenhouwersstraat.”

In het dossier over de bende-Haemers zitten de volgende gegevens over Mictiel Lavalle: “Lavalle is de eigenaar van de restaurants Giardino d’ltalia en Le Vieux Bruxelles in de Beenhouwersstraat in Brussel. Lavalle is van Siciliaanse afkomst, en een heel goeie vriend van de familie Haemers. Lavalle werkte vroeger in het restaurant Robin Hood in de Jourdanstraat.”

Nadat hij uit Thailand terug was gekomen, heeft Patrick Haemers daar ook gewerkt. “Ik heb Lavalle geld gegeven om zelf een restaurant te beginnen,” zegt Achille Haemers, de vader van Patrick. “Bij Lavalle komt de créme de la créme van de Brusselse balie. Lavalle kent Dumont heel goed. Hij kent ook de politieke netwerken achter de Bende van Nijvel en de bende-Haemers.”

Heeft Marnette de zaak-Di Rupo uitgelokt, opgeblazen en gelekt om Dumont en mogelijk andere informanten van hem uit de Brusselse PSC-kringen, die in liet dossier-Nihoul in opspraak dreigden te komen, uit de wind te zetten? In september 1996 werd Marnette uit het onderzoek-Ninoul verwijderd. Maar een paar maanden nadien werd hij opnieuw van sabotage beschuldigd, deze keer door Eddy Suys van de Gerechtelijke Politie, die zei dat Marnette nog altijd stokken in de wielen van het onderzoek-Nihoul steekt.

Zwijgen en eten

Georges Marnette vliegt woedend uit zijn stoel. “Ik ontken categoriek dat meester Dumont mijn tipgever is of geweest is,” dreunt hij, “en ik voer ook niet het onderzoek naar de diefstal in het kabinet van meester Dumont, zoals sommigen beweren. Ik werd van die inbraak op de hoogte gebracht, dat is alles, en ik heb die feiten onmiddellijk doorgegeven aan mijn overste. Voor de rest weet ik niets.”

“En om nog meer leugens uit de wereld te helpen: ik heb in Canada ook geen bedrijf opgericht samen met meester Dumont. Ik zeg u: ik ben het slachtoffer van geruchten en roddel!” De eerstaanwezend commissaris is zenuwachtig en nijdig. Hij roept en staat geregeld met zijn vuist op zijn bureau. Hij weet dat hij last kan krijgen vanwege zijn merkwaardig gedrag in de pedofilie-dossiers. In de zaak-Di Rupo loopt er al een onderzoek tegen hem door onderzoeksrechter Guy Laffineur wegens het schenden van het beroepsgeheim.

Georges Marnette

Georges Marnette

Kent u Jean-Paul Dumont?

“Ik heb advocaat Dumont leren kennen op 28 maart 1984, de dag dat één van zijn cliënten in de gevangenis van Leuven door het Speciale Interventie Esquadron van de rijkswacht werd neergeschoten. Ik heb Dumont toen naar Leuven gebracht. Hij was zeer onder de indruk van het gebeuren. Hij zat te huilen. Ik heb hem getroost en dat heeft hij geapprecieerd. We zijn zoetjesaan vrienden geworden. Nu en dan gingen we samen eten. Niet vaak, alles samen hooguit tien keer. We hadden een duidelijke afspraak: tijdens het eten werd nooit over gerechtelijke affaires gepraat waarin één van ons betrokken was. Niks tipgever dus! Ik ben nog nooit in de Mok Ma Zwet geweest. Dat is een restaurant dat wordt uitgebaat door dubieuze figuren. Ik weet dat advocaten als De Quévy uit de groep van Dumont daar komen. Maar Dumont en ik gingen liever Chinees eten.”

Kwam u wel in de Le Vieux Bruxelles met Dumont?

