“Speciaal statuut voor slachtoffers van terreur?”

Ja, wij hebben nood aan een specifiek statuut en behandeling, vinden terreurslachtoffers. De parlementsleden van de commissie 22/3 blijven veeleer voorzichtig.

Vijf slachtoffers van de aanslagen in Brussel en Zaventem lieten gisteren in de onderzoekscommissie 22/3 een diepe indruk na. Hun smeekbede sloot aan bij de noodkreet die Maalbeek-slachtoffers John en Rosine ’s morgens in deze krant hadden geuit (De Standaard, 18 januari) : “Erken ons. Help ons. We voelen ons alleen.”

Volgens Philippe Vansteenkiste, die zijn zus Fabienne verloor, moet de staat meer dan één tandje bijsteken. Hij verzamelde tot nu toe een 70-tal slachtoffers in de vzw V-Europe.

“Een slachtoffer van terrorisme is níét hetzelfde als het slachtoffer van een ongeval of ramp”, aldus de vijf slachtoffers. Ze werden daarin bijgetreden door koepelorganisatie Victim Support Europe (VSE). De organisaties claimen dat het voor terreurslachtoffers des te zwaarder is omdat ze via de media voortdurend geconfronteerd worden met terrorisme. Het extreme geweld, het voortdurend moeten herhalen van hun verhaal, het gevoel van onveiligheid, de psychologische trauma’s… Terreur is geen gewone ramp, aldus VSE.

De meeste parlementsleden hoedden zich gisteren om al op te reageren. Eerder vond de Raad van State het voornemen van de Vlaamse regering om de erfbelasting kwijt te schelden voor nabestaanden van terreurslachtoffers al in strijd met het gelijkheids- en legaliteitsprincipe. Opvallend: in Wallonië bestaat zo’n uitzondering wel.

Christoph D’Haese (N-VA) ging wel mee in het onderscheid. “Ja, zij zijn anders dan andere slachtoffers. Ik ga er eerstdaags de premier over aanspreken, ik vind niet dat terreurslachtoffers thuishoren in de gewone schadetabellen van de verzekeraars.”

Herdenkingscircus

Intussen vrezen de slachtoffers dat ze opnieuw over het hoofd worden gezien nu de herdenkingen dichterbij komen. ‘Wij zijn niet geconsulteerd’, zei Vansteenkiste. “We hebben de indruk dat de herdenking een circus gaat worden waarin met ons geen rekening gehouden wordt. Waarschijnlijk is het goed bedoeld, maar omdat niemand ons iets vraagt, lijkt het soms alsof we gebruikt worden voor commerciële of politieke doeleinden. Daarom zouden we dus graag gehoord worden.”

Bron » De Standaard