‘Zwarte baron’ Benoît de Bonvoisin sleept Universiteit Gent voor rechter

Benoît de Bonvoisin (81), aan wie al veertig jaar de bijnaam ‘de zwarte baron’ plakt, sleept de UGent voor de rechter. Hij eist een schadevergoeding van 10.000 euro voor vermeende fouten in de masterproef van een student. Ook de (intussen oud-)student moet voorkomen.

Twee jaar al strijdt De Bonvoisin tegen de masterproef ‘De Westland New Post: pop-up van een veranderende samenleving’. Volgens De Bonvoisin bestempelt die hem onterecht als medestander van de Westland New Post, een extreemrechtse privémilitie uit de jaren 80 die communistische inmenging in de staatsinstellingen wilde blootleggen. De UGent deelt dit oordeel niet en weigert de masterproef, die terug te vinden is via Google, in te trekken.

Dit najaar buigt de Gentse rechtbank van eerste aanleg zich over de zaak. De Bonvoisin eist een schadevergoeding van 10.000 euro van de UGent en de auteur. Hij vraagt dat er een disclaimer wordt toegevoegd aan de masterproef, zodat duidelijk is dat die foute informatie bevat.

“Ik vind het schandalig dat justitie deze zaak laat voorkomen”, reageert Kenneth Lasoen, historicus en een van de lectoren van de masterproef. “Feit is dat Benoît de Bonvoisin steeds blijft opduiken in historisch onderzoek naar extreemrechts in België. Dus is het logisch dat zijn naam ook valt in een masterproef gebaseerd op dat onderzoek. De Bonvoisin wil misschien graag zijn naam uit al die boeken laten schrappen, maar dat is net de academische vrijheid.”

Bende van Nijvel

Het verhaal van Benoît de Bonvoisin gaat ruim 40 jaar terug, tot de loden jaren 80. In die periode wordt de Brusselse edelman, een belangrijke raadgever van de Franstalige politicus Paul Vanden Boeynants, door de Staatsveiligheid aangeduid als geldschieter voor extreemrechtse groeperingen. In een beruchte uitgelekte nota wordt hij omschreven als ‘de zwarte baron’.

De reputatie van De Bonvoisin is gemaakt: zijn naam zal jarenlang bovenkomen in allerlei dossiers, onder meer in dat van de Bende van Nijvel. Bewijzen zijn er niet. De Bonvoisin heeft het over een complot. Hij start een juridische kruistocht om zijn naam in ere te herstellen.

Die kruistocht levert ook iets op. Een onderzoek van het Comité I, dat controle uitoefent op de inlichtingendiensten, besluit in 2009 dat de Staatsveiligheid terecht aandacht had voor de levenswandel van de Bonvoisin – gezien zijn contacten in extreemrechtse milieus. Maar de Staatsveiligheid diepte de informatie over hem onvoldoende uit. In de beruchte nota waarin hij omgedoopt werd tot ‘de zwarte baron’ zijn veronderstellingen aangedikt tot feiten.

In 2013 wordt de Belgische staat veroordeeld tot een schadevergoeding van 100.000 euro aan De Bonvoisin. De zaak wacht momenteel op een behandeling in beroep. De Bonvoisin eist 6,25 miljoen euro. Hij oordeelt dat de Staatsveiligheid bewust zijn carrière heeft gekraakt.

Eenzijdig

“In de masterproef over de Westland New Post worden De Bonvoisin zaken aangewreven waarvan hij al duidelijk is vrijgesproken. Meermaals zelf”, benadrukt advocaat Tom Bauwens van het gerenommeerde kantoor Eubelius. Hij vertegenwoordigt De Bonvoisin. “We beseffen dat het om een gevoelig thema gaat. Een masterproef is inderdaad niet altijd perfect. Maar het feit dat er nergens wordt verwezen naar de uitspraken die hem vrijpleiten, zoals het onderzoek van het Comité I uit 2009, gaat voor ons te ver. Zo ontstaat een heel erg eenzijdige profielschets.”

