Huiszoeking bij adjudant Goffinon
28 Februari 1990
Op 28 februari 1990 ontstond grote beroering in het milieu van de politiediensten en de justitie. Op die datum liet onderzoeksrechter Luc Hennart een huiszoeking doen in het kantoor en in de woning van adjudant Goffinon. De rijkswachters die de laden en kasten van Goffinon doorzochten, waren vergezeld van substituut Van Lierde en leden van het Hoog Comité van Toezicht.
In La Dernière Heure stelde Gilbert Dupont dat onderzoeksrechter Hennart Goffinon ervan verdacht de rol van Beijer in een aantal midrijven te hebben geminimaliseerd in ruil voor informatie. Een zoveelste illustratie van de verziekte sfeer bij de Nijvelse speurders. Guy Goffinon liet het daar evenwel niet bij.
Op 1 maart stuurde hij een brief aan voorzitter Bourgeois van de Bende-commissie waarin hij de puntjes op de ‘i’ zette. In dit zes pagina’s tellend document zegt Goffinon dat Bouhouche en zijn trawanten tientallen misdrijven op hun kerfstok hebben, maar dat ze desondanks werden vrijgelaten:
“Wij hadden vastgesteld dat de betichten betrokken waren bij 35 misdrijven, waarvoor zij in beschuldiging moesten worden gesteld. Verschillende keren hebben wij de onderzoeksrechter gevraagd dit te doen, aangezien de betrokkenen alles in het werk stelden om in vrijheid te worden gesteld. De onderzoeksrechter antwoordde dat hij niet de ‘crasses’ moest goedmaken van anderen, met name van zijn voorganger, onderzoeksrechter Schlicker.”