Toen hij begin jaren negentig minister van Binnenlandse Zaken was, ging Louis Tobback met een zekere regelmaat in de clinch met de Staatsveiligheid en haar voogdijminister van Justitie. Het liefst zag Tobback de Staatsveiligheid helemaal verdwijnen. “Toen zei men dat ik dat uit eigenbelang zei, nu kunnen ze dat toch al niet meer beweren.” Voor alle duidelijkheid: de burgemeester van Leuven vindt het bestaan van de Staatsveiligheid op zijn Belgisch nog altijd een aberratie.
Zestien jaar geleden zei u al dat de Staatsveiligheid volledig nutteloos was. Bewijst de zaak-Erdal dat er niets veranderd is?
Tobback: “Over de zaak zelf ga ik me niet uitlaten. Maar het is toch duidelijk dat dit naar buiten toe niet goed is voor het land en dat men met een behoorlijke uitleg moet komen. Als ik het op de spits wil drijven, zeg ik dat dit nogmaals de bevestiging is van wat ik in 1990 al zei. In ieder beschaafd land valt de Staatsveiligheid onder Binnenlandse Zaken. Alleen bestaat er op Justitie een pathologische belangstelling voor de dienst en wil ze die niet afgeven.”
Die schimmige situatie zorgt er wel voor dat vandaag niemand goed weet wie er verantwoordelijk is.
“De onduidelijkheid leeft inderdaad voort. Daarom vind ik dat men nu van zijn hart een moordkuil moet maken en dit moet aangrijpen om nu eens eindelijk die noodzakelijke hervorming door te voeren. Wie weet hoe Staatsveiligheid werkt, moet eigenlijk zeggen dat geen enkele minister verantwoordelijk is.”
“Al in mijn tijd vonden ze het daar niet nodig de ministers op de hoogte te brengen. Onlangs las ik nog eens een interview met de vroegere chef, Albert Raes. Wel, die vindt nog altijd dat hij geen verantwoording verschuldigd was, dat hij op een soort goddelijke missie was. Als ik zie wat er met Koen Dassen gebeurd is, dan ben ik niet geneigd te geloven dat er veel veranderd is.”
Hoe schadelijk is dit voor de reputatie van het land?
“Dit is iets totaal anders dan de ontsnapping van Dutroux, maar we komen toch maar weer eens naar buiten als knutselaars en dat is nooit goed. Ik zou momenteel niet graag in de schoenen staan van buitenlandminister Karel De Gucht. Die zal zijn borst mogen natmaken als hij de komende weken een internationale vergadering binnenwandelt.”
Bron » De Morgen