Paul Vanden Boeynants
21 Februari 1991
Op verzoek van minister van Staat Paul Vanden Boeynants zelf, zal hij op 21 februari door de parlementaire commissie inzake de Bende van Nijvel ondervraagd worden. Na de eedaflegging kondigt Bourgeois aan dat de vraagstelling per hoofdstuk zal verlopen en zet hij de onderwerpen op een rijtje: de staatsgreep, de rijkswacht – waar VDB als minister van Landsverdediging bevoegd over was – het ministerie van Landsverdediging, de affaire Latinus, de drugszaak van de firma Congel, het schandaal rond Eurosystem Hospitalier, de Staatsveiligheid en de Bende van Nijvel.
De commentaar van de Vanden Boeynants op de agendapunten: ‘C’est un roman feuilleton.’ Al van bij de eerste vraagstelling wordt het duidelijk dat de commissie zowel de pedalen als het initiatief dreigt te verliezen. Vanden Boeynants mag voor de commissie liegen dat hij zwart ziet en de leden van de commissie durven VDB nauwelijks hard aan te pakken.
Tegen het einde van de verhoren moet de commissie nog drie belangrijke zaken afhandelen, namelijk het schandaal rond Eurosystem Hospitalier en de luxe-callgirls, de Staatsveiligheid en de Bende van Nijvel. Dan vraagt VDB het woord en vertelt aan de commissie dat hij interessante informatie heeft in verband met de Staatsveiligheid. De voorzitter beslist om de punten op de agenda te schrappen en VDB het woord te geven.
Door dit manoever wordt VDB niet gestoord door lastige vragen over de nog te behandelen zaken. Zoals te verwachten vertelt VDB niets nieuw over de Staatsveiligheid en heeft hij alleen maar commentaar op directeur-generaal Raes. De constructie die Vanden Boeynants probeerde op te trekken om zijn fiscale en politieke afgang in de schoenen van de Staatsveiligheid te schuiven, stort later als een kaartenhuis in elkaar. Het is nog maar de vraag of het hier bij blijft want zoals Walter de Bock in De Morgen terecht opmerkte: ‘Vanden Boeynants heeft onder eed gelogen.’