Het hof van Cassatie heeft de twee verzoekschriften van gewettigde verdenking ingediend door Marc Dutroux vanmiddag verworpen. Beide klachten werden onontvankelijk verklaard.
Het openbaar ministerie had vanmorgen de verwerping gevorderd van de twee verzoekschriften. Dutroux’ advocaat, Daniel Kahn had die verzoekschriften vorige week ingediend.
Een eerste verzoekschrift ging over het dossier van de ontvoeringen en de moorden op kinderen waarvan Marc Dutroux verdacht wordt. Meester Kahn vroeg dat de rechtbank van Neufchâteau van het volledige dossier zou ontheven worden.
Het openbaar ministerie merkt op dat Neufchâteau vandaag reeds niet meer met de zaak belast is, vermits ze afgelopen vrijdag de zaak reeds heeft doorgestuurd naar het hof van beroep van Luik. De kamer van inbeschuldigingstelling daar zal de zaak verder behandelen. Een verzoekschrift gewettigde verdenking kan een strafprocedure niet stilleggen en daarom vond het openbaar ministerie dat dit verzoekschrift “zonder voorwerp” was.
Een tweede verzoekschrift ging over een klacht wegens laster van de genaamde Michel F. tegen Marc Dutroux. Deze laatste verdenkt F. er namelijk van de meisjes Julie en Mélissa te hebben ontvoerd. Die zaak moet in februari door de rechtbank van Neufchâteau behandeld worden en ook in deze zaak vroeg Dutroux dat die rechtbank van de zaak zou gehaald worden.
Het openbaar ministerie wil dat het Hof van Cassatie dit verzoekschrift om twee redenen onontvankelijk zou verklaren. Vooreerst is de klacht niet gebaseerd op nauwkeurige elementen maar op roekeloze veronderstellingen, aldus de advocaat-generaal. Bovendien is de klacht in feite gericht tegen bepaalde leden van de rechtbank en niet tegen de rechtbank in zijn geheel, zoals de wet het wil.
Bron » De Standaard