De Bonvoisin was niet bereikbaar voor commentaar. Sinds een hersenbloeding in 2008 leeft hij teruggetrokken in een herenhuis in Brussel. Zijn broer en zus, Pierre de Bonvoisin en Marie-Françoise de Merode-de Bonvoisin, volgen de rechtszaak tegen de UGent op in zijn naam.

De communicatiedienst van de UGent wil niet vooruitlopen op deze “uitzonderlijke klacht”. De universiteit publiceert alle masterproeven die minstens een score van 14 op 20 halen. De masterproef De Westland New Post: pop-up van een veranderende samenleving kreeg een 14.

Bron » De Morgen | Jeroen Van Horenbeek

Het Paleis der Natie: Manipulatie

Met zijn verklaring over manipulatie in het onderzoek naar de Bende van Nijvel heeft minister van Justitie Koen Geens de deur wagenwijd opengezet voor nieuwe samenzweringstheorieën.

Het duurde niet lang of ze waren er opnieuw: de verhalen over de Roze Balletten, over Gladio, over Paul Vanden Boeynants en ‘Zwarte Baron’ Benoît de Bonvoisin, over pogingen tot destabilisering en staatsgreep bekokstoofd door de rijkswacht en wormstekige politici.

Verhalen die pasten in de vaak zelf aangeprate angsten van de jaren 1980. Alleen een band met de zaak-Dutroux ontbreekt nog, maar in de huidige opgewonden sfeer is ook hier snel een link gelegd met de Bende van Nijvel.

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) sprak in het parlement over de mogelijkheid dat de overvallen van de Bende tussen 1982 en 1985, waarbij 28 doden vielen, de staat viseerden en over een poging om het onderzoek te manipuleren. Boude beweringen, waarmee de minister opnieuw de deuren openzette voor allerhande samenzweringstheorieën.

De minister had ook drie dagen nodig om vast te stellen dat het dossier van Christiaan B., die twee jaar geleden op zijn sterfbed zou hebben opgebiecht tot de Bende van Nijvel te hebben behoord, lang geleden al werd uitgespit. Al die dagen kreeg de collectieve fantasie opnieuw de vrije loop.

Nochtans werd in het Bende-onderzoek op middelen noch kostprijs gekeken. Duitse topspecialisten uit Wiesbaden voerden ballistische onderzoeken uit. De Leuvense professor Jean-Jacques Cassiman, een wereldautoriteit in de menselijke genetica, verrichtte DNA-onderzoeken op mogelijke verdachten, zelfs op rijkswachters die tot de Groep Diane behoorden.

Leugendetectors en ondervragingen onder hypnose werden aangewend. Canadese specialisten in de geomatica speurden mee naar mogelijke schuilplaatsen van de Bende. FBI-profilers bogen zich over de overvallen en kwamen net als enkele Belgische speurders tot de bevinding dat wellicht sprake is van twee bendes. Het is zelfs niet uitgesloten dat een Franse bende in het spel is.

Sterfbedbericht

Maar niets is doeltreffender om een onderzoek te torpederen dan een stem uit het graf. De sterfbedbiecht van Christiaan B. is overigens niet de eerste poging om in het Bendedossier de doden te laten spreken.

Het begon al met getuigen die allerhande verklaringen toeschreven aan Léon Finné, een kaderlid van de Banque Copine, intussen opgegaan in Beobank. Finné had relaties in kringen van Franstalige christendemocraten. Hij werd neergeschoten – afgemaakt, volgens sommigen – tijdens de overval op de Delhaize in Overijse op vrijdag 27 september 1985. In de verklaringen die Finné in de mond werden gelegd, ging het over wapenhandel en een staatsgreep.

Het Bende-onderzoek is een onoverzichtelijke berg van processen-verbaal, inventarissen, documentatie en rapporten. Want al die verhalen, theorieën en soms fantasterij werden vaak meerdere keren onderzocht. In de kelders van het Brusselse justitiepaleis werden zelfs de naoorlogse archieven van de Brusselse politie uit het stof en de vochtigheid gered om toch maar sporen te vinden naar de Stay Behind-netwerken die in volle Koude Oorlog waren opgericht om eventueel weerstand te bieden bij een Sovjetinval.

