Vanavond is op Eén aflevering 2 te zien van “1985”, een reeks over de Bende van Nijvel. Net als in aflevering 1 komen enkele markante historische gebeurtenissen aan bod. Ontdek hier wie of wat deze keer de hoofdrol speelt.
In de eerste aflevering vorige zondag konden we al kennismaken met de vrije radio FM Bruxel. Het was één van de grotere zenders in het dichtbevolkte landschap van vrije radio’s. Vrije radio was in die tijd vaak synoniem voor lokale radio en met enige overdrijving kan gezegd worden dat elk dorp wel zijn station had.
Wat alle lokale of vrije zenders gemeen hadden, was dat ze opereerden in de illegaliteit. In Nederland wordt in dat verband gesproken over ‘piratenzenders’.
FM Bruxel, een stadsradio in Brussel, had destijds enkele bekende medewerkers zoals de scenarist van de reeks “1985”, Willem Wallyn (met als artiestennaam Dr. Dada), en de frontman van Arbeid Adelt, Marcel Vanthilt (Max Alexander). Je moet dus niet alleen aandachtig kijken naar “1985”, je moet ook aandachtig luisteren.
Goffinard
Het personage Goffinard is duidelijk geïnspireerd op de persoon van Guy Goffinon, een rijkswachtadjudant die ook bij de B.O.B. (Bewakings en Opsporingsbrigade) van Brussel werkte. Net zoals de hoofdfiguur Herman Vernaillen was hij betrokken bij het onderzoek naar de zaak-François.
Ook hij werd in realiteit mikpunt van een aanslag. Er wordt een bom geplaatst in een anonieme B.O.B.-wagen, maar die wordt tijdig ontdekt. Twee dagen later, op 11 oktober 1981, zal wel een bom afgaan in diezelfde Peugeot 404. Niemand geraakt gewond.
Uit onderzoek bleek dat Jean-François Buslik, een vriend van Madani Bouhouche, onderdelen voor het bomtuig kocht bij een Tandy-winkel. Buslik wordt overigens op het assisenproces waar ook Robert Beijer en Bouhouche terechtstonden, bij verstek veroordeeld tot de doodstraf voor zijn aandeel in de roofmoord op Zwarts. Francis Zwarts was een veiligheidsagent die gedood werd bij een overval in 1982. Bij die overval werd een grote hoeveelheid geld en juwelen buitgemaakt.
Merkwaardig is wel dat Goffinon zal blijven werken met Beijer, de kompaan van Madani Bouhouche, ook na zijn ontslag bij de rijkswacht. Beijer is een informant voor Goffinon.
Zijn naam wordt ook genoemd door Michel Libert. In de parlementaire onderzoekscommissie naar de Bende van Nijvel zal Libert, een notoir lid van de extreemrechtse organisatie Westland New Post, verklaren dat WNP contacten had met twee commissarissen bij de Staatsveiligheid bijgenaamd le canard (de eend) en le lapin (het konijn) én met rijkswachter Goffinon.
Goffinon zelf is ondervraagd in het Bendeonderzoek. Hij vertelt weinig opzienbarends behalve dan misschien dat hij in het onderzoek naar de zaak-François een fichebak vond in de kluis van Léon François. Daarin zaten zo’n 150 fiches over personen ‘die als links-gericht bekend stonden”.
Geven en nemen
In de tweede aflevering is te zien hoe Bouhouche als privédetective opzoekingen doet in het informatiesysteem van de rijkswacht. Goffinard zegt vrij lapidair dat dat normaal is. “We krijgen informatie en we geven informatie.” De praktijk in die periode was inderdaad een van geven en nemen in een schimmig gebied waar politiemensen en criminelen samenwerkten.
Veel later, begin jaren 2000, zal het werken met informanten wettelijk geregeld worden in de zogenoemde BOM-wet. BOM staat voor “bijzondere opsporingsmethodes”. Dat was niets te vroeg, want in de jaren 80 en 90 waren er verschillende politieschandalen die te maken hadden met dubieuze banden tussen politiemensen en hun indicateurs (tipgevers).
