Het parket van Brussel heeft een onderzoek geopend tegen voormalige en huidige topfunctionarissen van de Staatsveiligheid. Zij worden verdacht van laster en eerroof ten nadele van baron Benoît de Bonvoisin, zo vernam De Morgen. Tegelijk legt het Comité I de laatste hand aan een rapport over mogelijke malversaties van de Staatsveiligheid die tot doel hadden om De Bonvoisin in diskrediet te brengen.
De Brusselse procureur Bruno Bulthé besloot eind augustus een informatief onderzoek te starten naar laster en eerroof ten nadele van baron Benoît de Bonvoisin. Geviseerd wordt hierbij in eerste instantie Albert Raes, de legendarische spionnenmeester en voormalig administrateur-directeur-generaal van de Staatsveiligheid, en een aantal van zijn directe medewerkers. Sommigen onder hen vervullen momenteel nog altijd belangrijke functies bij de inlichtingendienst.
De problemen van De Bonvoisin begonnen in 1981, toen een nota van de Staatsveiligheid uitlekte in de pers waarin de baron werd beschreven als de geheime financier van de gewelddadige extreem rechtse organisatie Front de la Jeunesse.
Sindsdien ging De Bonvoisin door het leven als de ‘zwarte’ baron en werd zijn naam gelinkt aan allerlei duistere affaires uit de jaren tachtig, tot en met het dossier van de Bende van Nijvel.
Waarnemers zagen de hand van toenmalig minister van Justitie Philippe Moureaux (PS) en PS-peetvader André Cools achter de beschadigingsoperatie tegen De Bonvoisin. De baron was immers de rechterhand van PSC-politicus Paul Vanden Boeynants, een politieke rivaal van de socialistische kopstukken. Bovendien beschikte de baron over zeer goede internationale contacten op hoog niveau in Washington, Parijs en elders.
Zelf beschouwde De Bonvoisin zich als het mikpunt van een samenzwering in de schoot van het staatsapparaat. Het complot bestond volgens hem uit politici, magistraten, belastingambtenaren, politiemannen en journalisten.
Kortom, een enorme machinatie die georkestreerd zou zijn door meesterbrein Albert Raes. Die stond van 1977 tot 1990 aan het hoofd van de Staatsveiligheid en moest uiteindelijk aftreden, onder meer onder druk van de Amerikanen, die vonden dat hij met zijn dienst te weinig aandacht besteedde aan de activiteiten van de Sovjet-Russische KGB in ons land.
De voorbije 25 jaar had De Bonvoisin de handen vol met zijn juridische perikelen. Na talloze procedures voor rechtbanken op diverse niveaus werd de baron inmiddels volledig vrijgesproken van schuld en ging hij in de tegenaanval.
Op basis van een door De Bonvoisin ingediende klacht voert het Comité I, dat in opdracht van het parlement de inlichtingendiensten controleert, al gedurende twee jaar een onderzoek naar mogelijke malversaties bij de Staatsveiligheid die tot doel hadden om de baron in diskrediet te brengen. Speurders van de enquêtedienst van het Comité I voerden in het kader van dit onderzoek een huiszoeking uit in de Brusselse hoofdzetel van de Staatsveiligheid en namen de boekhouding van de dienst in beslag.
Het rapport van het Comité I over de zaak-De Bonvoisin, met nummer 52.99.1855/07, zou eind dit jaar of begin volgend jaar kunnen worden neergelegd bij de parlementaire begeleidingscommissie in de Senaat en vervolgens openbaar worden gemaakt. Over de resultaten van dit onderzoek is officieel nog niets bekend, maar het gerucht gaat dat er tegenkrachten aan het werk zijn die willen beletten dat het rapport zou worden gepubliceerd.
Procureur Bulthé ziet blijkbaar het gevaar. Hij is op de hoogte van het bestaan van dit onderzoek van het Comité I en wil de resultaten ervan afwachten alvorens verdere onderzoeksdaden te laten uitvoeren.
Bron » De Morgen