Rijke mensen zijn veel makkelijker bereid morele en andere wetten met voeten te treden. Veel minder dan arme(re) mensen hebben zij enige scrupules om te nemen wat zij willen, blijkt uit een onderzoek van een vorsersteam rond Paul Piff van de University of California in Berkeley. Het onderzoek verscheen in het vakblad PNAS (Proceedings of the National Academy of Sciences).
Uitgangspunt van Piff en co was de simpele vraag ‘welke sociale klasse gedraagt zich het meest immoreel, de elite of het plebs?’. Ze keken eerst naar het verkeersgedrag, waaruit bleek dat chauffeurs van dure wagens driester en onvoorzichtiger reden en veel meer de verkeersregels aan hun voeten lapten. De bestuurders van peperdure auto’s hielden ook vaak geen rekening met voetgangers op het zebrapad.
De resultaten werden bevestigd door experimenten over onder andere hebzucht. Zo bleken rijke proefpersonen veel minder dan de niet-rijke scrupules te hebben om uit een doos met bonbons te graaien die officieel was bestemd “voor een groep kinderen hiernaast”. Een ander experiment bevestigde dat de rijkere deelnemers aan een proef veel meer logen en sjoemelden om geld te kunnen winnen in een spel.
De wetenschappers zochten voorts naar de oorzaken van hun waarnemingen, en kwamen tot de vaststelling dat rijkelui het eens waren met de stelling ‘Greed is good’ van Gordon Gekko, het hoofdpersonage uit de film ‘Wall Street’. Hoe rijker de proefpersoon, hoe positiever die hebzucht vindt en hoe waarschijnlijker het wordt dat hij/zij liegt en bedriegt.
Duidelijk is dat andere factoren – leeftijd, geslacht, religie of politieke voorkeur – het morele verschil niet verklaren. Het is, aldus de vorsers, primordiaal een klassezaak: voor de elite moet alles wijken voor het verwezenlijken van de eigen belangen.
Bron » De Morgen