De wet die moest voorkomen dat iemand werd vrijgelaten na een fout van een onderzoeksrechter gaat in tegen de grondwet.
Vóór een wetswijziging in november 2016, kwam het al eens voor dat een verdachte vrijgelaten moest worden, omdat de onderzoeksrechter vergeten was zijn handtekening onder het aanhoudingsbevel te plaatsen.
Een wet op aangeven van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) maakte daar komaf mee. De ‘vormvereisten’ voor zo’n aanhoudingsbevel werden versoepeld: als de onderzoeksrechter het niet tekende of onvoldoende motiveerde waarom die verdachte werd aangehouden, was dat geen reden om hem vrij te laten uit voorlopige hechtenis.
De Orde van Frans- en Duitstalige advocaten trok tegen die aanpassing naar het Grondwettelijk Hof. Dat Hof vernietigde gisteren de versoepeling. Ze zou ingaan tegen het grondrecht dat bepaalt dat niemand zonder volwaardig aanhoudingsbevel aangehouden kan worden.
Het kabinet-Geens zei gisteravond in een reactie dat ze bij de hoven en rechtbanken nu zullen aandringen op een interne controle, waarbij de cruciale voorschriften - het verhoor van de verdachte, de ondertekening van het mandaat en de mededelingen aan de verdachte - dubbel gecheckt worden. “Met de langere aanhoudingstermijn, van 24 naar 48 uur, moet dat mogelijk zijn.”
Bron » De Standaard