Zo werd bijvoorbeeld ook in het onderzoek-Dutroux een agent van de Gerechtelijke Politie een tijdlang opgepakt omdat hij zijn informant beschermd zou hebben (en daardoor ook cruciale informatie niet zou hebben doorgegeven).
Microfiches
De microfiches van de rijkswacht (en ook Gerechtelijke Politie) waren omstreden (microfiches waren het technisch systeem waarop in die tijd gegevens bewaard werden). Het (inmiddels ter ziele gegane) weekblad Pour berichtte er destijds over. Er waren de zogenoemde microfiches R die betrekking hadden op veroordeelden of mensen die opgespoord werden. Bedenkelijker (en ook volledig geheim gehouden) waren de microfiches B.
Daarin werd een erg brede categorie van de bevolking geficheerd op basis van erg dubieuze gronden. In een omzendbrief (van 10 september 1979) wordt de rubriek ‘milieu’ als volgt ingedeeld: ‘politieke agitatie, commune (groep mensen die samenleven), hippies, homoseksuelen, universitairen, landlopers.’
Beijer en Bouhouche, zo is gebleken, gebruikten in hun privédetectivebureau ARI ook politieke en criminele inlichtingen. Ze steunden op deze microfiches. Ze hadden overigens in de nacht van 5 op 6 maart 1985 een diefstal gepleegd bij de firma Petit in de Louizalaan in Brussel waar ze o.a. een machine om microfiches te lezen, stalen.
Pinon
In aflevering 2 is nogal wat aandacht voor het fameuze dossier-Pinon. Het is een dankbaar dossier voor een scenarist omdat het zo tot de verbeelding spreekt en de fantasie prikkelt.
In wezen gaat het over seksfuiven waarbij hooggeplaatste personen, magistraten, politici, en rijkswachtofficieren zouden betrokken zijn. Het komt voor het eerst ter sprake wanneer op 7 september dokter André Pinon een verklaring aflegt bij de politie naar aanleiding van een inbraak in zijn woning in Sint-Genesius-Rode. Hij verklaart dat hij verwikkeld is in een echtscheiding met zijn echtgenote, Josiane Jeuniau.
Die laatste verklaart aan hem dat zij regelmatig deelnam aan “partouzes”, waarbij naast notabelen ook minderjarigen waren betrokken. Die verklaring wordt stiekem op band opgenomen.
Het dossier-Pinon is door het Brusselse gerecht onderzocht, zij het dat er inderdaad wel veel kritiek te geven valt op de wijze waarop.
Relevanter is de vraag naar het verband tussen dit dossier en de Bende van Nijvel. Waren leden van de Bende betrokken bij de seksfeestjes? Werden bij de overvallen mensen gedood omdat ze belastende informatie hadden over de ‘balletten’? Speelde chantage? Afpersing?
De parlementaire onderzoekscommissie deed uitgebreid onderzoek naar het dossier en verwante dossiers van luxeprostitutie (bv. het dossier Montaricourt die een luxe callgirlnetwerk runde dat ze in 1978 overnam van Fortunato Israël).
Al die dossiers bevatten ingrediënten die het geheel een bijsmaak geven van bescherming, corruptie en normvervaging. Er is in elk geval voldoende stof om onder de loep te nemen.
In ruim zestig pagina’s wordt gedetailleerd het onderzoek van het onderzoek uit de doeken gedaan. Er is, zo schrijven de twee experten (de KU Leuven-professoren Cyrille Fijnaut en Raf Verstraeten) wel degelijk aandacht geweest in het Bendeonderzoek voor dit dossier. Een verband tussen de roze balletten en de Bende vinden ze niet.
Anderzijds schrijven ze (in 1997!) dat de wijze waarop de Belgische justitie het dossier-Pinon behandeld heeft “medeverantwoordelijk is dat de geruchtenstroom in verband met de zogenoemde “roze balletten” maar aanhoudt”. Die conclusie kan men een kwarteeuw later bevestigd zien in “1985”.
Bron » VRT Nieuws