België is het enige West-Europese land dat de leugendetector gebruikt in gerechtelijke procedures. De politie verdedigt de test met vuur, experts kraken haar af. ‘Het Belgische gebruik van de polygraaftest is pseudowetenschappelijk.’
‘De sfeer in de regering is momenteel goed’, zegt minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) lachend. Meent hij het? Gezien hij net aan de leugendetector of polygraaf hangt, weten we het zo. ‘De waarheid’, zegt polygrafist Gregorio Cornelis. Dat is een leugentje om bestwil: op basis van één vraag kan de polygrafist niet achterhalen of iemand liegt.
Van Quickenborne bracht gisteren een bezoekje aan de federale gerechtelijke politie waar de tests plaatsvinden. In een nieuwe rondzendbrief zet hij de puntjes op de i over het gebruik ervan. Opmerkelijk is dat geen enkel ander West-Europees land de test gebruikt. ‘Dat is omdat wij slimmer zijn’, grapt polygrafist Kurt Devilder. Is dat echt zo? Of gaan we als enige land de mist in door een onbetrouwbare test te gebruiken?
De test is te omzeilen
De test maakt gebruik van de techniek van de vergelijkende vraag. Er worden twee types ja/nee-vragen voorgelegd. Het ene type omvat de relevante vraag: heeft iemand het misdrijf begaan? Het andere type is een controlevraag. Bij seksuele misdrijven is dat bijvoorbeeld: vond je het ooit nodig om te liegen over een seksuele activiteit? Wie onschuldig is, krijgt meer stress van die laatste vraag. Wie schuldig is, reageert sterker op de relevante vraag. Althans, dat is de theorie. De reactie wordt gemeten met sensoren. Ze registreren bloeddruk, hartslag, bloedvolume, ademhaling en zweetafscheiding.
Die sensoren flakkeren niet alleen op wanneer je een leugen vertelt. Je kunt de reactie nabootsen door tijdens de vraag aan iets anders te denken, op je tong te bijten of je sluitspier op te spannen. Wil je de test omzeilen, dan doe je dat bij de controlevragen zodat je daar sterker op reageert (zoals bij onschuldige mensen het geval is).
De test valt te manipuleren, zo blijkt uit onderzoek. Maar polygrafisten kunnen misleidende gedragingen onderscheppen. ‘Onze stoel meet ook bewegingen, op het zitvlak en de leuning’, zegt Cornelis. Hij stelt vast dat ook doorwinterde leugenaars falen. Zo was het oordeel na de test van Abdallah Ait-Oud, die Stacy en Nathalie vermoordde: ‘leugenachtig’. Dat was ook zo bij seriemoordenaar Ronald Janssen.
Volgens Bruno Verschuere, professor forensische psychologie aan de Universiteit van Amsterdam, blijkt uit de literatuur dat de kans klein is dat de polygrafist een schuldige onterecht bestempelt als ‘niet leugenachtig’. Die kans bedraagt 1 tot 13 procent.
De leugendetector levert resultaat op …
Er zijn talloze voorbeelden waarbij de leugendetector geleid heeft tot een doorbraak of een bekentenis. In 2019 werden 271 tests afgenomen. 33 leidden tot een bekentenis. ‘Dat is niet per se omdat de test zelf het bij het rechte eind heeft’, zegt Verschuere. ‘Het werkt ook intimiderend. Sommige mensen gaan al door de knieën nog voor het apparaat aangeschakeld wordt.’
De politie benadrukt dat de grootste winst niet ligt in het uitlokken van bekentenissen. ‘Zoals de Canadezen, van wie we opleiding krijgen, zeggen: we doen het voor de onschuldigen’, zegt Devilder. ‘In 65 procent van de tests wordt de waarheid gesproken. Vaak worden mensen heel emotioneel wanneer blijkt dat hun onschuld eindelijk geloofd wordt.’
… maar ten koste van onschuldige burgers
Die successen hebben een schaduwzijde. De polygrafist bestempelt een onschuldige soms als leugenachtig. ‘Als de vraag gesteld wordt: “Heb je je partner vermoord?”, is het niet moeilijk om je in te beelden dat ook wie het niet gedaan heeft een sterke reactie vertoont’, zegt Verschuere.
De test biedt onschuldigen slechts een matige bescherming, stelt Verschuere vast. De kans op een valspositief resultaat bedraagt 10 tot 23 procent, blijkt uit de literatuur. Als van de 500 mensen die normaal jaarlijks getest worden twee op de drie onschuldig is, dan krijgen jaarlijks 33 tot 76 mensen onterecht het etiket ‘leugenachtig’.
‘Dat is de nachtmerrie van elke polygrafist’, zegt Devilder. Maar hij wijst erop dat de test nooit kan gelden als enige bewijs. Volgens Cornelis is de test erg accuraat. ‘Uit honderden gepeerreviewde artikels blijkt dat de betrouwbaarheid tussen de 92 en 98 procent ligt.’
Verschuere fronst de wenkbrauwen. ‘Polygrafie is ook een industrie, die er geen baat bij heeft om politieagenten kritisch op te leiden. Ze praten de verkopers na, die schermen met de meest gunstige studies.’ Een recente overzichtsstudie is erg kritisch voor de gepubliceerde studies. De auteurs concluderen dat de wetenschappelijke basis voor de leugendetector zwak is en de studies van lage kwaliteit.
De expert zou het nooit doen, de minister twijfelt
Niemand kan verplicht aan de leugendetector gelegd worden. Dus wat als u voor de keuze gesteld wordt? ‘Als ik onschuldig was, en het is een goede polygrafist, dan zou ik het doen’, zegt polygrafist Cornelis. ‘Maar als ik schuldig was? Dan zou ik wel zot zijn.’
Verschuere zou het niet doen, en al zeker niet als hij onschuldig was. De test gaat immers vaker in de fout bij onschuldigen. En de minister? We krijgen geen ja of nee. ‘Goeie vraag. Dan moet je alle scenario’s op een rij zetten. Als je onschuldig bent, biedt het toch een kans om je onschuld te bewijzen.’
Bron » De Standaard