De moord op ‘Le Grand’
Zomer van 1988
Na de twee postbedienden in Ensival, de chauffeurs van geldtransporten in Leerbeek en Groot-Bijgaarden en na de valse zelfmoord van Thierry Smars, vragen de onderzoekers zich af of de bende van Lacroix, Bajrami, Haemers en Van Dam nog een zesde dode op haar geweten heeft. In de zomer van 1988 verdwijnt in Brussel een man, Jean-Pierre ‘Le Grand’, een goede vriend van Corinne Castier. Al gauw gaat in het milieu het gerucht rond dat ‘Le Grand’ geliquideerd is door een van de bendeleden. Over de reden waarom ‘Le Grand’ moest verdwijnen bestaat geen zekerheid. Er zijn wel vermoedens.
De man die ‘Le Grand’ afgemaakt zou hebben, zou het lijk in het Zoniënwoud, vlakbij de Vossendreef begraven hebben. Daarna zou de doder de overige bendeleden verteld hebben dat hij ‘Le Grand’ uit de weg moest ruimen omdat Jean-Pierre ‘gevaarlijk’ was. ‘Le Grand’ zou op 28 juni 1988 meegewerkt hebben aan de overval op een Brik’s Ziegler in Etterbeek. Het zou de eerste overval van ‘Le Grand’ met de bende van Haemers geweest zijn. Jean-Pierre had een eenvoudige maar belangrijke taak gekregen: ‘dekken’, of uitkijken en zijn medeplichtigen beschermen als de politie onverwacht zou arriveren of als de bemanning van het geldtransport zou reageren. Tijdens de overval was echter een en ander fout gelopen.
De Brink’s was net voor het bankfiliaal gestopt en de begeleider was het filiaal binnengestapt. Zoals tijdens de training springen de vier overvallers uit hun wagen. Een van hen schreeuwt naar de chauffeur dat hij de laadruimte moet openen. De chauffeur kan dit onmogelijk, alleen de begeleider kan bij fondsen in de laadruimte. De gangsters beseffen dit en besluiten een bom tegen de achterdeur van de gepantserde bestelwagen te kleven. Precies op het ogenblik dat Marc Van Dam de bom op de wagen bevestigt, ziet de begeleider van de Brink’s vanuit de bank wat er gebeurt. De man trekt zijn wapen en schiet op Van Dam … Een fout van ‘Le Grand’ beweert het bendelid dat Jean-Pierre doodschoot.
Volgens hem was ‘Le Grand’ gaan lopen in plaats van zijn medeplichtigen te beschermen. ‘Le Grand’ kon de stress van een overval dus niet verwerken, door zijn toedoen was een bendelid gewond geraakt. ‘Le Grand’ was gevaarlijk en moest opgeruimd worden. Naar verluidt zouden de andere bendeleden geen bezwaren geopperd hebben. Een ander verhaal wil dat het ‘kwade’ bendelid Jean-Pierre ‘Le Grand’ een kogel door het hoofd schoot om privé-redenen. De mannen zouden het oneens geweest zijn in verband met een familiekwestie. De vorige uitvoerige verklaring van de afloop was bedoeld om de rest van de bende te sussen.