De ontsnapping van Patrick Haemers
13 Augustus 1987
Op woensdag 12 augustus wordt Patrick Haemers door de Leuvense onderzoeksrechter Decoux ondervraagd over de overval in Wilsele. ’s Namiddags wordt de gangster overgebracht van de hulpgevangenis in de Marie-Theresiastraat in Leuven naar Brussel. Haemers moet voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling van Brussel verschijnen. Een dag later, op dertien augustus, wordt Patrick Haemers overgebracht naar Brussel. De bevrijding van Haemers in Heverlee, vlakbij Leuven, is op een quasi-militaire wijze uitgevoerd. Donderdag 13 augustus om 14 uur, op het kruispunt van de Leuvense ring met de Celestijnenstraat, wordt de celwagen die Haemers van Leuven naar het Brussels justitiepaleis voert, klemgereden door een Audi 80 die in Halle gestolen werd.
Twee gewapende gangsters springen uit de Audi 80 en schieten ogenblikkelijk met een 9 mm pistool en een riotgun de motor van de celwagen stuk. Celwagenchauffeur André Vermeulen wordt genadeloos in het kuitbeen geschoten als hij probeert te vluchten. Rijkswachter Michel Serruys, die achteraan bij de gevangene zit, wordt dwars door de carrosserie in de benen geschoten omdat hij de zijdeur niet vlug genoeg opent naar de zin van de overvallers. Serruys en Vermeulen zijn voor de rest van hun leven gehandicapt. De gangsters nemen de wapens en de boeien mee van de twee rijkswachters die het transport begeleiden. Patrick Haemers verdwijnt met zijn bevrijders in de Audi. De gemaskerde chauffeur geeft plankgas.
17 Augustus 1987
In de nacht van 16 op 17 augustus wordt er ingebroken in het politiecommissariaat van Lasne in Waals Brabant. De dieven gaan aan de haal met vier politieradio’s, uniformen, lederen vesten, kepies, riemen en handboeien. Ze halen ook 20.000 frank uit een bureau in het gemeentehuis en een lijst waarop alle houders van een wapenvergunning in de streek genoteerd staan. Voor ze vluchten spijkeren ze een interne politienota over de wagens van de ontsnapte Haemers en co aan de muur. Onderaan de nota schrijft een van de dieven: “C’est moi”.
18 Augustus 1987
De volgende nacht wordt er opnieuw ingebroken in het politiecommissariaat van Lasne. De brandkast wordt met een snijbrander geopend. De dieven stelen twee machinegeweren, vier pistolen, handboeien, riemen, 97 blanco paspoorten en 30.000 frank. Later blijkt dat deze diefstal gepleegd werd door drie personen waaronder een neef van Ramadan Dodack. Haemers zelf maakt geen deel uit van deze dievenbende. Dodack zelf wordt op 21 december 1986 doodgeschoten.
De bende van Dodack heeft altijd nauwe contacten onderhouden met leden van de bende van Haemers. In november ’87 worden de daders van de diefstal in Lasne opgepakt. In januari worden ze veroordeeld door de correctionele rechtbank van Brussel. De verdachten hebben nooit een woord gelost over de banden tussen henzelf en Haemers. Het gerecht komt er later achter dat Haemers wel degelijk papieren van de diefstal in Lasne in handen gekregen heeft. Haemers heeft lang het in Lasne gestolen paspoort met nummer 5430845 gebruikt.