Getuigenissen

Herman Vernaillen

9 Mei 1989

Een merkwaardige getuigenis van een gepensioneerde luitenant-kolonel deed de commissieleden op de punt van hun stoel belanden en zorgde voor een schok in de publieke opinie. De datum was 9 mei 1989, de getuige Herman Vernaillen. De rijkswachtofficier op rust kwam in feite tekst en uitleg verschaffen bij de perikelen van het Nationaal Bureau voor Drugs dat in 1982 roemloos ten onder was gegaan met de affaire François. In de marge van zijn getuigenis vertelde Vernaillen een en ander over een tipgever die hem destijds had ingelicht over een plan tot staatsgreep.

Deze informant, Léon Finné, werd jaren later vermoord door de Bende van Nijvel. Die paar details zorgde voor de nodige opschudding. In de krant en op de buis verdrongen leden van de Volksvertegenwoordiging elkaar om hun ongerustheid te uiten en in de pers woedde een ware (des)informatiestorm over allerhande samenzweerders, de Staatsveiligheid, de rijkswacht, het gerechtelijk apparaat en de Bende van Nijvel.

Het beeld dat daarbij opdoemde, werd eerder vager dan scherper. De onthullingen van Vernaillen, waar het uiteindelijk toch allemaal om te doen was, waren nochtans niet helemaal nieuw. Veel stukjes van de puzzel waren door een handvol insiders al langer gekend. Voor het eerst echter werden sommigen van die stukjes, onder ede, op hun plaats gelegd en aangevuld door een hogere rijkswachtofficier wiens ernst en speurderskwaliteiten buiten kijf staan.

Bij nader toezien had de getuigenis van Vernaillen bovendien betrekking op vrijwel alle andere dossiers waarmee de onderzoekscommissie zich bezighield. Léon Finné had Vernaillen in 1980 op de hoogte gebracht van een extreem-rechts complot voor een poging tot staatsgreep. Ter zitting bleef Vernaillen vrij vaag en noemde hij geen namen. Hij vermelde enkel dat bij de door Finné getipte samenzwering hoge rijkswachtofficieren en een ex-minister betrokken zouden zijn.

In een vertrouwelijke nota die Vernaillen aan commissievoorzitter Bourgeois overhandigde, noemde hij echter wel namen: Paul Vanden Boeynants, para-kolonel en ex-PRL-parlementslid Jean Militis, ex-minister en ex-vice premier José Demarets (PSC), de gewezen stafchef van het leger luitenant-generaal Vivario, procureur Raymond Charles en gewezen rijkswachtgeneraal Fernand Beaurir. Meteen viel op dat elk van deze figuren op een of andere manier een rol speelt in de verschillende dossiers waar de onderzoekscommissie zich mee bezighield.

Waarom bankier Finné deze prominenten een plan tot staatsgreep toeschreef, vertelde Vernaillen niet. En daar zitten we met een probleem. We kunnen het verhaal bij de bankier zelf niet meer natrekken. Hij werd in september 1985 bij de overval op het Delhaize warenhuis in Overijse door de Bende van Nijvel vakkundig geëxecuteerd. Als eerste slachtoffer in Overijse werd hij door twee kogels geraakt en vervolgens door negen van dichtbij afgevuurde schoten in de nieren afgemaakt. Het staat vast dat Léon Finné niet alleen lid was van het CEPIC, maar dat hij als directeur van de Banque Copine in 1973 ook al betrokken was bij een plan en een poging tot staatsgreep.