Het moet afgelopen zijn met ministers die de staatsveiligheid eventjes opbellen om inlichtingen te vragen en vervolgens slordig omspringen met de verkregen informatie. Dat verklaarde vice-premier en minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) in antwoord op een vraag van senator Hugo Vandenberghe (CD&V).
“Soms telefoneren ministers naar de staatsveiligheid voor een inlichting”, stelde Vandenberghe. “Ik vraag mij af of een minister zomaar telefonisch inlichtingen kan vragen aan de staatsveiligheid, zonder dat daar een administratief spoor van bestaat. Er moet een logboek komen van die vragen. De ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken moeten principieel als enigen bevoegd zijn om met die diensten te werken. Het kan niet dat een minister die informatie wil over een bepaalde zaak, zomaar even opbelt.”
De senator verwees specifiek naar het incident rond Soetkin Collier, de zangeres van de folkgroep Urban Trad. Op basis van een uitgelekte nota van de staatsveiligheid over het extreem-rechtse verleden van de zangeres, kon Collier vorig jaar in extremis niet deelnemen aan het Eurovisiesongfestival. De informatie werd naar de media gelekt door een minister van de Waalse regering, aan wie de inlichtingendienst had gerapporteerd. Achteraf bleek de informatie grotendeels juist, maar onvoldoende genuanceerd. Collier diende wel klacht in tegen de geheime dienst.
Onkelinx heeft lessen getrokken uit het voorval. “De staatsveiligheid brengt mij systematisch op de hoogte van de rapporten die ze naar andere federale overheden stuurt”, zei de bewindsvrouw. “Inzake informatie die de gewestelijke of gemeenschapsoverheden kan interesseren, eis ik dat men mij vooraf verwittigt wanneer men van plan is die door te sturen. Als minister bevoegd voor de staatsveiligheid heb ik de taak om uit te maken of deze overheden deze inlichtingen moeten krijgen. Ik heb deze beslissing genomen naar aanleiding van de zaak-Soetkin Collier, omdat de gemeenschapsoverheden daarbij erg lichtzinnig zijn omgesprongen met het vertrouwelijke karakter van de informatie van de staatsveiligheid.”
Bron » De Morgen