Aan theorieën ontbreekt het niet in het dossier van de Bende van Nijvel. Een haast hilarisch geval, mocht het niet zo dramatisch zijn, is dat van baron Benoît de Bonvoisin. Hij is een oud-medewerker van Paul Vanden Boeynants en de kleinzoon van Alexandre Galopin, de topman van de Generale Maatschappij van België, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd vermoord door nazi-collaborateurs onder leiding van de beruchte Vlaamse SS’er Robert Verbelen.

De Bonvoisin, een extravagant figuur, werd in 1981 nog voor de eerste Bende-overval in een rapport van de Staatsveiligheid afgeschilderd als de spin in een extreemrechts web. Wat hem prompt het etiket ‘Zwarte Baron’ opleverde.

Comité-I

Na het uitlekken van dat rapport werd een drietal journalisten aangestuurd door agenten van de Staatsveiligheid om de verdenkingen tegen de Bonvoisin aan te dikken. De journalisten gebruikten elkaars ‘onthullingen’ om hun gelijk te staven. In de kranten werd de Bonvoisin eerst gelinkt aan fascistoïde groeperingen, en daarna ook in verband gebracht met de Bende van Nijvel.

Pas in zijn jaarverslag van 2009 zou het Vast Comité van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, kortweg Comité-I, toegeven dat de Bonvoisin het slachtoffer was van ‘een parallel en niet-officieel circuit binnen de Staatsveiligheid’ en dat het rapport over hem ‘beweringen, vermoedens en zelfs deducties bevat die niet werden geverifieerd op hun geloofwaardigheid en betrouwbaarheid en zonder enige nuance werden geformuleerd’.

Niets is doeltreffender om een onderzoek te torpederen dan een stem uit het graf. De sterfbedbiecht van Christiaan B. is overigens niet de eerste poging om in het Bendedossier de doden te laten spreken.

Het verslag van het Comité-I was een blamage voor Albert Raes, de voormalige chef van de Staatsveiligheid. Die had de Bonvoisin jarenlang met tal van aantijgingen achtervolgd, uit rancune tegen Vanden Boeynants. Al die jaren hebben Bende-onderzoekers kostbare tijd verloren met nutteloze ondervragingen van de Bonvoisin en mensen uit diens omgeving om de stroom van beweringen die via de media werden gelanceerd te verifiëren.

De Bonvoisin heeft nooit kennis kunnen nemen van de bevindingen van het Comité-I, want een jaar eerder werd hij getroffen door een zware hersenbloeding. Zijn broer zette in zijn naam zijn proces tegen de Belgische staat voort. In 2013 werd de Belgische staat veroordeeld tot het betalen van 100.000 euro schadevergoeding.

De Bonvoisin was ook het mikpunt van de parlementaire commissies die zich met het onderzoek van het onderzoek inlieten. Behalve een nog grotere verwarring, was het resultaat van het commissiewerk heel beperkt. Na de verklaringen van Justitieminister Geens was er opnieuw sprake van een parlementair onderzoek.

Een van de advocaten van de slachtoffers hengelt zelfs naar een beurs om zich over het dossier van miljoenen bladzijden te buigen. Die plotse speurdrift van politici en advocaten is opmerkelijk. Na de verlenging van de verjaringstermijn verliep het onderzoek in volstrekte politieke onverschilligheid en kwam het in handen van figuren die men elders kwijt wilde.

Als minister Geens het heeft over een poging tot manipulatie, dan heeft hij het over de groteske beschuldiging van de nieuwe onderzoeksrechter Martine Michel aan het adres van speurders van de Delta-groep, die met de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch meewerkten aan het onderzoek naar de Bende van Baasrode.

Kanaal Brussel-Charleroi

Het waren nochtans die speurders die in november 1986 op aangeven van getuigen uit het kanaal Brussel-Charleroi wapens en voorwerpen opvisten die verband hielden met de overval in Aalst. Maar volgens de huidige onderzoekscel lagen de in de buurt van Ronquières bovengehaalde stukken nooit langer dan een paar maanden in het water.

Met als eerste conclusie: de onderzoekers hebben de spullen zelf in het water gegooid. Een van hen werd tot veler consternatie prompt opgepakt en beschuldigd. Terwijl sommigen eraan twijfelen of men in Charleroi wel de juiste voorwerpen heeft onderzocht.

