Feiten

De Moussa en Dodack-affaire

13 September 1985

In dezelfde periode, na de vrijlating van Bultot, vindt er op 13 september ’85 een vechtpartij plaats in de ‘Aigle d’Or’ aan de Marktstraat in Sint-Joost. Bij die vechtpartij wordt Ramadan Dodack ernstig gewond. Dodack trekt naar de kliniek, 47 hechtingen zijn nauwelijks voldoende om het bloed te stelpen. Toch keert Dodack na de verzorging terug naar de ‘Aigle d’Or’. Hij schiet daar op Alain Moussa, alias ‘Le Flingueur’.

De rel houdt verband met de verdwijning van godfather van de Brusselse onderwereld Dewit, en diens opvolging. Ook Moussa zou, net als Dodack, hierop aanspraak maken. Moussa is een gewezen luitenant van Dewit. Hij is pooier in het Brusselse Noordkwartier, is afkomstig uit Tunesië en werd geboren in ’51. Hij heeft een verhouding met Marie-José V., de vroegere vriendin van Brahim Sinanaj, de vennoot van Dodack in ‘Le Jambon’ en medeheler met Bultot in de kasbongeschiedenis.

Moussa werd voorheen tot viermaal toe geïnterneerd in de penitentiaire inrichting van Paifve. Twee keer vluchtte hij er. De naam van Moussa werd al bij herhaling genoemd in verband met het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Zo werd hij vermeld in een BOB-rapport dat in Waver werd opgemaakt in maart ’85 over de Bende van Nijvel en meer bepaald in verband met de overval op wapenhandelaar Dekaise in Waver. Volgens een informant van de Bende-onderzoekers zou Moussa deelgenomen hebben aan verschillende moorden die de Bende van Nijvel pleegde. Deze informant, Bernard S., overleed na zijn verklaringen. De man verhing zichzelf in verdachte omstandigheden.

Enkele dagen voorheen vuurde S. zonder enig motief met een kaliber .22. De informant wilde en huls recupereren om aan het gerecht te bezorgen. Volgens sommige speurders werd die huls echter nooit teruggevonden, terwijl deze precies erg verhelderend zou kunnen zijn voor het onderzoek naar de Bende van Nijvel. De BOB van Halle verneemt via een milieu informant daarenboven dat de daders van de Bende-overval op de Colruyt in Halle dienen gezocht te worden in de omgeving van de bar ‘Licorne’, waar Alain Moussa regelmatig bezoeker is. Wanneer Moussa later wordt opgepakt, zal hij bij een verhoor bekentenissen afleggen. Bij die gelegenheid stelt hij de overval in Halle te hebben uitgevoerd samen met Michel Cocu en Jacques Van Camp. Tijdens hetzelfde verhoor zal hij die bekentenissen echter weer intrekken.

19 December 1987

De vechtpartij tussen Dodack en Moussa in september ’85 loopt niet fataal af. Moussa is wel zwaargewond en dient opgenomen te worden in de kliniek. Dodack wordt in hechtenis genomen. Wanneer Moussa zowat veertien dagen later wordt ontslagen uit de kliniek, neemt hij contact op met Philippe De Staerke, die op dat moment ondergedoken zit, nadat hij niet terugkeerde naar Sint-Gillis uit penitentiair verlof. Moussa vraagt aan De Staerke iemand voor hem te vermoorden. Later, op 19 december ’86, wordt Ramadan Dodack doodgeschoten in Neder-over-Heembeek.

Officieel heet het dat hij werd neergeschoten door zijn 15-jarige dochter, op het moment dat hij haar wilde verkrachten. De moord volgt drie dagen nadat een onthullende uitzending op de RTBF werd uitgezonden omtrent de Bende van Nijvel. Verschillende bronnen maken melding van het feit dat Dodack meer zou geweten hebben van de moord op Jules Montel. Dodack was goed bevriend met Jean Bultot. Het is vennoot Brahim Sinanaj die ‘Le Jambon’ verder zal uitbaten. Op de dag van de heropening, op 6 juli 1987, worden er molotov-cocktails in ‘Le Jambon’ binnengegooid. De zaak gaat volledig in de vlammen op.