Feiten

De aanslag op Generaal Haig

Bergen: 25 Juni 1979

Wanneer Pierre Carette op 20 juli 1979 schrijft dat de “anti-imperialistische gewapende strijd hier en nu bestaat”, heeft België net een ophefmakende aanslag achter de rug. Op 25 juni, omstreeks 8u30, is de Amerikaanse generaal Haig op weg van zijn residentie in Château Gendebien te Bergen naar zijn kantoor bij de Shape in Casteau. Tegenover de cementfabriek van Obourg explodeert een bom vlakbij zijn auto.

Ze wordt met afstandsbediening tot ontploffing gebracht. De auto van de generaal wordt slechts licht beschadigd en hij zelf is ongedeerd. Wel raken twee agenten licht gewond in de erg gehavende wagen van de veiligheidsdienst. De aanslag heeft plaats vier dagen voor Haig afscheid neemt als geallieerd Navo-opperbevelhebber in Europa. Hij wordt drie dagen later opgeëist door de ‘Brigade Julien Lahaut’, een tot dusver onbekende groepering.

De verwijzing naar de vermoorde leider van de Belgische communistische partij, doet de pers voor het eerst openlijk spreken van een terrorisme van binnenlandse oorsprong. De opeising wordt toegeschreven aan Marc De Laever, die kort daarop de wijk neemt naar Parijs, waar hij onderduikt aan de Boulevard Magneta. Sindsdien zoekt het parket van Bergen De Laever ‘onverpoosd’ in verband met de aanslag op Haig. Pierre Carette versierde zijn kamer lang met een levensgrote foto van de aanslag, maar in tegenstelling tot De Laever, wordt hij niet verdacht. Hij wordt niet eens aan de tand gevoeld.

De gehavende wagen van de veiligheidsdienst na de aanslag.

De gehavende wagen van de veiligheidsdienst na de aanslag.

Het commando Andreas Baader

Op 5 juli 1979 eist het RAF-commando ‘Andreas Baader’ op zijn beurt de verantwoordelijkheid voor de aanslag op. De daders van deze aanslag zijn Susanne Albrecht, Werner Lotze en Rolf Clemens Wagner van het Rote Armee Fraktion. Het commando geeft een aantal concrete details om de opeising kracht bij te zetten. Het zegt dat “het een tunnel van ongeveer 1m80 heeft gegraven onder het wegdek ter hoogte van een brug, op de route tussen de residentie van Haig en het hoofdkwartier van de Shape”.

En voegt eraan toe: “We hebben een lading van bijna 20 kg TNT 40 cm onder het wegdek geplaatst en een draad van 200m gelegd. De ontsteking moest geschieden op het ogenblik dat de voordeur van Haigs Mercedes zich boven de lading zou bevinden. We hadden uitgerekend dat de wagen met een snelheid van 2 meter per tiende van een seconde zou rijden. Onze vergissing was te denken dat we zo’n snelrijdende wagen zouden kunnen opblazen door de ontsteking met de hand te verrichten.” Dit RAF-communiqué, met een foto van de aanslag, wordt door Pierre Carette gedrukt en verspreid.