Het Bende-onderzoek werd in de cruciale aanvangsfase al verknoeid door de interventies van de volslagen incompetente procureur des Konings van Nijvel Jean Deprêtre. Om het alsnog te redden blijft vandaag maar één geloofwaardig middel over: een grondig onderzoek van de enquête door een versterkt Comité-I, dat zijn bevindingen in openbare zitting voorlegt aan het parlement, hoe pijnlijk en gênant de resultaten ook mogen blijken.

Niet alleen hebben de nabestaanden van de 28 slachtoffers daar recht op, het zou het land ook verlossen van een van zijn engste nachtmerries.

Bron » De Tijd | Rik Van Cauwelaert

Brussels advocaat Michel Graindorge overleden

In Ukkel is zondagmiddag de Brusselse advocaat Michel Graindorge overleden. Dat heeft zijn familie gemeld. Graindorge gold als een ‘geëngageerd advocaat’ en verdedigde zowel vakbondsman Roberto D’Orazio als baron Benoît de Bonvoisin, die in uiterst rechtse hoek werd gesitueerd. Hij werd 75 jaar.

Graindorge zat in 1979 ook een aantal maanden in de cel na de spectaculaire ontsnapping in de rechtzaal van François Besse. Dat was de rechterhand van de toenmalige Franse vijand nummer één, Jacques Messerine. Besse had bij een van de rechtszittingen een schietwapen mee naar binnen gesmokkeld en kon na een gijzeling ontsnappen.

Na de ontsnapping werd advocaat Graindorge verdacht van medeplichtigheid. Hij werd gearresteerd en zat uiteindelijk vier maanden in de gevangenis, waarna hij werd vrijgesproken.

De advocaat trad op in nog een aantal andere geruchtmakende zaken. Zo was hij de raadsheer van de families van de in Rwanda vermoorde para’s en de slachtoffers van de bende van Nijvel. Ook de jonge Michel Strée, die in 1980 een bus gijzelde en naar de RTBF reed, waar hij op het scherm een verklaring wilde afleggen, koos Graindorge als raadsman.

In 2010 verdedigde hij nog de inmiddels voor terrorisme veroordeelde Marokkaans-Belgische vrouw Malika El Aroud. Michel Graindorge verbleef al een jaar in het ziekenhuis. Hij was vader van twee zonen en een dochter, de violiste en actrice Catherine Graindorge.

Bron » De Standaard

‘Te weinig controle op Staatsveiligheid’

Walter De Smedt, ex-lid van het Comité I dat de inlichtingendiensten controleert, gelooft niet dat een audit van de Staatsveiligheid veel zal oplossen. ‘Er is gewoon onvoldoende controle op de dienst.’

De gepensioneerde Antwerpse strafrechter Walter De Smedt is een buitenbeentje. De vrijzinnige liberaal is niet alleen een notoir dwarsligger met uitgesproken meningen. Hij is ook de enige Belg die zowel zetelde in het Comité P dat de politiediensten controleert, als in het Comité I dat de inlichtingsdiensten onder de loep neemt.

“De Staatsveiligheid is bevoegd om organisaties als Scientology en Sahaja Yoga te volgen”, benadrukt De Smedt. “Net zoals ze bevoegd is om na te gaan of deze bewegingen in hun contacten met politici niet op ongeoorloofde wijze overheidsbeslissingen of wetgeving proberen te beïnvloeden. De vraag is wat de Staatsveiligheid vervolgens doet met informatie die ze bij het volgen van sekten verkrijgt over Belgische politici? Misbruikt de Staatsveiligheid die gevoelige informatie zelf om invloed of dwang uit te oefenen op politici?”

Dat is een analyse met een vrij hoog complotgehalte?

Walter De Smedt: “Er zijn de voorbije decennia wel meer vreemde zaken gebeurd. Over heel wat zaken bestaan geen bewijzen. Er zijn echter ook dossiers die grondig onderzocht zijn. Neem het dossier over baron Benoît de Bonvoisin. Die had in de jaren tachtig bij het Comité I een klacht neergelegd tegen de toenmalige topman van de Staatsveiligheid.”

