Feiten

De moord op Valère Valcke

De diefstal bij een juwelier

Léon De Staerke is de oudere broer van Philippe De Staerke. Hij werd in 1937 geboren in Lot, Beersel. Hij had zich gevestigd als ‘antiquair’ in Sint-Pieters-Leeuw, in de Bezemstraat. In 1973 werd hij tot 10 maanden veroordeeld wegens zware diefstal, in 1978 nogmaals tot 6 maanden wegens gelijkaardige feiten. Daar voorafgaand werd hij verdacht van moord op zijn bijzit, Michelle D.. Die zaak werd echter nooit bewezen. In 1980 werd hij in voorhechtenis genomen in verband met een driedubbele moord in Sint-Genesius-Rode. Een rare geschiedenis.

Op 9 oktober 1980 werd juwelier Valère Valcke vermoord in zijn woning in Sint-Genesius-Rode, Chaussée de l’Espinette. Valcke haalde geld, diamanten en juwelen op bij particulieren, bewaarde die in zijn kluis en leverde die dan op de zwarte markt. Die dag werd hij echter thuis opgewacht door twee mannen. Zij schoten Valcke twee kogels in de rug, openden de brandkast en ontvreemdden de hele collectie. Enkele dagen na de moord werd brand gesticht bij Valcke.

De driedubbele moord

Veertien dagen na de moord op de juwelier, op 23 oktober 1980, deed zich in de tuin van de villa naast die van Valère Valcke een schietpartij voor. Men vond naderhand drie lijken: Jean Achnamian en Alain Grandcler – beiden uit Issy-les-Moulineaux, nabij Parijs – en Hervé Wenzel, die zichzelf de broer noemde van skikampioen Hanny Wenzel. De drie werden geëxecuteerd nadat ze met messen werden gefolterd. Alle lijken hadden kogels in de nek en hoofd.

De speurders gingen ervan uit dat de drie slachtoffers deelgenomen hadden aan de diefstal bij Valcke voordien, en dat er een intern conflict in de bende ontstaan was over de verdeling van de buit. De onderzoekers wisten dat Léon De Staerke en Istvan Darkas lid waren van de bende, gespecialiseerd in inbraken van leegstaande villa’s. Het onderzoek had uitgewezen dat de avond voor de moord op Valcke, Léon De Staerke met Wenzel een afspraak had. De speurders slaagden er echter niet in de betrokkenheid van Léon aan de driedubbele moord te bewijzen. Na een half jaar voorhechtenis ging hij vrijuit.

De link met de Bende van Nijvel

Uiteindelijk werd hij in ’84 veroordeeld wegens drie zware diefstallen, gepleegd in het Schottmuseum aan de Brusselse Eikstraat. De diefstallen werden in oktober 1980 gepleegd door Léon De Staerke en Hervé Wenzel. Het onderzoek naar de betrokkenheid van Léon De Staerke aan de diefstal van aan de diefstal van de kasbons in Wieze bracht eveneens aan het licht dat Léon de beste contacten onderhield met Raymond Lippens, één van de veroordeelden in de zaak van de ‘Kraak van de eeuw’. Ook bleek dat hij in december 1981 betrokken was in een afpersingszaak met een zekere Rosaro P..

De samenwerking tussen Léon De Staerke en Istvan Farkas sprong bij de speurders eveneens in het oog. Farkas is immers de Hongaarse echtgenoot van Bertha De Staerke. Nadat in de nacht van 7 op 8 juni 1983 de Bende van Nijvel een Saab Turbo stal in Eigenbrakel, legden de speurders foto’s voor aan de garagehouder. Hij herkende op die foto’s Istvan Farkas en Bertha De Staerke. Voor die diefstal hadden zij een bezoek gebracht aan garage Jadot, waar de Saab werd gestolen. De verklaringen van de garagehouder werd op 4 oktober 1983 genoteerd.