“Dat is mogelijk. Ik ken de baas, Michel Lavalle. Vroeger had hij een restaurant in de buurt van de Louisalaan, dus dicht bij de kantoren van de Gerechtelijke Politie. Veel mensen van de GP kwamen bij hem over de vloer: Christian De Vroom, de huidige grote baas van de GP, en Frans Reyniers, de vroegere hoofdcommissaris van Brussel. We organiseerden er zelfs lunches voor de GP. Dumont was er een vaste klant. Ik ben na een tijd gestopt met die bezoekjes aan de Le Vieux Bruxelles, omdat ik Reyniers niet meer tegen het lijf wilde lopen. Maar nogmaals: samen gaan eten betekent niet dat ik voor Dumont tussenkwam in gerechtelijke dossiers. Ik ben altijd opzij gaan staan als zijn naam viel.”

Kende u Michel Nihoul van vroeger?

“Nee. In de jaren zeventig, toen ik nog inspecteur was, kende ik alle tenten van Brussel. Dat was toen mijn job. Maar ik ben nooit in Le Dolo van Nihoul geweest en ook niet in dat andere partnerruilhok van hem in de Rue des Atrébates. Misschien ben ik er toch één keer geweest, hooguit twee keer.”

Hoe kon u daar binnen? Het was een privé-club. Was u lid?

“Nee. Ik geraakte overal binnen. Het gebeurde maar heel zelden dat ze ons voor de deur lieten staan.”

Was Nihoul een tipgever van u?

“Absoluut niet. Misschien was hij tipgever van andere GP’ers. Dat weet ik niet. Ik weet dat sommigen van mijn collega’s hem kenden. Zij wisten wat hij deed.”

Bedoelt u dat ze wisten wat bij met kinderen deed?
“Dat denk ik niet. Dat kan ik moeilijk geloven.”

Men zegt dat u het onderzoek naar Nihoul probeert te saboteren. Om Dumont te beschermen?

“Dat is absurd! Ik, saboteren? Ik heb van 20 augustus tot 28 september 1996 in dat onderzoek gezeten. Onder mijn leiding zijn er meer dan 500 proces-verbalen opgesteld. 500! Wie heeft de vrouw van Nihoul gearresteerd? Ik! En wie heeft Annie Bouty aan de praat gekregen over het Luikse ziekenhuis Centre Médical de L’Est, waar Nihoul volop sjoemelde? Ik! Ik vermoed wel dat Nihoul bescherming kreeg, maar niet van politiemensen. De man had politieke dekking!”

Hebt u namen?

“Nee, al heb ik daar tijdens mijn onderzoek hard naar gezocht.”

Enkele suggesties: Philippe Deleuze? Jean-Paul Dumont?

“Deleuze heb ik verschillende keren ondervraagd. Hij heeft duidelijk veel met Michel Nihoul te maken: zij deden samen zaken.”

En hebt u Jean-Paul Dumont ondervraagd?

“Ik heb afstand genomen van meester Dumont op het moment dat ik aan het dossier-Nihoul begon. Ik wilde geen verdenkingen wekken. De laatste keer dat ik Dumont heb gezien was in november 1995 in Québec. We waren er elk apart op reis. Hij heeft me er geïntroduceerd bij een belangrijk advocatenkantoor. Dumont zat niet in mijn PV’s over Nihoul.”

Uw verklaring dat u vanwege de zaak-Nihoul afstand nam van Dumont impliceert dat u Dumont en Nihoul met elkaar in verband brengt. Waarom hebt u hem dan niet ondervraagd? U wist toch dat Dumont en Nihoul elkaar kenden?

“Nee, dat wist ik niet. Ik wist alleen dat Dumont de advocaat van Nihoul is geweest. Luister, als Dumont en ik gingen eten hadden we het niet over politiek. Politiek interesseert mij niet.”

U hebt anders zelf een PSC-etiket. Uw vriend Dumont heeft ooit gezegd dat u lid was van de extreem-rechtse Westland New Post van Paul Latinus.

“Belachelijk! Waanzin! Ik ben al van alles beschuldigd. Ik ben al PSC’er geweest, liberaal en zelfs socialist. Maar de waarheid is dat ik totaal a-politiek ben.”