Hoorzittingen

Mei

Mei 1997

In mei 1997 hoort de Bendecommissie heel wat slachtoffers van Bende-feiten. Het is één klachtenregen. Velen zijn nooit verhoord, zelfs heel bevoorrechte getuigen niet. Pas eind februari 1997, in functie van de verspreide robotfoto’s, is daar verbetering in gekomen. Slachtofferopvang of slachtofferhulp lijkt wel onbestaand, van psychologische begeleiding is amper spraken, van materiële hulp soms een beetje. Heel schrijnende verhalen van vaak onmenselijke behandeling volgen elkaar op.

12 Mei 1997

Op 12 mei stort de commissie zich op een ander probleem: hoe heeft de rijkswacht zichzelf onderzocht op extreem-rechtse aanwezigheid? Gewezen rijkswachtkolonel Lhost beweerde dat het niet zo’n vaart liep met rechtse sympathieën bij rijkswachters. Luitenant-kolonel Paul Marchoul spreekt hem daarin vierkant tegen en wijst op een tegenrapport over rechtse rijkswachters.

16 Mei 1997

Ook kolonel Willy Bruggeman bevestigt op 16 mei dat extreem-rechts wel degelijk actief was binnen de rijkswacht en betreurt dat het commando toen heeft gefaald door niet hard genoeg op te treden tegen fenomenen als de extreem-rechtse groep G in de rijkswacht. Bovendien, vervolgt Bruggeman, deze rechtse rijkswachters en ex-rijkswachters duiken ook op in andere dossiers. Een snel en ernstig onderzoek had verbanden kunnen blootleggen en aangeven wie daders waren, wie hand- en spandiensten had geleverd, wie uitgeschakeld moest worden en zelfs wie het onderzoek heeft tegengewerkt en waarom.

20 Mei 1997

Luitenant-kolonel Lemasson komt op 20 mei aanvullen met verontrustende gegevens over relaties tussen rijkswachters en extreem-rechts, helemaal tegengesteld aan de conclusies van Lhost, maar zijn verslag bleef zonder gevolgen.

23 Mei 1997

Op 23 en 26 mei komt onderzoeksrechter Jean-Claude Lacroix uit Charleroi – die het onderzoek had van 1987 tot 1990 en opnieuw sinds 1996 – vertellen over de vele problemen waarmee hij werd geconfronteerd: politiemensen die verdwijnen uit het onderzoek, een beloofde criminele analiste die maar niet wil komen opdagen, cruciale informatie die maar niet wil doorstromen, onder meer uit het Nijvelse onderzoek tegen Bouhouche en Beijer waar men zes jaar lang niet aan kan.

Volgens hem had toen de top van het parket van Brussel moeten ingrijpen in het belang van het onderzoek, maar dat is nooit gebeurd. Toch hoopt hij met nieuwe ondervragingstechnieken onder hypnose, de bijbehorende robotfoto’s en DNA-onderzoek op resultaten en hij sluit niet uit dat het onderzoek in de richting van Bouhouche en Beijer leidt. Verder wil hij publiekelijk nog kwijt ‘dat men roze balletten en andere dwaalsporen in alle grote dossiers vindt’.

30 Mei 1997

Van 1988 tot 1990 heeft het onderzoek naar de Bende van Nijvel een heuse nationale coördinator, Jean-François Jonckheere. Maar die opdracht is een regelrechte mislukking geworden, geeft hij toe op 30 mei. Vooral in Nijvel lag het parket dwars als er informatie over het dossier Mendez werd gevraagd. Die coördinatieproblemen wijt hij aan de sclerose van ons gerechtelijk systeem.