Net als Michel Nihoul mag ook de voorwaardelijk vrijgelaten Robert Beijer vertrekken naar het buitenland. In tegenstelling tot de Dutroux-verdachte moet hij zich wel melden op gezette tijden.
Ook mag de ex-rijkswachter, wiens naam herhaaldelijk in verband werd gebracht met de Bende van Nijvel, geen contact hebben met medeverdachten. Beijer verscheen in september 1994 voor het Brabantse assisenhof. Met Madani Bouhouche en Christian Amory (beiden ex-BOB’ers) en René Chang (ex-bediende Belgacom) moest hij zich verantwoorden voor een waslijst misdrijven.
Het ging onder meer om de moord op FN-ingenieur Juan Mendez, begin 1986 in Overijse, en die op de Antwerpse diamantair Ali Suleiman, in 1989. Bouhouche werd schuldig bevonden en veroordeeld tot twintig jaar dwangarbeid, Beijer kwam weg met veertien jaar voor lichtere feiten.
Na een derde van zijn straf te hebben uitgezeten, mocht ‘Bob’ de gevangenis in Verviers vorige week vrijdag verlaten. De commissie die verantwoordelijk was voor zijn vervroegde vrijlating verbond daar wel enkele voorwaarden aan. Zo moet de ex-rijkswachter zich elke drie maanden melden.
Dit belet hem niet te reizen. Volgens zijn advocaat Pierre Chomé vertrekt hij begin januari naar Thailand. Beijer runde voor zijn aanhouding een bedrijfje in edelstenen in de hoofdstad Bangkok. Hij heeft er ook een vrouw en kind. Het meisje was vier maanden oud toen har vader werd gearresteerd. De meldingsplicht levert volgens meester Chomé geen probleem op.
“Mijn cliënt moet zich aandienen bij en contact houden met de Belgische ambassade. Die brieft de maatschappelijk werkster van Justitie. Haar ziet hij om de drie maanden.” Dat betekent dat Beijer in maart weer naar België zal moeten vliegen. Intussen kan hij verder schrijven aan zijn boek. Daarin doet hij volgens zijn advocaat onthullingen over de betrokkenheid van de rijkswacht bij de Bende van Nijvel.
Bron » De Morgen