De maffia-moorden van de Waalse koppelbazen

Morgen is het exact drie jaar geleden dat Stéphane Steinier, journalist bij de Waalse krant La Nouvelle Gazette, spoorloos verdween. Vermoord door de in Wallonië zeer machtige maffia van de koppelbazen, zo neemt men aan. Zijn lijk werd nooit teruggevonden, en alle verdachten werden vrijgelaten en repten zich als hazen de grens over. Het verhaal van de “verdwijning” van Steinier evenaart het scenario van de ongelooflijkste maffiafilm, maar zoals ook al door andere affaires in Wallonië werd aangetoond is de realiteit daar soms stukken sterker dan de stoutste fictie.

Stéphane Steinier Wass 28 en beginnend journalist op de redactie van La Nouvelle Gazette in Charleroi. Op 26 januari 1989 in de late avond reed hij met zijn auto van de redactie terug naar de woning van zijn ouders in Montignies-sur-Sambre. Enkele honderden meters voor hij thuis arriveerde werd zijn wagen door drie handlangers van koppelbazen-capo’s tot staan gebracht. Daarna verdween hij van de wereld.

Iedereen vrij

Eén van de drie, Giuseppe Condello, sloeg enkeIe weken later aan het praten. Hij vertelde het parket van Charleroi dat hij samen met nog een Italiaan, Bruno Di Donato, en een Turk, Necdet Demirkaya, van de Waalse koppelbazenkoning Carmelo Bongiorno de opdracht had gekregen Stéphane Steinier “een Iesje te leren”. Steinier had volgen Bongiorno een verhouding met de ex-vrouw van een zeer goede vriend van hem, de BOB-adjudant Michel Dubuisson uit La Louvière.

Di Donato en Demirkaya hadden Steinier opgewacht, hem in de bestelwagen geleurd, en waren naar een braakliggend terrein in Ressaix gereden. Daar had Demirkaya Steinier omgebracht met drie pistoolschoten in het hoofd. Waar het lijk zich bevond kon Condello niet zeggen, maar hij vertelde dat hij vernomen had dat het in een bad met bijtend zuur was geworpen en daarna in een betonblok gegoten.

Berouw

Condello beweerde te praten “uit berouw”, en in de tuin van zijn ouders werd zelf een echte granaat geworpen, die door technisch defect gelukkig niet ontplofte. Hij kwam samen met Di Donato, die alles bleef ontkennen, vlug vrij en beiden verdwenen ogenblikkelijk uit België. Bongiorno bleef langer in de nor, maar in april 1990 werd hij vrijgelaten mits betaling van een borgsom van 43 miljoen frank: zolang er geen lijk was, kon hij de moord immers blijven aanvechten.

Het bedrag werd prompt door de advocaat van Bongiorno’s Luxemburgse bankrekening gehaald, en het kopstuk repte zich onmiddellijk naar zijn geboortedorp Villa Rosa in Sicilië, waar niemand hem durft gaan verontrusten.

Ook BOB-adjudant Michel Dubuisson werd ondervraagd, maar die verklaarde dat zijn “vriendschappelijke relatie” met peetvader Bongiorno zuiver ”ambtelijk” was.

De Turk Necdet Demirkaya werd gearresteerd in Italië, maar de Belgische justitieminister Wathelet ving volkomen bot toen hij om zijn uitlevering vroeg: de rechtbank in Turijn oordeelde dat de man niet kon uitgeleverd worden omdat in België p dat ogenblik nog steeds (op papier) de doodstraf bestond … Door die weigering zag België zich genoodzaakt een eis tot vervolging door het Italiaanse gerecht in te dienen, en dat proces begon in december 1991. Momenteel ligt deze rechtszaak echter stil.

Vleestransport

En dan dook het verhaal op van de nu ondergedoken Anne Van Steelant, de vroegere vaste vriendin van Carmelo Bongiorno. Zij verklaarde aan de gerechtelijke politie dat Bongiorno samenwerkte met de toen in België verblijvende Griekse vleeshandelaar Yannis Economou. “Diens in- en uitvoer van vleeswaren diende voornamelijk om het zwart geld van de koppelbazen wit te wassen”, zei Van Steelant.

“Maar tussen het vlees in de koelwagens zaten ook wel menselijke resten verborgen, ledematen die met zuur waren toegetakeld. Dat waren lijken die spoorloos moesten verdwijnen …”

Economou werd daarover door de Griekse politie ondervraagd. Hij repliceerde op deze aantijgingen vanuit het Griekse Thessaloniki, en ontkende dat hij met zijn koelwagens het lijk van Stéphane Steinier of andere lijken vervoerd zou hebben. Wel gaf hij toe dat hij de hoofdbeschuldigde kende: Carmelo Bongiorno, alias Boncarlo. Hij had jaren met die kerel samengewerkt, maar met dienst duistere zaken had hij niets te maken, en Steinier, die was achter Bongiorno’s handel en wandel gekomen, en dat was de echte reden waarom hij moest verdwijnen.

Niet alleen Steinier verdween spoorloos. Spoorloos in de Waalse wereld van het zwartwerk zijn bijvoorbeeld ook nog Adriano Gattesco, de vroegere doelman van Binche, en de ex-koppelbazen Giovanni Ponzo en Jean-Claude Bottiaux. Dan zijn er de afrekeningen: ex-koppelbaas Virgilio Daga, met kogels doorzeefd op klaarlichte dag in Bergen nadat hij anoniem op de RTBF over Bongiorno verklaringen had afgelegd, en zijn “collega” Armando Romaniello, op 24 juli 1990 door rivalen doodgeschoten.

Bron » Gazet van Antwerpen