Wetenschappers van de KU Leuven willen een methode ontwikkelen waarmee ontdekt kan worden welk familielid een misdaad gepleegd heeft. Via het DNA van naaste verwanten kunnen daders al worden opgespoord, maar bij broers of mannelijke tweelingen is het nog vrij complex om te achterhalen wie van hen de dader is. Met de hulp van 100 tweelingen willen wetenschappers dat verschil duidelijker in kaart brengen.
Even een kleine opfrissing van de werking van DNA: een vrouw heeft twee X-chromosomen, terwijl een man een X- en een Y-chromosoom heeft. Dat Y-chromosoom wordt generaties lang bijna onveranderd doorgegeven van vader op zoon. Wanneer je dus het DNA van een man onder de microscoop legt, vind je ook sporen van zijn mannelijke verwanten.
Handig wanneer er DNA van een misdadiger onder de microscoop ligt, zou je denken. Want als je de dader niet kan vinden in de DNA-databank, kom je misschien toch al een stap dichterbij door een van zijn familieleden te vinden.
Maar daar heeft de DNA-wet uit 1999 lang een stokje voor gestoken. Die wet zegt dat er een identieke match nodig is tussen de verdachte en het DNA dat gevonden wordt tijdens een misdaad. Anders gezegd: het DNA moest je rechtstreeks naar de dader leiden.
Een jaar geleden is er dan toch een wetsontwerp goedgekeurd waardoor het mogelijk wordt om daders op te sporen via het DNA van naaste verwanten. Dat wetsontwerp kwam er mede dankzij het wetenschappelijk onderzoek van doctor in de forensische biomedische wetenschappen Sofie Claerhout (KU Leuven).
Zij gebruikte de onopgeloste moord op Ingrid Caeckaert om aan te tonen waarom een uitbreiding van de wetgeving nodig was voor zowel cold cases (onopgeloste moorden, red.) als toekomstig forensisch onderzoek.
Ingrid Caeckaert
Ingrid Caeckaert werd in 1991 met 62 messteken vermoord in de trappenhal van haar appartement in Knokke-Heist. Na 32 jaar blijft de moord onopgelost.
De dader liet een bebloede handafdruk achter op de deur van haar appartement. Er bestaat dus een DNA-staal van de dader. Het enige dat met het staal geconcludeerd kon worden, is dat het over een man gaat.
De dader zal, zelfs als ze hem ooit vinden, nooit meer berecht kunnen worden. Op 16 maart 2021 is de zaak namelijk verjaard.
Bij het DNA-staal gevonden bij de moord op Caeckaert werd nooit een exacte match gevonden in de DNA-databank. “Terwijl we door dat Y-DNA dat gevonden werd, relatief eenvoudig op zoek kunnen gaan naar dichte en verre familieleden van de onbekende dader.” Dat is dankzij het wetsontwerp van vorig jaar dus wel mogelijk.
Op dit moment doet Claerhout nog DNA-verwantschapsonderzoek om te weten te komen hoeveel generaties er tussen de verschillende Y-DNA’s zitten. Zo kan er op termijn bepaald worden wat het verschil in generatie is tussen de gedeeltelijke match en het oorspronkelijk Y-DNA.
Wat met dezelfde generatie?
Dat verschil tussen de generaties vinden is heel essentieel, anders wordt de foute persoon misschien beschuldigd van een daad die hij niet gepleegd heeft. Wanneer er geen generatieverschil is en er bijvoorbeeld een Y-DNA gevonden wordt van de broer van de dader, is het soms heel moeilijk om een onderscheid te maken, zo leren andere misdaden ons.
In Frankrijk bijvoorbeeld, moest een rechter twee personen veroordelen tot dezelfde gevangenisstraf. Het geweer waarmee drie mensen werden neergeschoten had het DNA van de dader. Probleem? Er kwamen twee verdachten in aanmerking: Mohamed en Djibril, een eeneiige tweeling. Eén van de twee had het geweer doen afgaan, maar beiden kregen een gevangenisstraf van 12 jaar opgelegd omdat er geen onderscheid in DNA gevonden kon worden.
In de Verenigde Staten heeft het 20 jaar geduurd vooraleer de juiste broer werd veroordeeld in een verkrachtingszaak. Ook hier toonde een DNA-spoor dat de dader een deel van een tweeling was, maar ze bleven naar elkaar met de vinger wijzen. Door vernieuwd onderzoek is er in 2019 toch een verschil gevonden in hun DNA.
In Nederland kwam er sneller duidelijkheid. De rechter moest daar te weten komen wie in 2019 een oudere vrouw verkracht had. Ook hier twee verdachten: een eeneiige tweeling. Twee jaar heeft het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) nodig gehad om in het gehele DNA van de broers – zo’n 3 miljard letters – een minimaal verschil te vinden.
Tweelingen van dichterbij bekijken
Maar het kan dus, een verschil vinden bij dichte verwanten. Het is nu alleen nog zoeken naar een speld in een hooiberg. Daar wil doctoraatstudent Heleen Coreelman onder leiding van Claerhout verandering in brengen. Hoe? Door 100 tweelingen te vragen hun DNA af te staan.
Door bij meerdere dichte verwanten hun Y-chromosoom te onderzoeken, zal er hopelijk sneller een verschil te vinden zijn tussen de 3 miljard tekens in het DNA. Ze zal in haar onderzoek vooral focussen op het Y-chromosoom, omdat net daar de verschillen zo klein zijn bij dichte verwanten.
Tot 20 maart kunnen tweelingen – en ook verre achterneven – zich melden op de website van CSY-verwantschapsonderzoek. Tegen eind oktober 2026 hoopt Coreelman resultaten voor te kunnen leggen. “Want het duurt wel een tijdje voordat we de profielen volledig in kaart hebben gebracht.”