De regering heeft de regels om burgers te laten infiltreren bij criminele bendes op papier gezet. Daarin staat dat de politie ook ex-criminelen mag inschakelen.
‘Wie een burger inschakelt als infiltrant, moet heel veel vertrouwen stellen in die persoon. En een betrouwbare crimineel, is dat geen contradictio in terminis?’ Advocaat en professor strafrecht Joachim Meese, die verbonden is aan de Universiteit Antwerpen, staat erg kritisch tegenover de introductie van burgerinfiltranten bij speurwerk in ons land. Twee weken geleden heeft de federale regering, na enkele aankondigingen, het wetsontwerp hierover ingediend in het parlement. Het geeft een gedetailleerde inkijk in het kader waarin de omstreden methode zal worden toegepast.
Risicoanalyse
Een opvallende passage gaat over de risicoanalyse die de federale politie van elke infiltrant zal maken. Die gaat onder meer over de leeftijd van de infiltrant, het misbruik dat hij zou kunnen maken van zijn status, de betrouwbaarheid en eventuele veroordelingen en betrokkenheid bij misdrijven. ‘Dit houdt in dat een persoon met een crimineel verleden niet per definitie wordt uitgesloten als burgerinfiltrant’, schrijft de regering.
‘Dat is net het zwakke punt’, vindt professor Meese, die in de kamercommissie Justitie is uitgenodigd om zijn licht te laten schijnen over de regels. ‘Vandaag mogen alleen politiemensen infiltreren. Zij moeten in pv’s nauwkeurig de waarheid schrijven over hun activiteiten. Hoe zeker ben je dat burgerinfiltranten ook altijd waarheidsgetrouw zullen vertellen over hun activiteiten? Er kunnen allerlei zaken gebeuren waar je niets over weet. Dat heeft het verleden al aangetoond (zoals de IRT-affaire in Nederland, red.). Criminelen kunnen hun status als infiltrant gebruiken om een concurrent uit te schakelen door hem erin te luizen. Ze zitten in een machtige positie. We mogen niet naïef zijn: criminelen zullen ook uit eigenbelang infiltrant worden.’
Misdrijven
De burgerinfiltranten zullen volgens het wetsontwerp misdrijven mogen plegen als ze vooraf de toelating hebben gekregen van het parket. Het vergrijp mag niet ernstiger zijn dan de feiten die ze helpen opsporen. Ze mogen bijvoorbeeld valse papieren gebruiken of bij een bende aan de slag gaan als chauffeur, boekhouder of bankier. Maar evengoed kunnen ze groen licht krijgen om mee te werken aan drugs- of wapenhandel. Geweld tegen personen is uitgesloten, tenzij bij zelfverdediging.
‘Die toelating om misdrijven te plegen gaat zeer ver’, vindt strafpleiter Joris Van Cauter. ‘Het is problematisch dat burgers straffeloos feiten mogen begaan. Het doel heiligt hier duidelijk de middelen. Ik vraag me af of het Grondwettelijk Hof dit zal tolereren. Bovendien is dit opnieuw een voorbeeld van hoe terrorismebestrijding dient als argument voor een methode die veel breder zal worden gebruikt.’
Volgens de regering worden de burgerinfiltranten op zes niveaus gecontroleerd: door diverse instanties bij de politie zelf, bij het openbaar ministerie, bij de onderzoeksrechter, bij de kamer van inbeschuldigingstelling, de vonnisrechter en tot slot door het parlement.
Bron » De Standaard