“Reden: enkele nota’s waarin hij als ‘zwarte baron’ werd weggezet en zelfs achter de Bende van Nijvel zou zitten. Die nota’s hebben politieke gevolgen gehad. De Bonvoisin was immers een naaste medewerker van cdH-politicus Paul Vanden Boeynants en had met zijn rechtse beweging CEPIC groot succes bij de Brusselse middenstand. Door de nota’s van de staatsveiligheid werd De Bonvoisin politiek dood gemaakt. Wie zegt dat dit vandaag niet meer gebeurd?”

De Bonvoisin was toch niet echt koosjer?

“Ik denk dat de Staatsveiligheid terecht een oog op De Bonvoisin hield. Maar dat is iets helemaal anders dan fictieve rapporten fabriceren. Toen ik deel uitmaakte van het Comité I bleek uit ons onderzoek, net als uit de gerechtelijke onderzoeken trouwens, dat er geen enkel ernstig element aan de basis lag van de aantijgingen tegen de man. Geen enkel.”

“Vorige maand is de Belgische staat dan eindelijk veroordeeld om hem 100.000 euro morele schadevergoeding te betalen. Ik heb in dit dossier als lid van het Comité I een huiszoeking uitgevoerd bij de Staatsveiligheid. Daarbij zijn zogenaamde gereserveerde dossiers gevonden. Dossiers waarin vertrouwelijke informatie over politici en belangrijke beleidsmensen werd bijgehouden.”

Zijn die dossiers ooit gebruikt tegen iemand?

“Het Comité is nooit aan de weet gekomen of daar onbehoorlijk gebruik van is gemaakt. De politiek zat er wel verveeld mee. Om wat druk van de ketel te halen werd dan een audit gevraagd. Maar dat heeft nooit iets opgeleverd. Tegelijk werd de geheimhouding nog wat verhoogd.”

Is het niet normaal dat er na lekken gekeken wordt of de geheimhouding niet moet worden verhoogd?

“Op het moment dat de Staatsveiligheid zaken als geheim classificeert, kan niemand er iets mee doen. Want niemand mag die info uitbrengen. Ook niet als eruit blijkt dat er disfuncties zijn. Op de vraag van het Comité I wat de richtlijnen zijn om iets als geheim te kwalificeren, is nooit een antwoord gekomen. Het is dus handig om een geheel rapport als geheim te classificeren terwijl de wet voorschrijft dat het enkel voor gevoelige passages moet gebeuren.”

Waarom is het rapport over de sekten bijvoorbeeld geheim?

“Het stramien is altijd hetzelfde. Er komt een dossier in de pers dat vragen oproept, en meteen verschuift alle aandacht van de inhoud naar de vraag wie gelekt heeft. Ik vraag mij af wanneer politici eindelijk eens iets aan dit systeem gaan veranderen. Op dit moment is niemand daarin geïnteresseerd, terwijl men erin zou moeten geïnteresseerd zijn. Er is immers gewoon onvoldoende controle op de Staatsveiligheid.”

Bron » De Morgen

De baron is niet langer zwart

De legendarische Benoît de Bonvoisin, de baron die begin jaren tachtig de bijnaam ‘zwarte baron’ kreeg en beschuldigd werd van extreem rechtse complotten, ziet zijn naam gezuiverd. De Belgische staat is veroordeeld tot een schadevergoeding van 100.000 euro.

Hij was de duivel in hoogsteigen persoon. Geldschieter van al wat extreem rechts was, hij had banden met de CCC én de Bende van Nijvel, en werd geviseerd door de staatsveiligheid. Baron Benoît de Bonvoisin werd decennialang door het slijk gehaald. Wanneer hij op restaurant kwam, stonden mensen recht ‘omdat ze niet met een moordenaar wilden eten’. Maar de baron krijgt eerherstel: alle beschuldigingen zijn onterecht, zo heeft een Brusselse rechtbank geoordeeld.

