Onderzoek

De moord op Alfred Vlassenroot

Partners tot de dood

Tot de vriendenkring van Cams behoort ondermeer de industrieel Alfred Vlassenroot, eveneens een selfmademan waarmee Cams trouwens zaken doet. De heren zien elkaar regelmatig en zitten wel eens samen aan dezelfde tafel in het restaurant Le Vieux Berchem. De moord op Cams en het vertrek van Antonella maakt een bruusk einde aan deze zaken- en vriendschapsrelatie.

Iets meer dan twee jaar later, op 17 januari 1986, wordt ook Vlassenroot in Ukkel vermoord aangetroffen in zijn Mercedes. De gerechtelijke politieagenten die met het onderzoek worden belast, denken eerst in de richting van een afrekening, uitgevoerd met een riot gun. Enkele gevonden glasscherven op de plaats van de misdaad leiden de speurders naar een garage in Schaarbeek, waar de daders een auto hebben gehuurd. Het blijken twee medewerkers te zijn van het detectivebureau Kabinet De Vos, dat geleid wordt door Herman Van Herzele. Het drietal wordt gearresteerd.

Tijdens het verhoor komt aan het licht dat de opdracht tot de moord gegeven werd door de vrouw van Vlassenroot zelf. Zo luidt althans de officiële versie. Als de naam van Van Herzele door het parket wordt vrijgegeven, gaat bij sommigen een licht op. Documentatiemappen worden geopend en zo kan een verband worden gelegd tussen de aangehouden privé-detective en een nabije medewerkster van de Arabische ‘journalist’ Al Ajjah Faez , een hoogst merkwaardig personage.

Het is met zijn peperdure Mazda dat op 25 oktober 1981 een aanslag werd gepleegd op rijkswacht kolonel Vernaillen, die in die periode het onderzoek uitvoerde naar de zaak François. De auto was op dat moment als gestolen aangegeven. Medio 1985 werd diezelfde Faez in eerste aanleg veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf met uitstel. Aanleiding daartoe was een poging tot het oplichten van de verzekeringsmaatschappij door valse verklaringen over autodiefstallen.

Een andere beschuldigde, de Brusselse garagist Dehaut die voordien al eens veroordeeld was wegens drughandel met Zaïrezen, stond dan weer in contact met een Amerikaan die verdacht werd van betrokkenheid bij een mislukte aanslag op een medewerker van kolonel Vernaillen in het onderzoek, de BOB’er Goffinon. Faez had voordien eveneens contacten met leden van het extreem-rechtse Westland New Post.

Militanten van deze groepering worden verdacht van een dubbele moord en diefstal van geheime NAVO-telexen uit het communicatiecentrum van de generale staf van het Belgisch leger. De leider van het WNP, Paul Latinus, is in hoogst merkwaardige omstandigheden om het leven gekomen. Al deze gebeurtenissen rond het WNP groeiden uit tot een schandaal, waardoor met name de Belgische Staatsveiligheid – waar ook Cams geen onbekende was – in verlegenheid werd gebracht.

Het bleek immers dat een aantal agenten van deze inlichtingendienst nauw betrokken waren bij de activiteiten van het WNP. Hun precieze rol is vandaag de dag nog altijd niet erg duidelijk. De extreem-rechtse omgeving van detective Van Herzele stelt de onderzoekers naar de moord op Vlassenroot voor talloze raadsels.

Op de koop toe worden in de marge van de gerechtelijke enquête ook aan baron de Bonvoisin, vier jaar voordien door de Staatsveiligheid aangeduid als financier van rechts-radicale groeperingen en personen, enkele vragen gesteld. Zijn naam en die van Van Herzele die enige tijd na de moord opnieuw wordt vrijgelaten, prijken in de agenda van de vermoorde Alfred Vlassenroot.