Volksvertegenwoordiger Tony Van Parys meent dat het gerecht het onderzoek naar topgangster Madani Bouhouche compleet heeft verknoeid. Ex-rijkswachter Bouhouche overleed op 22 november 2005 in zijn woning in de Franse Pyreneeën. De man werd vaak gelinkt aan de 28 moorden van de Bende van Nijvel, maar er kon nooit iets bewezen worden.
Van Parys denkt dat dit nu helemaal nooit meer kan: “Pas een maand na zijn dood ging het gerecht van Charleroi ter plaatse. Al wat van belang was, zal dan wel verdwenen geweest zijn.”
“Vooral omdat Bouhouches oude kompaan Weykamp, de medeoprichter van het extreem-rechtse Westland New Post en die bovendien samen met Bouhouche de schietclub Parabellum uitbaatte, wel eerder ter plaatse was.” Van Parys wilde weten hoe de vork aan de steel zat. Minister van Justitie Laurette Onkelinx gaf een stand van zaken.
“Bouhouche kwam op 30 augustus 2000 voorwaardelijk vrij. Hij mocht naar de Pyreneeën verhuizen, maar geen ex-gedetineerden of medeplichtigen ontmoeten en ook geen wapens meer bezitten. Volgens het gerecht werden die voorwaarden goed opgevolgd. Bouhouche overleed op 22 november 2005.
“De justitie-assistente die de voorwaardelijke invrijheidstelling van Bouhouche begeleidde, wist dat al een week later”, zo zei Onkelinx. Maar van de relatie van Bouhouche met WNP-kopstuk Weylamp wist het gerecht niet.
Het wist evenmin dat Weykamp samen met Bouhouche een verhuurkantoor uitbaatte, noch welke huurders er allemaal via dit kantoor naar de Pyreneeën afzakten. Onkelinx zei nog dat “de woning van Bouhouche en de buurt daarrond door de Franse politie met meraaldetectoren zijn onderzocht maar dat geen munitie werd gevonden”.
Tony Van Parys reageerde verontwaardigd: “Waarom mocht Bouhouche in Frankrijk gaan wonen? Dan kon er toch geen enkele controle op die man zijn! En die controle was er dus duidelijk niet: Bouhouche bleef met wapens bezig en wellicht al zijn extreem-rechtse kompanen kwamen bij hem over de vloer.
Ook de manier waarop de politie de buurt heeft onderzocht, met het doen exploderen van de voordeur, heeft allicht veel sporen vernield. Terwijl men DNA-stalen en vingerafdrukken had moeten nemen, dagenlang!”
Bron » Gazet van Antwerpen