Ze veroordeelt de Belgische staat dan ook tot het betalen van een schadevergoeding van 100.000 euro aan de edelman. De Bonvoisin was in de jaren zeventig politiek adviseur van Paul Vanden Boeynants binnen het CEPIC (Centre Politique des Indépendants et Cadres Chrétiens), een rechtse tak van de toenmalige PSC, het huidige cdH. Maar in 1981 bleek zijn rol plots geheel anders te zijn.

Het toenmalige hoofd van de staatsveiligheid, Albert Raes, vertelde in het parlement tijdens een vergadering van de onderzoekscommissie Wijninckx over ordehandhaving en privémilities over ‘contacten tussen extreem rechts en bepaalde figuren van het CEPIC’. De verklaring vond plaats achter gesloten deuren, maar de documenten werden gelekt. In de media werd gretig geciteerd uit de nota van Raes waarin De Bonvoisin omschreven werd als ‘een financier van extreem rechts in België’

De baron diende klacht in tegen Raes. Die werd nooit veroordeeld, maar uit het onderzoek bleek wel dat de nota destijds behoorlijk aangedikt zou zijn: zinnen die er in de voorwaardelijke wijs stonden werden plots affirmatief. De beschuldigingen tegen de baron konden op geen enkele manier hard gemaakt worden. In 2010 constateerde het Comité I, dat toezicht houdt op de inlichtingsdiensten in ons land, in haar jaarverslag dat de Staatsveiligheid de reputatie van De Bonvoisin doelbewust en op basis van geruchten gekelderd had.

“De belangstelling voor De Bonvoisin was legitiem”, aldus het rapport, “(…) Dit belet echter niet dat hij het mikpunt is geworden van nota’s en rapporten die bestemd waren voor de minister van Justitie om redenen die niet duidelijk zijn. (…) Deze nota’s en rapporten van de Staatsveiligheid bevatten beweringen die niet werden geverifieerd en zonder enige nuancering werden geformuleerd.” “Dat is precies wat de rechter nu ook zegt”, vat Cédric Bernès, advocaat van De Bonvoisin, samen. “Alles wat er in die nota stond was een hypothese. Niets is ooit onderzocht.”

Ziet het Comité I geen motief voor het viseren van de baron, dan staat er wel een in het boek Schurkenstaat België van de inmiddels overleden advocaat Mario Spandre. De Bonvoisin was een vertrouweling van VDB, die voor een groot stuk van de jaren zeventig minister van Defensie was. In die hoedanigheid kreeg de baron taken toevertrouwd en zou hij een strengere controle op de Staatsveiligheid bepleit hebben, tot ongenoegen van Raes.

De inmiddels 74-jarige baron was zelf gisteren niet bereikbaar voor commentaar. Hij woont teruggetrokken in een statig Brussels herenhuis en kreeg in 2008 een herseninfarct. “Zijn gezondheid is slecht”, zegt Bernès. “Heel dit dossier sleept al dertig jaar aan. Het weegt op hem.” Ook nu blijft het dossier hem bezighouden. “Hij is er dagelijks mee bezig en hij volgt alles wat in de media komt”, zegt Bernès.

“Als hij ergens in een krant ‘de zwarte baron’ wordt genoemd of er wordt gealludeerd op banden met extreem -rechts dan dienst hij meteen klacht in. Ik heb zelf zo al een tiental zaken voor het opgestart en ik moet zeggen, in 99 procent van de gevallen, zijn die succesvol. Helaas voor de baron krijgt hij meestal een morele schadevergoeding van een euro. Daar kan hij niet van leven.” Werken zat er de laatste dertig jaar immers niet in. “Hij heeft gezocht, maar hij vond geen werk”, zegt Bernès.

“Wie neemt iemand met zo’n reputatie aan? Precies daarom eisten we in de zaak tegen de staat een schadevergoeding van 6,25 miljoen euro. Dat is een schatting van het bedrag dat hij de afgelopen dertig jaar had kunnen verdienen.” De rechter zag echter alleen reden om een morele schadevergoeding uit te keren. Annemie Turtelboom (Open Vld), die als minister van Justitie aangeklaagd werd in de zaak, is niet van plan die te betalen. “We zijn in beroep gegaan”, zegt Koen Peumans van het departement Justitie, “maar inhoudelijk kan ik niks zeggen over de zaak.”

Bron » De Morgen