Ex-crimineel maakt gangsterfilm: “Ik geloof in tweede kansen”

Hij was een van de meest beruchte gangsters van ons land. Nu begint hij aan een tweede leven als filmregisseur. François Troukens doet het verhaal van zijn debuut Tueurs, een misdaadfilm over de Bende van Nijvel, die gisteren in wereldpremière ging op het Filmfestival van Venetië.

Vrijdag stelt Michaël Roskam op de Mostra Le Fidèle voor, maar gisteren was het al de beurt aan Tueurs – óók een Belgisch gangsterdrama dat zijn inspiratie haalt uit een van de donkerste bladzijden van onze nationale geschiedenis: de Bende van Nijvel. Tueurs toont hoe die meer dan dertig jaar na datum terugkeert, en daarbij in aanvaring komt met de bende van Frank Valken (rol van Olivier Gourmet). Het bijzonderste aan de film: de regisseur is zelf ervaringsdeskundige. François Troukens verdiende in de jaren 90 rijkelijk zijn brood met het overvallen van geldtransporten. Het avontuur eindigde – na acht jaar op de vlucht – in de gevangenis. Troukens zou er tien jaar doorbrengen.

“Eigenlijk was ik niet voorbestemd om crimineel te worden”, zegt Troukens, inmiddels een vrije man, ons op een zonovergoten terras in Venetië. “Ik kom uit een artistieke familie, en was als kind al met schrijven bezig. Ik wilde fotograaf of documentaireregisseur worden.” Totdat een gewelddadig incident zijn leven van de rails duwde.

Op 27 september 1985 slaat de Bende van Nijvel toe in de Delhaize van Eigenbrakel. Enkele tientallen meters verderop, op de boerderij van de familie Troukens, hoort de 12-jarige François schoten weerklinken. Samen met zijn broer snelt hij naar de parking van supermarkt. Op het asfalt liggen bebloede lichamen, drie mensen laten het leven. “Dat beeld is me altijd blijven achtervolgen. Het is een trauma, maar ik voelde ook een vreemd soort opwinding. Ik was ook altijd al gefascineerd door misdaadfilms uit de jaren 70, met charismatische rollen van Alain Delon en Lino Ventura. Ik moet daar eerlijk in zijn: ik had zin om gangster te worden.” Troukens ging aan de slag als bodyguard, maakte foute vrienden en kwam met beide voeten in de onderwereld terecht.

Geen dag verloren

Nu hij zijn straf heeft uitgezeten, wil Troukens de bladzijde omdraaien. “Daar ben ik meteen mee begonnen toen ik in de cel belandde. Ik wilde geen dag laten verloren gaan: ik heb een diploma in literatuur en psychologie behaald vanuit de gevangenis.” Maar belangrijker nog: Troukens vond er zijn creativiteit terug. “Ik begon ideeën neer te pennen voor een filmscenario.” Dat groeide uit tot Tueurs, zijn allereerste langspeelfilm. Ervaring met filmregie had hij nog niet, dus er werd een coregisseur bijgehaald: enter Jean-François Hensgens, die op de set het grootste deel van het technische werk voor zijn rekening nam.

Troukens zag er intussen op toe dat alles zo authentiek mogelijk in scène werd gezet. “Ik heb er natuurlijk veel van mezelf in gestoken”, zegt hij. “De emoties die Frank voelt als hij in de gevangenis terechtkomt, heb ik zelf ervaren. Maar er zijn ook veel praktische elementen die een scenarist zonder ervaring in het milieu niet had kunnen bedenken. De manier waarop ze uit de gevangenis ontsnappen, of ook de ingenieuze overval op het geldtransport: die wilde ik vroeger met mijn bende écht uitvoeren. Gelukkig hebben we dat nooit gedaan.” Ook de erecode die Troukens als gangster hanteerde, gaf hij door aan zijn personage: “Net zoals Frank in de film heb ik nooit iemand gedood. Ik heb wel eens een politieman in het been geschoten. Daar heb ik veel spijt van.”

Schone lei

Of hij nooit nadenkt over wat zijn slachtoffers van de film zullen vinden, vragen we nog. “Natuurlijk wel. Heb ik wel de legitimiteit om dit te doen? Ik heb besloten van wel. Ik geloof heel erg in tweede kansen. Ik heb fouten gemaakt en ben daar terecht voor gestraft, maar nu moet ik mezelf heruitvinden, opnieuw mijn weg zoeken in de samenleving. Dat doe ik door films te maken. Mijn volgend scenario heeft zelfs helemaal niks meer met het gangstermilieu te maken. En ooit wil ik een liefdesverhaal vertellen.”

Tueurs speelt vanaf 6 december in de zalen.

Bron » De Morgen