De correctionele rechtbank van Brussel heeft donderdag de notoire Belgische wapentrafikant Jacques Monsieur (64) veroordeeld tot een celstraf van drie jaar vanwege illegale wapentrafiek naar onder meer Libië, Tsjaad, Pakistan en Iran.
De rechters oordeelden dat Monsieur zich opnieuw schuldig had gemaakt aan wapenhandel. Naast een celstraf krijgt hij een boete van 300.000 euro. Het parket had een celstraf van 2 jaar geëist en de inbeslagname van 8 à 9 miljoen euro, het voordeel dat Monsieur uit het misdrijf gehaald zou hebben.
Monsieur, afkomstig uit het Vlaams-Brabantse Lot, was geen onbekende van het gerecht, zomin van het Belgische als van het buitenlandse. De man die ook bekendstaat als “de vos” of “de maarschalk” werd in 2010 nog veroordeeld in de Verenigde Staten in een zaak die te maken heeft met het Iran-Contra-affaire. In die affaire leverde de VS illegaal wapens aan Iran. Met de opbrengsten financierden ze de Contra’s in Nicaragua, tegenstanders van de (socialistische) Sandinista’s.
Ook in het Elf-Aquitaine-schandaal dook Monsieurs naam op. Hij werd ervan verdacht om in naam van de Franse oliemaatschappij Elf wapens geleverd te hebben aan Pascal Lissouba, op dat moment president van Congo-Brazzaville, tijdens de Congolese burgeroorlog in jaren negentig. In de huidige zaak wordt Monsieur ervan verdacht dat hij tussen 2006 en 2009 betrokken was bij de illegale levering van automatische wapens, tanks, helikopters, vliegtuigen en ander militair materieel in Libië, Tsjaad, Pakistan en Iran. Er was sprake van de verkoop van 100.000 automatische wapens in Libië, die er dienstdeden tijdens de Libische revolutie.
Ook leverde hij 10 tanks en 5 gevechtshelikopters aan Guinee. Aan Tsjaad bezorgde hij 200.000 automatische wapens, munitie, 4 helikopters en 2 oorlogsvliegtuigen. Pakistan ontving een levering raketlanceerders en mitrailleurs. Tot slot leverde hij nog militair materiaal aan Iran.
Volgens het federaal parket bleek uit mails die aangetroffen werden op Monsieurs computer duidelijk dat hij betrokken was bij de wapenhandel. Monsieur beweerde dat hij sinds begin jaren 2000 geen wapens meer verkocht, maar dat vroegere kennissen uit het milieu regelmatig met hem contact opnamen en dat hij hen occasioneel hielp. Ook zei hij dat zijn activiteiten als wapentrafikant een dekmantel waren om te spioneren voor enkele Europese geheime diensten. Zijn advocaat pleitte de vrijspraak.
Bron » De Morgen